De betekenis van groene burgerinitiatieven
1XMGYeW
1XMGYeW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 10<br />
Om<strong>van</strong>g en netwerk <strong>van</strong> ideaaltypen 6 .<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> natuurbeheer, sociaal-maatschappelijk, natuurontwikkeling en eigenaarschap kunnen<br />
een vrij significante oppervlakte hebben, maar zijn gemiddeld genomen wel kleiner dan bovenstaande<br />
ideaaltypen. Bij eigenaarschap gaat het in de tabel overigens om de oppervlakte <strong>van</strong> alle gronden die<br />
worden beheerd, en niet alleen om die in eigendom. <strong>De</strong> oppervlakten bij buurtgroen zijn over het<br />
algemeen klein, en komen maar in een beperkte aantal voorbeelden boven de hectare. Ook bij<br />
groenbeleving zijn oppervlakten relatief klein, hoewel deze voorbeelden vaak nog wel groter dan een<br />
hectare zijn. Bij soortbescherming is er een groot verschil tussen de subtypen. Soortentuinen zijn vaak<br />
gebonden aan een gebiedje dat kleiner is dan een hectare, soortgerichte werkgroepen voeren vaak<br />
beheer uit in grotere gebieden.<br />
Aantal vrijwilligers<br />
Het aantal burgers dat bij de verschillende initiatieven <strong>van</strong> <strong>groene</strong> zelf-governance als vaste vrijwilliger<br />
actief is betrokken verschilt <strong>van</strong> 2 tot meer dan 200. Ook hier is de bandbreedte binnen de<br />
diverse ideaaltypen die we onderscheiden vrij groot: er zijn bijvoorbeeld voorbeelden <strong>van</strong> buurtgroen<br />
met twee vrijwilligers, maar ook met 40. Ook kan de mate <strong>van</strong> betrokkenheid verschillen: deze cijfers<br />
geven bijvoorbeeld niet weer hoe vaak men voor het initiatief actief is of hoeveel uren er aan worden<br />
besteed, aspecten die buiten onze analyse vallen.<br />
Gemiddeld genomen schatten wij in dat het aantal vrijwilligers het grootste is bij de brede initiatieven:<br />
de ondergrens ligt hier ongeveer bij 40, wat veel hoger is dan bij alle andere typen. Ook voorbeelden<br />
<strong>van</strong> natuurbeheer, eigenaarschap, soortbescherming, sociaal maatschappelijke groepen, politieke<br />
groepen en verbrede politieke groepen hebben gemiddeld nog redelijk veel vrijwilligers, maar de<br />
ondergrens en het gemiddelde liggen hier wel duidelijk lager. Voorbeelden <strong>van</strong> natuurontwikkeling,<br />
ondanks de vaak ingrijpende veranderingen in het landschap, lijken relatief weinig vrijwilligers te<br />
hebben. <strong>De</strong> minste vrijwilligers zien we gemiddeld genomen echter bij de ideaaltypen buurtgroen en<br />
groenbeleving.<br />
Om<strong>van</strong>g netwerk<br />
Ook over de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het netwerk zijn geen exacte uitspraken te doen. <strong>De</strong>salniettemin is het<br />
netwerk <strong>van</strong> de initiatieven in de verdiepende analyse uitgebreid in kaart gebracht, en is ook in de<br />
inventarisatie gekeken naar diverse betrokken actoren. Op basis <strong>van</strong> deze analyse kan een inschatting<br />
worden gemaakt <strong>van</strong> de relatieve om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de netwerken <strong>van</strong> diverse initiatieven.<br />
6 Omdat we te weinig exacte cijfers hebben voor het berekenen <strong>van</strong> gemiddelden geven we de bandbreedte <strong>van</strong> de<br />
oppervlaktes en aantallen weer. Het gemiddelde ligt zeker niet in het midden <strong>van</strong> de bandbreedte, maar dichter bij de<br />
ondergrens.<br />
<strong>De</strong> <strong>betekenis</strong> <strong>van</strong> <strong>groene</strong> <strong>burgerinitiatieven</strong> | 67