Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
38<br />
schatten dat de ijskap in de laatste 30 tot<br />
40 jaar 1,3 meter dunner is geworden<br />
en dat er jaarlijks 25.000 km2 minder<br />
wateroppervlak door noordpoolijs wordt<br />
bedekt. Die jaarlijkse inkrimping is gelijk<br />
aan de totale oppervlakte van België.<br />
Het staat evenwel nog niet definitief vast<br />
of die veranderingen enkel het gevolg zijn van<br />
natuurlijke fluctuaties dan wel van menselijke<br />
activiteiten.<br />
2.2 Anders dan vroeger?<br />
2.2.1 Hoe weten zonder meten?<br />
Om na te gaan of de opwarming in de 20e eeuw uitzonderlijk is, moet ze getoetst<br />
worden aan een langetermijnvariabiliteit.<br />
Dit houdt in dat de paleoklimaten moeten<br />
worden bestudeerd. Vandaag zijn er talrijke<br />
instrumenten beschikbaar om de temperatuur,<br />
de neerslag, de samenstelling van de atmosfeer<br />
enz. te meten, wat natuurlijk niet altijd het geval<br />
is geweest. Alleen over de laatste 100 tot 150<br />
jaar bestaan er systematische klimaatgegevens.<br />
Voor de periode daarvoor moet worden<br />
teruggegrepen naar ‘natuurlijke archieven’ zoals<br />
ijskernen, mariene of meersedimenten, die een<br />
reconstructie van variabelen zoals temperatuur,<br />
neerslag enz. mogelijk maken dankzij kalibraties<br />
ten opzichte van instrumentele waarnemingen<br />
(zie Kader 9).<br />
Onder meer <strong>onderzoek</strong>ers van ULB-<br />
GLACIOL zijn bij de klimaatreconstructie<br />
op basis van ijskernen betrokken.<br />
Onderzoekers van het CALMARS-team<br />
(KBIN, KMMA, ULB-BIOMAR, VUB-<br />
ANCH, UA-EFB) bestuderen in de Noord-<br />
Atlantische Oceaan en de Caraïben de<br />
sedimentatie van mariene kalkachtige<br />
skeletten (sclerosponzen, tweekleppigen<br />
en stekelhuidigen). Die skeletten geven<br />
een indicatie van de ontwikkeling van<br />
het klimaat. Ook <strong>onderzoek</strong>ers van het<br />
LAQUAN-team (UGent-PAE, ULg-URAP)<br />
bestuderen de geschiedenis van het<br />
klimaat aan de hand van sedimenten van<br />
microfossielen.<br />
2.2.2 De afgelopen 1.000 jaar<br />
De omvang van de huidige klimaatveranderingen<br />
wordt pas echt duidelijk door een<br />
temperatuurreconstructie in het noordelijk<br />
halfrond tijdens het laatste millennium (zie<br />
figuur hieronder).<br />
Afwijkingen van de temperatuur (°C) ten opzichte van<br />
het gemiddelde tussen 1961 en <strong>1990</strong><br />
Gegevens verkregen met thermometers (zwart) en waarnemingen<br />
op basis van boomringen, koralen, ijskernen, alsmede van<br />
historische bronnen (donker grijs)<br />
Reconstructie van de temperatuur in het noordelijk<br />
halfrond tussen 1000 en 1999. (IPCC-TAR - Climate<br />
Change 2001: The Scientific Basis).<br />
Uit schattingen van de gemiddelde<br />
oppervlaktemperatuur in het noordelijk halfrond<br />
blijkt dat het in het begin van het tweede millennium<br />
relatief warm was, terwijl het op het einde van de<br />
dertiende eeuw geleidelijk afkoelde. Die koude<br />
periode, ook wel ‘kleine ijstijd’ genaamd, eindigde<br />
in de 19e eeuw en werd gevolgd door een zeer<br />
sterke temperatuurstijging in de 20e eeuw. Op<br />
wereldschaal is die laatste temperatuurstijging<br />
waarschijnlijk de snelste en de belangrijkste van<br />
het afgelopen millennium.<br />
2.2.3 Zeeniveau<br />
In een tijdschaal van 10.000 tot 100.000 jaar<br />
is ook het zeeniveau op en neer gegaan, met<br />
Jaar