Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
70<br />
minder competitieve soorten voorkomen.<br />
Het totaal aantal soorten in <strong>Belgisch</strong>e<br />
graslandecosystemen kan bijgevolg<br />
toenemen indien van een intensief naar<br />
een extensief (wat nutriënteninput betreft)<br />
exploitatiebeleid wordt overgestapt.<br />
4.1.3 De ondergang van een soort voorspellen<br />
en voorkomen<br />
Onder de term ‘Global Change’ vallen niet alleen<br />
alle mondiale fysische en biologische natuurlijke<br />
veranderingen, maar ook deze die door de mens<br />
zijn geïnduceerd. Natuurlijke veranderingen<br />
verlopen meestal geleidelijk en vrij constant in de<br />
tijd. Bovendien zijn ze nauwelijks beïnvloedbaar.<br />
Antropogeen geïnduceerde veranderingen<br />
verlopen meestal zeer snel en op lokale<br />
schaal. Door hun algemeen voorkomen over<br />
de gehele aarde kunnen ze echter een mondiaal<br />
karakter krijgen. Deze antropogene impact op<br />
biologische systemen valt, in tegenstelling tot<br />
natuurlijke veranderingen, wel te reduceren<br />
(zeker op lokale schaal).<br />
De ontwikkeling van analytische modellen,<br />
die de ecosysteem- of populatiefunctie<br />
simuleren, laat toe om deze antropogene<br />
impact in rekening te brengen en zo op<br />
voorhand de effecten ervan op lange termijn te<br />
voorspellen.<br />
Habitatfragmentatie is een voorbeeld van<br />
een zeer lokale antropogene component van<br />
<strong>global</strong> <strong>change</strong>. De vernietiging en versnippering<br />
van resthabitats zijn ingrijpende processen met<br />
verstrekkende gevolgen voor populaties en<br />
soorten. De effecten van deze antropogene<br />
component vallen modelmatig te voorspellen<br />
en ontwikkelingen kunnen lokaal gemakkelijk<br />
worden bijgesteld.<br />
Aan UCL-ECOL werd in dit kader de<br />
‘Populatie Leefbaarheids Analyse’<br />
ontwikkeld. Deze is in staat om de<br />
reacties van moerasparelmoervlinder<br />
populaties op verschillende scenario’s<br />
te voorspellen. Deze vlinder komt<br />
voornamelijk in (veen)moerassen voor,<br />
zoals in de vallei van de Lienne (Lierneux,<br />
België). Het was de bedoeling om in dit<br />
gebied als beheersmaatregel runderen te<br />
introduceren. Op basis van voorspellingen,<br />
door de ‘Populatie Leefbaarheids Analyse’<br />
gemaakt, werd de introductie tot bepaalde<br />
gebieden beperkt. Zo werd voorkomen<br />
dat heel de duizendknoopvegetatie zou<br />
worden verorberd. Want aangezien<br />
de duizendknoop een elementaire<br />
schakel in de levenscyclus van de<br />
moerasparelmoervlinder vormt, zou het<br />
verdwijnen ervan desastreuze gevolgen<br />
voor de vlinderpopulatie hebben (zie<br />
figuur hiernaast).<br />
Modellen en analyses als de ‘Populatie<br />
Leefbaarheids Analyse’ geven <strong>onderzoek</strong>ers en<br />
beheerders de kans om te reageren voor het<br />
te laat is. Een volgende stap in het proces is de<br />
ontwikkeling van modellen die aan verschillende<br />
landschapsvormen, regio’s en soortenreeksen<br />
zijn aangepast. Zo worden de beheerders<br />
voorzien van een instrument dat ze toelaat om<br />
de effecten van verschillende beheersvormen te<br />
evalueren alvorens ze worden toegepast.<br />
4.2 Ecosystemen en de toename aan<br />
broeikasgassen<br />
4.2.1 Koolstofputten op het <strong>Belgisch</strong>e<br />
vasteland<br />
Koolstofuitwisselingen tussen de atmosfeer,<br />
terrestrische systemen en de bodem worden<br />
door de fotosynthese en respiratie van de<br />
vegetatie op het land en de respiratie van<br />
bodembewonende organismen gecontroleerd.<br />
Toch zijn niet alle koolstofmoleculen in deze<br />
circulatie betrokken: een deel wordt onder meer<br />
in terrestrische ecosystemen opgeslagen. De