De betekenis van groene burgerinitiatieven
1XMGYeW
1XMGYeW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
initiatieven <strong>van</strong> <strong>groene</strong> zelf-governance en komen terug bij zo’n 65% <strong>van</strong> alle initiatieven in de<br />
inventarisatie, verdeeld over alle ideaaltypen. Dit zien we terug als we kijken naar effecten: veel<br />
<strong>burgerinitiatieven</strong> uit onze verdiepende analyse realiseren positieve ecologische effecten doordat ze op<br />
eniger wijze de kwaliteit of kwantiteit <strong>van</strong> groen vergroten of behouden. Groene zelf-governance heeft<br />
daarmee een positieve invloed op de ecologische kwaliteit <strong>van</strong> natuur en landschap in Nederland.<br />
Toch gaat het hier, in oppervlakte, veelal om effecten die in een andere orde <strong>van</strong> grootte vallen dan<br />
het beheer <strong>van</strong> meer traditionele actoren: ook de grotere initiatieven komen slechts in enkele gevallen<br />
boven de 10 hectare. Een uitzondering hierop zijn soms de oppervlaktes bij politieke en verbrede<br />
politieke groepen, maar hierbij moet in het achterhoofd gehouden worden dat deze gebieden niet door<br />
initiatiefnemers beheerd worden.<br />
Op lokale schaal zijn de ecologische effecten <strong>van</strong> <strong>groene</strong> zelf-governance soms wel degelijk<br />
substantieel, en het gaat regelmatig om gebieden <strong>van</strong> meerdere hectares met hoge ecologische<br />
waarden. Bijna 40% <strong>van</strong> alle initiatieven uit de inventarisatie is gedeeltelijk of geheel actief binnen<br />
NNN-gebied. Daarbij kan <strong>groene</strong> zelf-governance ook een meerwaarde hebben ten opzichte <strong>van</strong><br />
bestaand beheer. Zo zijn <strong>groene</strong> <strong>burgerinitiatieven</strong> soms in staat om beheer uit te voeren dat zeer<br />
arbeidsintensief is, en voor bestaande beheerders zonder vrijwilligers wellicht te duur is.<br />
Effecten per type<br />
Ecologische effecten worden bij vrijwel alle initiatieven in de verdiepende analyse benoemd, hoewel de<br />
aard en schaal <strong>van</strong> deze initiatieven sterk verschillen. <strong>De</strong> diversiteit aan ecologische effecten is<br />
duidelijk gerelateerd aan het type burgerinitiatief. <strong>De</strong> grootste ecologische effecten zien we over het<br />
algemeen bij brede groepen, eigenaarschap en natuurontwikkeling. <strong>De</strong> effecten <strong>van</strong> brede groepen<br />
kunnen te maken hebben met alle vijf vormen <strong>van</strong> ecologische effecten die we in paragraaf 6.1.1<br />
identificeren. Bij natuurontwikkeling hebben de belangrijkste effecten te maken met het realiseren <strong>van</strong><br />
nieuwe <strong>groene</strong> ruimte.<br />
Ook politieke groepen en verbrede politieke groepen kunnen zeer grote ecologische effecten<br />
realiseren, maar dit is afhankelijk <strong>van</strong> het behalen <strong>van</strong> doelstellingen. Bij het subtype actiegroepen<br />
hebben deze effecten vaak te maken met behoud en bescherming <strong>van</strong> natuur, bij het subtype<br />
samenwerking gaat het vaker om verbetering <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> bestaand groen of realiseren <strong>van</strong><br />
nieuw groen. Natuurbeheer, soortbescherming en sociaal-maatschappelijke initiatieven realiseren over<br />
het algemeen ook redelijk grote ecologische effecten. Bij soortbescherming hebben deze effecten<br />
vooral te maken met specifieke soorten. Bij natuurbeheer gaat het vaak vooral om verbetering <strong>van</strong> de<br />
kwaliteit <strong>van</strong> bestaand groen.<br />
<strong>De</strong> ecologische effecten <strong>van</strong> buurtgroen zijn vaak beperkter. Bij het subtype buurttuinen verwachten<br />
we over het algemeen wel een positief effect wanneer er sprake is <strong>van</strong> ‘grijs voor groen’, maar ook<br />
wanneer bestaand groen wordt ‘verbeterd’. Indien er hierbij verwilderd groen wordt ver<strong>van</strong>gen door<br />
een keurig bloemenperkje kunnen er ook negatieve effecten zijn in termen <strong>van</strong> ecologie. <strong>De</strong><br />
ecologische effecten <strong>van</strong> groenbeleving zijn vrijwel altijd beperkt en mogelijk zelfs negatief wanneer<br />
bestaand groen wordt ingericht voor recreatie.<br />
6.3.2 Cultuurhistorie en landschap<br />
Op basis <strong>van</strong> de doelstellingen die in de verdiepende analyse zijn onderzocht concludeerden we al dat<br />
cultuurhistorie een belangrijk thema is bij ongeveer 40% <strong>van</strong> de initiatieven <strong>van</strong> <strong>groene</strong> zelfgovernance.<br />
Dit is terug te zien in de effecten die worden benoemd: een behoorlijk aantal initiatieven<br />
heeft effecten op de bescherming <strong>van</strong> cultuurhistorie en streekeigenheid. Groene zelf-governance kan<br />
daarmee ook een bijdrage leveren aan cultuurhistorische waarden. Hoewel niet expliciet onderzocht,<br />
hebben we ook meerdere voorbeelden gevonden <strong>van</strong> initiatieven in nationale landschappen.<br />
Ook op het gebied <strong>van</strong> cultuurhistorie en landschap lijkt het onwaarschijnlijk dat de effecten in<br />
eenzelfde orde <strong>van</strong> grootte vallen als het beheer door meer traditionele actoren. <strong>De</strong>salniettemin laat<br />
ons onderzoek zien dat <strong>groene</strong>-zelf governance op lokale schaal wel degelijk substantiële effecten kan<br />
realiseren op het gebied <strong>van</strong> cultuurhistorie en landschap.<br />
76 | Wot-rapport 127