ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE - Media Portal - Škoda Auto

48
Openen en sluiten
Signalen Status
Ondergebroken geluidssignaal Openen (met de toets op de afstandsbediening
of met de toets op de middenconsole
bladzijde 46, afb. 34)
1 continu geluidssignaal Sluitkrachtbegrenzing
3 toenemende geluidssignalen Bevestiging van het opslaan van de
kleppositie
3 gelijke geluidssignalen Storing
Aanwijzing
De uitbreiding van het gebied A3 bladzijde 47, afb. 35 wijzigt proportioneel
afhankelijk van de instelling van de bovenste positie van de klep bladzijde 48. Bij
het instellen van de bovenste positie van de klep in gebied A2 wordt het gebied A3
niet actief; de uitbreiding van het gebied A2 wijzigt proportioneel afhankelijk van de
ingestelde bovenste positie van de klep.
Bovenste positie van de klep instellen
In geval van een beperkt beschikbare ruimte voor het openen van de klep (bijvoorbeeld
garageplafond) of voor een comfortabelere bediening (bijvoorbeeld afhankelijk
van de lichaamslengte) is een instelling van de bovenste positie van de achterklep
mogelijk
Bovenste positie van de klep instellen
– De klep in de gewenste positie (elektrisch of handmatig) vasthouden.
– De toets AB bladzijde 46, afb. 33 aan binnenzijde indrukken en deze gedurende
circa 3 seconden ingedrukt houden. Het opslaan van de positie in het
geheugen van het regelapparaat wordt met een geluidssignaal bevestigd.
Ingestelde kleppositie wissen
– De klep voorzichtig handmatig optillen in de maximale openingsstand.
– De toets AB aan binnenzijde circa 3 seconden ingedrukt houden. Er klinkt een
geluidssignaal, de oorspronkelijk ingestelde hoogte wordt uit het geheugen van
het regelapparaat gewist en de basispositie voor de bovenste kleppositie wordt
weer ingesteld.
Aanwijzing
De klept opent altijd zo ver als de laatst in het geheugen opgeslagen hoogte.
De bovenste positie die bij het automatisch openen van de klep wordt bereikt,
is altijd lager dan de maximale bovenste positie die bij met handmatig openen van
de klep is te bereiken.
Storingen
Als bij geopende achterklep de accu wordt losgemaakt en weer aangesloten, is het
noodzakelijk het systeem van de elektrische achterklep weer te activeren. Onder
activeren wordt de initialisatie van het regelapparaat verstaan door het handmatig
sluiten van de klep. Hierdoor wordt de eindpositie van de klep als volledig gesloten
in het vergrendelde slot opgeslagen.
Mogelijke storingen aan de elektrische achterklep:
Voorbeelden van functiestoringen
Beschrijving van de storing Mogelijke oplossingen
De klep kan niet uit het slot worden
opgetild
De klep reageert niet op een openingssignaal
De rugleuning blijft in de bovenste positie
staan.
Noodontgrendeling van de klep
bladzijde 49.
Verwijderen van het eventuele obstakel
(bijvoorbeeld sneeuw), opnieuw openen
van de klep bladzijde 47
Op de handgreep aan onderzijde van de
achterklep drukken en de klep naar
boven trekken
Handmatig sluiten van de klep (langzaam
en zonder heftige bewegingen)
Aanwijzing
Bij een storing van de elektrische achterklep contact opnemen met een specialist.