21.07.2013 Views

ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE - Media Portal - Škoda Auto

ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE - Media Portal - Škoda Auto

ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE - Media Portal - Škoda Auto

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

188<br />

Intelligente techniek<br />

Bandenspanningscontrole<br />

Afb. 176 Toets voor het instellen van de<br />

bandenspanningswaarde<br />

De bandenspanningscontrole vergelijkt met behulp van de ABS-sensoren het<br />

toerental en daarmee de afrolomtrek van de afzonderlijke wielen. Bij een verandering<br />

van de afrolomtrek van een wiel gaat het controlelampje in het instrumentenpaneel<br />

bladzijde 33 branden en klinkt er een akoestisch signaal. De afrolomtrek<br />

van een band kan veranderen, als:<br />

de bandenspanning te laag is,<br />

de structuur van de band beschadigd is,<br />

de wagen eenzijdig beladen is,<br />

de wielen van één as zwaarder zijn belast (bijvoorbeeld bij het rijden met een<br />

aanhangwagen of bij bergop of bergaf rijden),<br />

sneeuwkettingen zijn gemonteerd,<br />

het noodwiel is gemonteerd,<br />

een wiel per as is vervangen.<br />

Basisinstelling van het systeem<br />

Na een verandering van de bandenspanningen, na het vervangen van een of meerdere<br />

wielen, een positieverandering van een wiel op de wagen (bijvoorbeeld omwisselen<br />

van de wielen tussen de assen) of als het controlelampje tijdens het rijden<br />

gaat branden, moet als volgt een basisinstelling van het systeem worden uitgevoerd.<br />

Alle banden oppompen tot de voorgeschreven spanning bladzijde 219<br />

Het contact inschakelen.<br />

Toets <br />

afb. 176 langer dan 2 seconden indrukken. Tijdens het indrukken<br />

van de toets brandt het controlelampje . Tegelijkertijd wordt het geheugen van<br />

het systeem gewist en wordt de nieuwe kalibratie gestart, wat wordt bevestigd<br />

met een akoestisch signaal en daaropvolgend het doven van het controlelampje .<br />

Als het controlelampje na de basisinstelling niet dooft, is er een storing in het<br />

systeem aanwezig. Ga naar de dichtstbijzijnde specialist.<br />

Controlelampje brandt<br />

Als de bandenspanning van ten minste een wiel aanzienlijk lager is dan de opgeslagen<br />

basiswaarde, brandt het controlelampje .<br />

Controlelampje knippert<br />

Als het controlelampje knippert, is er sprake van een systeemstoring. Ga naar de<br />

dichtstbijzijnde specialist.<br />

ATTENTIE!<br />

Als het controlelampje gaat branden, moet direct de snelheid worden<br />

verlaagd en heftige stuur- en remmanoeuvres worden vermeden. Bij de eerstvolgende<br />

gelegenheid direct stoppen en de banden en bandenspanningen<br />

controleren.<br />

De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste bandenspanning. Daarom<br />

moet de bandenspanning regelmatig worden gecontroleerd.<br />

Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een sportieve rijstijl en op<br />

gladde of onverharde wegen) kan het controlelampje vertraagd of helemaal<br />

niet gaan branden.<br />

De bestuurder blijft ondanks de bandenspanningscontrole echter te allen<br />

tijde zelf verantwoordelijk voor de bandenspanning.<br />

Aanwijzing<br />

De bandenspanningscontrole:<br />

vervangt de regelmatige bandenspanningscontrole niet, omdat het systeem<br />

een gelijkmatig drukverlies niet kan herkennen,<br />

kan bij een zeer snel teruglopende bandenspanning niet waarschuwen, bijvoorbeeld<br />

bij een klapband. In zo'n geval proberen de wagen voorzichtig zonder heftige<br />

stuurbewegingen en zonder al te sterk afremmen tot stilstand brengen.<br />

Om een correcte werking van het bandenspanningscontrolesysteem te waarborgen,<br />

moet elke 10.000 km of 1x per jaar de basisafstelling opnieuw worden<br />

uitgevoerd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!