Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Koolstofdioxide is het gas dat het meest bijdraagt<br />
tot de stijging van het broeikaseffect. Daar<br />
broeikasgassen een lange levensduur hebben en<br />
zich in de diverse luchtlagen vermengen, hebben<br />
ze een wereldwijde invloed.<br />
Aërosolen in de lagere luchtlagen (de<br />
troposfeer) daarentegen hebben vaak een meer<br />
lokale invloed op het klimaat. De invloed van een<br />
aërosol op de stralingsbalans is afhankelijk van zijn<br />
afmeting en samenstelling. Het netto-effect van<br />
die troposferische aërosolen op de stralingsbalans<br />
is negatief, omdat ze invallende zonnestralen<br />
reflecteren en absorberen. Aërosolen hebben<br />
ook een indirect negatief effect omdat ze de<br />
wolkenvorming beïnvloeden, maar dat blijft nog heel<br />
moeilijk in te schatten. Positief is dat zij de door de<br />
aarde in de ruimte teruggestuurde warmtestralen<br />
absorberen. Toch kan worden bevestigd dat het<br />
netto-effect van aërosolen op de stralingsbalans<br />
negatief is. Weliswaar compenseert dat negatief<br />
effect slechts gedeeltelijk het positief effect ten<br />
gevolge van de toename van de broeikasgassen<br />
(zie figuur hieronder).<br />
Gemiddelde stralingsforcering van het klimaatsysteem<br />
in 2000 ten opzichte van 1750<br />
Huidige schattingen van de bijdrage aan de<br />
stralingsbalans als gevolg van de toegenomen<br />
concentratie van atmosferische componenten en andere<br />
mechanismen. Bepaalde aërosolen (sulfaten, aërosolen<br />
uit biomassaverbranding) leiden tot afkoeling, anderen<br />
(roet) tot opwarming. Over de indirecte bijdrage van<br />
aërosolen heerst nog de grootste onzekerheid. (IPCC-<br />
TAR – Climate Change 2001: The Scientific Basis).<br />
Klimaatveranderingen<br />
2.4.2 Modellen<br />
Hoe kan nu worden vastgesteld of menselijke<br />
activiteiten de hoofdoorzaak van de huidige<br />
klimaatveranderingen zijn en of daar geen<br />
samenloop van natuurlijke veranderingen aan<br />
ten grondslag ligt?<br />
Om die vraag te beantwoorden, bouwen<br />
wetenschappers modellen waarin rekening<br />
wordt gehouden met zoveel mogelijk factoren<br />
die een invloed op het klimaat kunnen<br />
hebben. Aan de hand van de brongegevens<br />
(zonneschijn, stand van de aarde en de zon,<br />
vulkaanuitbarstingen, menselijke activiteiten, ...)<br />
wordt met die modellen getracht het klimaat van<br />
nu, gisteren of morgen te reconstrueren. Met<br />
die reconstructies van het klimaat nu en gisteren<br />
kunnen de modellen worden gevalideerd. Zo<br />
verkleint de heersende onzekerheid over hun<br />
predictieve waarde.<br />
Onderzoekers van UCL-ASTR heb-<br />
ben in het kader van de <strong>Belgisch</strong>e<br />
<strong>onderzoek</strong>snetwerken CLIMOD en<br />
MILMO diverse klimaatsysteemmodellen<br />
ontwikkeld. Door ze te gebruiken, is men<br />
tot een beter inzicht gekomen in een reeks<br />
belangrijke mechanismen die het klimaat<br />
sturen en werd een aantal onzekerheden<br />
weggewerkt over de klimaatontwikkeling.<br />
Volgende thema’s zijn aan bod gekomen:<br />
ü Het reconstrueren van de krachtige<br />
katabatische winden langs de polaire<br />
ijshellingen op Antarctica met behulp<br />
van atmosferische modellen.<br />
ü Het identificeren van de processen die<br />
de variabiliteit regelen van het oppervlak<br />
en het volume van het zeeijs in beide<br />
halfronden. Dankzij die modellen krijgt<br />
men een beter inzicht in de natuurlijke<br />
variabiliteit van het systeem en in de<br />
reactie van het zeeijs op de opwarming<br />
in de laatste 50 jaar.<br />
2<br />
43