De betekenis van groene burgerinitiatieven
1XMGYeW
1XMGYeW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Afhankelijk <strong>van</strong> de beleidsprioriteiten kan tabel 14 behulpzaam zijn voor het inschatten <strong>van</strong> de<br />
effecten <strong>van</strong> de verschillende soorten groepen. Als een overheid of terreinbeherende organisatie de<br />
ecologische kwaliteit <strong>van</strong> een gebied wil verbeteren, ligt samenwerking met groepen binnen het<br />
cluster beschermen zeer voor de hand. <strong>De</strong> kans is groot dat overheidsdoelen en burgerdoelen hierbij<br />
grotendeels overeenkomen, en dat <strong>burgerinitiatieven</strong> daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan<br />
het behalen <strong>van</strong> de ecologische doelen. Samenwerking met groepen in het cluster beleven ligt in<br />
eerste instantie minder voor de hand voor het realiseren <strong>van</strong> natuurdoelen. Maar met groepen <strong>van</strong><br />
buurtgroen, en met name het subtype buurttuinen, kan bijvoorbeeld wel samenwerking gezocht<br />
worden wanneer het doel is om sociale cohesie in een wijk te versterken.<br />
Recente theorieën rondom place-keeping (<strong>De</strong>mpsey and Burton, 2012), benadrukken het belang <strong>van</strong><br />
de betrokkenheid <strong>van</strong> de lokale gemeenschap bij een plek om het beheer <strong>van</strong> groen veilig te stellen.<br />
Betrokkenheid leidt tot bescherming tegen <strong>van</strong>dalisme, maar ook tot een actieve bijdrage aan het<br />
onderhoud. Met name natuurbeheer en buurtgroen groepen leveren hier een belangrijke bijdrage aan.<br />
<strong>De</strong>ze bijdrage aan onderhoud is voor veel gemeenten en TBO’s een belangrijke motivatie voor het<br />
stimuleren <strong>van</strong> <strong>burgerinitiatieven</strong>. Via het faciliteren <strong>van</strong> burgerinitiatief nodigen ze burgers uit om een<br />
blijvende bijdrage te leveren aan het onderhoud <strong>van</strong> ‘hun’ gebiedje (Otten, 2015).<br />
<strong>De</strong> brede doelen <strong>van</strong> <strong>groene</strong> <strong>burgerinitiatieven</strong> vragen om een flexibele opstelling <strong>van</strong> professionals.<br />
<strong>De</strong> doelen <strong>van</strong> initiatieven passen immers vaak niet één op één op de vastgelegde beleidsdoelen. Hier<br />
ligt een belangrijke uitdaging voor natuurorganisaties en overheden. Succesvolle samenwerking<br />
vraagt om het recht doen aan de belangen en visies <strong>van</strong> burgers en het ontwikkelen <strong>van</strong> gemeenschappelijke<br />
ambities (Steenbekkers and Broek, 2014). Afstemming <strong>van</strong> wederzijdse doelen is dan<br />
noodzakelijk, een afstemming die over het algemeen soepeler verloopt als er reeds vertrouwen is<br />
opgebouwd (Van Dam et al., 2014). Methoden zoals de Mutual Gains Approach, zoals al vaak gebruikt<br />
in processen met stakeholders, bieden hiervoor mogelijkheden.<br />
Maar de brede doelen <strong>van</strong> zelf-governance leiden ook tot dilemma’s. Initiatieven met vooral sociale<br />
doelen of gebruiksdoelen leveren een belangrijke bijdrage aan natuureducatie en het versterken <strong>van</strong><br />
de actieve betrokkenheid bij groen. Dit zijn thema’s die binnen de nieuwe Rijksnatuurvisie een<br />
explicieter beleidsdoel zijn geworden <strong>van</strong> het natuurbeleid (Ministerie <strong>van</strong> Economische Zaken, 2014).<br />
Maar de activiteiten <strong>van</strong> groepen die zich met name op de gebruiksfunctie <strong>van</strong> groen richten kunnen<br />
soms contraproductief zijn voor de biodiversiteit in een gebied: bijvoorbeeld wanneer de recreatie in<br />
<strong>groene</strong> gebieden toeneemt of wanneer verruigd struikgewas geschikt wordt gemaakt voor intensief<br />
gebruik als buurttuin. In dergelijke situaties maken <strong>groene</strong> <strong>burgerinitiatieven</strong> een spanningsveld<br />
zichtbaar tussen beleidsdoelen rondom ecologische bescherming en beleidsdoelen rondom vermaatschappelijking.<br />
<strong>De</strong>rgelijke dilemma’s spelen niet alleen bij groepen gericht op gebruiksgroen, maar ook<br />
bij politieke groepen. Een groot deel <strong>van</strong> de politieke groepen richt zich op het tegenhouden of<br />
bijstellen <strong>van</strong> overheidsbeslissingen die in hun ogen slecht uitpakken voor hun leefomgeving. Soms<br />
willen ze het verdwijnen <strong>van</strong> groen tegenhouden, ook al is dat de uitvoering <strong>van</strong> goedgekeurd beleid.<br />
Andere keren willen ze een andere soort natuur dan TBO’s of overheden. <strong>De</strong> vraag is dan waar de<br />
belangenafweging plaats dient te vinden over deze tegenstrijdige doelen. Is de overheid dan aan zet,<br />
als vertegenwoordiger <strong>van</strong> de representatieve democratie, of is de burger aan zet, als vertegenwoordiger<br />
<strong>van</strong> de participatieve democratie (Wallington et al., 2008)?<br />
Belang <strong>van</strong> politieke groepen<br />
In veel studies <strong>van</strong> <strong>burgerinitiatieven</strong> worden politieke groepen buiten beschouwing gelaten. Dat is in<br />
onze ogen echter niet terecht. Verhoeven en Oude Vrielink (Verhoeven, 2012) waarschuwen zelfs dat<br />
de dominantie <strong>van</strong> de ‘eigen verantwoordelijkheid’ en de ‘meewerkende burger’ in het huidige beleidsperspectief<br />
kan leiden tot een depolitisering <strong>van</strong> burgerparticipatie. Als de overheid over burgerinitiatief<br />
praat, richt ze zich op de ‘goede’ burger, die bereid is mee te werken aan het vigerende<br />
beleid. Drosterij en Peeters (2011) noemen dit zelfs conformerende zelfredzaamheid. Maar politieke<br />
discussie over beleidsdoelen is een essentieel onderdeel <strong>van</strong> democratie (Mouffe, 2009). Kritische<br />
politieke groepen zijn <strong>van</strong> belang voor het natuurbeleid, onder andere als een thermometer voor de<br />
visie <strong>van</strong>uit de maatschappij op het beleid. Het een wezenskenmerk <strong>van</strong> een democratische<br />
participatiemaatschappij dat georganiseerde burgers zelf hun doelen en middelen bepalen, ook al<br />
passen deze niet binnen het dominante politieke discours. Juist door het verzet tegen het vigerende<br />
86 | Wot-rapport 127