ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE - Media Portal - Škoda Auto

42
Openen en sluiten
Safebeveiliging deactiveren
– Tweemaal binnen 2 seconden de sensor A1 aanraken.
Achterklep ontgrendelen en vergrendelen
– Op de greep van de achterklep drukken, de klep wordt ontgrendeld. Indien de
wagen met een elektrische achterklep is uitgerust, begint de klep te openen als
op de greep is gedrukt.
– Als de achterklep wordt gesloten, wordt deze vergrendeld.
Vergrendeling controleren
Na het vergrendelen van de wagen met behulp van de sensor A1 bladzijde 41,
afb. 27 is het gedurende 2 seconden niet mogelijk de wagen met behulp van de
sensor A2 te ontgrendelen. Hierdoor is het mogelijk te controleren of de wagen
vergrendeld is door aan de greep te trekken.
Voorzichtig!
De wagen vergrendelt na het verlaten niet automatisch. Daarom de procedure voor
het vergrendelen van de wagen in acht nemen bladzijde 41.
Aanwijzing
Indien de accu of de batterij in de afstandsbediening zwak of ontladen is, kan de
wagen mogelijk niet met het KESSY-systeem worden vergrendeld of ontgrendeld.
In dit geval de noodontgrendeling of noodvergrendeling van het bestuurdersportier
gebruiken bladzijde 43.
Het KESSY-systeem kan de de geldige sleutel vinden, ook als deze bijvoorbeeld
in de wagen is achtergebleven. Zorg er daarom voor dat u altijd weet waar de
geldige sleutel met afstandsbediening zich bevindt.
Bij het ontgrendelen of vergrendelen van de wagen met behulp van de sensoren
A1 bladzijde 41, afb. 27 of A2 geen handschoenen of andere voorwerpen
gebruiken die een direct contact tussen hand en sensor kunnen voorkomen.
Als u de wagen met de sensor in de handgreep ontgrendelt en daarna binnen 30
seconden geen portier of de achterklep opent, wordt de wagen automatisch weer
vergrendeld en wordt de safebeveiliging resp. het alarmsysteem weer geactiveerd
Hierdoor wordt het ongewild ontgrendelen van de wagen voorkomen.
Beveiliging tegen per ongeluk achterlaten van de sleutel in de
wagen
Indien na het vergrendelen en sluiten van alle portieren inclusief de achterklep de
sleutel waarmee de wagen is vergrendeld in de wagen in het gebied AD
bladzijde 41, afb. 27 achterblijft, wordt de beveiliging tegen het per ongeluk
achterlaten van de sleutel in de wagen geactiveerd en wordt de wagen weer
ontgrendeld.
Over de activering van de beveiliging tegen het per ongeluk achterlaten van de
sleutel in de wagen wordt u geattendeerd door het knipperen van de knipperlichten
en door een melding op het display in het instrumentenpaneel Key in vehicle.
(Sleutel in de wagen.) resp. KEY IN VEHICLE (SLEUTEL IN DE WAGEN). Bij wagen die
met een alarmsysteem zijn uitgerust, klinkt tevens een geluidssignaal.
Meldingen op het display van instrumentenpaneel
Enkele waarschuwings- en informatieteksten van het KESSY-systeem op het informatiedisplay
resp. op het display in het instrumentenpaneel:
Key not found. (Sleutel niet gevonden.) resp. No Key (GEEN SLEUTEL)
De melding wordt weergegeven als u de motor wilt starten en het systeem geen
geldige sleutel in de wagen vindt. Deze situatie kan zich voordoen als de sleutel zich
buiten de wagen bevindt, de batterij in de sleutel ontladen is, de sleutel defect is of
het elektromagnetische veld sterk verstoord is. De melding wordt ook weergegeven
als het contact ingeschakeld is of de motor draait en het systeem geen
geldige sleutel in de wagen vindt.
Keyless faulty. (Keyless defect.) resp. CHECK KEYLESS (CONTR_KEYLESS).
Storing in het KESSY-systeem, een specialist opzoeken.
Renew key battery! (Sleutelbatterij vervangen!) resp.KEY BATTERY
(SLEUTELBATTERIJ)
Lage spanning van de batterij in de sleutel. De batterij vervangen.
Wagen neerzetten
Indien de wagen niet binnen 60 uur wordt ontgrendeld, worden de sensoren A1
bladzijde 41, afb. 27 en A2
in de handgreep van het bijrijdersportier automatisch
gedeactiveerd. Om ze opnieuw te activeren, moet aan één van de volgende voorwaarden
worden voldaan: