Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
82<br />
Nutriënten in de bodem zitten voor<br />
98% in humus (afgebroken organisch<br />
materiaal) en klei vastgelegd. Ze kunnen<br />
niet rechtstreeks door planten worden<br />
opgenomen en zijn dus niet beschikbaar.<br />
Door afbraak- en verweringsprocessen<br />
wordt een zeer klein deel (0,2%) van<br />
deze nutriënten toch in het bodemwater<br />
opgelost, waardoor ze wel beschikbaar<br />
worden.<br />
Deze opgeloste en beschikbare nutriënten<br />
zijn grotendeels aan bodemdeeltjes<br />
geadsorbeerd: kleine negatief geladen<br />
deeltjes (0,1 tot 10 µm), zoals klei en<br />
humus. In kleideeltjes is het basis kation<br />
(d.w.z. positief geladen ion) silicium (Si 4+ )<br />
vaak door de minderwaardige kationen<br />
aluminium (Al 3+ ) of calcium (Ca 2+ )<br />
vervangen, waardoor deze kleideeltjes<br />
netto één of meerdere negatieve<br />
er de initiële condities (omgevingskenmerken<br />
en historiek), op de tweede plaats worden<br />
alle drijfveren gegroepeerd (directe oorzaken<br />
en onderliggende drijfveren), en op de derde<br />
plaats komen alle feedbackmechanismen. Een<br />
samenvattend voorbeeld voor de aanpak en<br />
analyse van de factoren die de verandering van<br />
ecosystemen beïnvloeden, wordt in de volgende<br />
figuur gegeven.<br />
4.5.2 De sleutelfactor<br />
Uit <strong>onderzoek</strong> blijkt dat er meestal geen<br />
enkelvoudige sleutelfactor bestaat die de<br />
veranderingen in landgebruik als drijfveer binnen<br />
ecosystemen determineert. Het is eerder een<br />
combinatie van verschillende factoren die<br />
variabel in tijd en ruimte zijn en die sterk van<br />
antropogene condities afhangen. Sommige<br />
tegengestelde synergetische reacties kunnen<br />
tot een neutralisatie van hun effect leiden,<br />
wat maakt dat er helemaal geen verandering<br />
Kader 13: Zuurtegraad (pH) en oplosbaarheid<br />
ladingen zullen dragen. Humus wordt<br />
uit aminozuren opgebouwd, die bij een<br />
neutrale zuurtegraad (pH) onder de vorm<br />
van een ‘zwitterion’ voorkomen (binnen<br />
het molecuul is een negatieve en positieve<br />
lading aanwezig waardoor het deeltje in<br />
<strong>global</strong>iteit neutraal is). Door hun negatieve<br />
lading kunnen zowel klei- als humusdeeltjes<br />
kationen binden en zo verhinderen dat deze<br />
uitlogen. Bij verzuring van de bodem (door<br />
natuurlijke omstandigheden of menselijk<br />
handelen) zullen deze negatief geladen<br />
plaatsen door waterstofionen (H + ), die<br />
dan in hoge concentraties aanwezig zijn,<br />
worden ingenomen. Hierdoor verdringen<br />
ze de andere aanwezige kationen die<br />
met het grondwater wegspoelen. Omdat<br />
kationische nutriënten gradueel verdwijnen,<br />
leidt dit proces tot een verarming van de<br />
bodem.<br />
wordt ingezet. Het kan echter ook gebeuren<br />
dat de interactie van verschillende factoren<br />
werkt als een autokatalytisch proces dat,<br />
wanneer het wordt gestart, ongenaakbaar<br />
doorgaat. Of de verandering binnen een<br />
ecosysteem de richting van degradatie dan wel<br />
restauratie uitgaat, is bovendien afhankelijk van<br />
feedbackmechanismen die erbij zijn betrokken.<br />
Een uitkomst voorspellen is dan ook enkel<br />
mogelijk indien zoveel mogelijk factoren zijn<br />
gekend en in rekening worden gebracht.<br />
In een analyse van 300 locaties in zowel<br />
tropische als gematigde ecosystemen<br />
zochten <strong>onderzoek</strong>ers van UCL-GEOG<br />
naar de proportie van systemen waarin<br />
de veranderingen die erin optraden, door<br />
één enkele factor waren te verklaren: een<br />
zogenaamde ‘sleutelfactor’. In slechts 10%<br />
van de gevallen was het mogelijk deze<br />
aan te duiden. De proportie van de louter