22.08.2013 Views

Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...

Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...

Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

74<br />

Opnamesnelheid methaan (µg CH 4 m -2 h -1 )<br />

Bos<br />

de opnamecapaciteit voor CH 4 vermindert<br />

en de productie van N 2 O vermeerdert door<br />

de conversie van een natuurlijke bodem<br />

naar een landbouwgrond (zie figuur<br />

hieronder).<br />

Landbouwgrond (+, 200)<br />

Landbouwgrond (-, 0)<br />

dagen<br />

Natuurlijk grasland<br />

Landbouwgrond (-, 200)<br />

Er werden emissiefactoren (EF) voor<br />

stikstofdioxide (N 2 O) en stikstofoxide (NO)<br />

ontwikkeld die op de <strong>Belgisch</strong>e landbouw<br />

toepasbaar zijn. De resultaten van deze<br />

studies wezen op (i) de grote onzekerheid<br />

die bestaat i.v.m. de emissie van N 2 O en (ii)<br />

het feit dat de EF voor N 2 O voor intensieve<br />

landbouwsystemen groter is dan deze<br />

die in de richtlijnen voor inventarisatie<br />

van emissies van broeikasgassen van<br />

het ‘Intergovernmental Panel on Climate<br />

Change’ (IPCC, Intergouvernementeel<br />

Panel over Klimaatsverandering) in 1996<br />

werden opgenomen.<br />

Begraasd weiland<br />

Landbouwgrond (+, 0)<br />

Het effect van landgebruik op de opnamecapaciteit van<br />

methaan (CH 4 ) door terrestrische ecosystemen. Het ‘+’<br />

teken staat voor een bijkomstige bemesting met 175 kg<br />

ammoniumnitraat (NH 4 NO 3 ) per ha en ‘200’ voor een<br />

bemesting met 200 kg stikstof (N) per ha onder de vorm<br />

van drijfmest. (P. Boeckx, UGent-ISOFYS).<br />

4.2.3 Jaarlijkse veranderingen<br />

De koolstofvastlegging in de natuur vertoont<br />

jaarlijkse fluctuaties, en dit zowel op <strong>global</strong>e<br />

als lokale schaal. Deze variaties in de opname<br />

van koolstof zijn aan het weerspatroon toe te<br />

schrijven. Sommige van die weerspatronen<br />

gelden echter ook op <strong>global</strong>e schaal, zoals de ’El<br />

Niño’-effecten (zie Hoofdstuk 2). Het is uitermate<br />

belangrijk om deze variaties te begrijpen,<br />

aangezien de bijdrage van een ecosysteem<br />

met betrekking tot de koolstofvastlegging<br />

over langere perioden moet worden bepaald<br />

(minstens 10 jaar). Bovendien vormen ze door<br />

hun klein tijdsinterval een unieke kans om de<br />

voorspellingen van modellen aan de reële<br />

respons van ecosystemen te toetsen.<br />

De variaties in de netto stroom van<br />

koolstofdioxide (CO 2 ) van de atmosfeer<br />

naar de biosfeer kan op twee manieren<br />

worden berekend: door directe<br />

metingen van de hoeveelheid CO 2 in<br />

de atmosfeer op verschillende punten<br />

of van biosferische modellen gebruik<br />

te maken. Dergelijke metingen werden<br />

door ULg-LPAP uitgevoerd en in een<br />

vergelijkend <strong>onderzoek</strong> met het CARAIB-<br />

model (‘Carbon Assimilation In the<br />

Biosphere’) gebruikt. Deze vergelijking<br />

over de periode van 1980 tot 1993,<br />

weergegeven in de volgende figuur, leert<br />

dat de opname van CO 2 door terrestrische<br />

ecosystemen tijdens El Niño-periodes<br />

wordt gereduceerd.<br />

4.2.4 Uitstoot van koolstof en opname in<br />

bossen<br />

De belangrijkste antropogene bron van<br />

atmosferisch koolstof is de verbranding van<br />

fossiele brandstoffen. Ook de productie van<br />

cement levert een, niet te verwaarlozen,<br />

bijdrage aan de actuele CO 2 -emissie. Ondanks<br />

de toenemende bewustwording van de<br />

broeikasproblematiek neemt deze uitstoot van<br />

CO 2 nog steeds toe. Zo werd voor het ‘Special<br />

Report on Radiative Forcing’ (IPCC, 1995b) een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!