22.08.2013 Views

Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...

Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...

Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bovendien zou het verlies aan biodiversiteit<br />

ook indirecte effecten hebben op de mannier<br />

waarop ecosystemen op andere <strong>global</strong>e<br />

(klimatologische) veranderingen reageren. Zo<br />

kon in simulatie-experimenten van natuurlijke<br />

hittegolven worden aangetoond dat de stabiliteit<br />

van de ecosysteemfunctie afhankelijk van de<br />

aanwezige soortendiversiteit is. Volgens<br />

voorspellingen door ‘General Circulation<br />

Models’ (Algemene Circulatiemodellen)<br />

(GCMs) zullen er zich in de toekomst meer<br />

van deze hittegolven, alsook andere extreme<br />

weergebeurtenissen, zoals overstromingen,<br />

tropische stormen, etc., manifesteren (zie<br />

Hoofdstuk 2).<br />

Onderzoekers van UA-PLECO en<br />

UGent-PP gebruikten artificiële<br />

modelecosystemen (graslandculturen)<br />

om het effect van soortenrijkdom op de<br />

overleving na extreme temperaturen te<br />

testen. Klimaatsmodellen voorspellen een<br />

toename van dergelijke klimatologische<br />

extremen. De experimenten tonen<br />

verrassend genoeg aan dat minder diverse<br />

systemen niet noodzakelijk minder tegen<br />

extreme gebeurtenissen zijn opgewassen.<br />

Dit impliceert wel dat maatregelen die<br />

klimaatsverandering afremmen vooral<br />

diverse systemen zullen beschermen,<br />

door precies daar het biodiversiteitverlies<br />

in te perken.<br />

Andere experimenten die de effecten van<br />

diversiteit in een vegetatiegemeenschap<br />

onderzochten, ondersteunen de<br />

hypothese van de ‘complementariteit<br />

van hulpbronnen’. Volgens deze,<br />

algemeen aanvaarde, hypothese zouden<br />

interspecifieke verschillen en voorkeuren<br />

van soorten tot een efficiëntere exploitatie<br />

van de verschillende hulpbronnen binnen<br />

een ecosysteem leiden. Door het grote<br />

aantal soorten wordt voorkomen dat<br />

Global <strong>change</strong> in ecosystemen<br />

hulpbronnen uit het systeem verdwijnen.<br />

Een daling van de soortendiversiteit zal<br />

dus in een verarming van het gehele<br />

ecosysteem uitmonden.<br />

4.1.2 Effecten van beheer op diversiteit<br />

In België vormen graslanden kwantitatief de<br />

belangrijkste (beheerde) ecosystemen: ze<br />

bedekken 50% van de landbouw- en 30% van<br />

de totale oppervlakte. Ter vergelijking: bossen<br />

en braakland bedekken slechts 12% van het<br />

<strong>Belgisch</strong>e grondgebied. Deze dominante<br />

positie van graslanden vloeit voort uit de<br />

economische voordelen die ze bieden. Toch<br />

zijn ze ook ecologisch waardevol. Als gevolg<br />

van hun permanent karakter vormen ze een<br />

habitat voor een groot aantal plantensoorten.<br />

Daarenboven vereist hun beheer geen gebruik<br />

van bestrijdingsmiddelen. Enkel bemesting kan<br />

een ecologisch probleem vormen, maar dan<br />

enkel indien de toevoer van nutriënten te hoog<br />

is.<br />

Graslanden zijn dus dominant en<br />

permanent in het <strong>Belgisch</strong>e landschap aanwezig<br />

en vormen zodoende een belangrijke bron voor<br />

de vegetatieve diversiteit. Soortenrijkdom kan<br />

door een juist beheer worden behouden of<br />

gemaximaliseerd.<br />

Het effect van verschillende<br />

beheersmethoden voor grasland (3, 4, 5<br />

of 6 maaibeurten per jaar en 100, 250 of<br />

400 kg stikstof –N– per ha per jaar) op de<br />

diversiteit werd experimenteel onderzocht.<br />

Uit deze studie kon worden geconcludeerd<br />

dat een hoge maaifrequentie (6<br />

maaibeurten per jaar) in combinatie<br />

met een lage stikstofbemesting (100 kg<br />

N per ha per jaar) tot de meest diverse<br />

soortenrijkdom in graslanden leidt. Door<br />

de lage nutriëntentoevoer en een continue<br />

afvoer van nutriënten via maaibeurten<br />

kunnen zowel competitiekrachtige als<br />

4<br />

69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!