Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Belgisch global change onderzoek 1990-2002 - Federaal ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Global <strong>change</strong> in ecosystemen<br />
Koolstofvoorraden en –stromen van <strong>Belgisch</strong>e terrestrische ecosystemen en bodems. (F. Veroustraete,<br />
VITO-TAP en B. Van Wesemael, UCL-GEOG).<br />
Voorraden Per eenheid land (ton C/ha) Totalen voor België (kton C)<br />
Bos biomassa 94.4 53,800<br />
Bodem<br />
(van nationale bodemkartering 1950-1970)<br />
Humuslaag in bossen 61.5 35,000<br />
Bodem (0-30 cm) 58 (10-190) 144,000<br />
Bodem (0-100 cm) 98 (18-986) 241,000<br />
Stromen Per eenheid land (ton C/ha/yr) Totalen voor België (kton C/yr)<br />
Totale vegetatie NEP 4.8 14,600<br />
Bos biomassa toenamen (NEP) 5.0 2,800<br />
Houtkap 2.1 1,200<br />
Bodem als gevolg van beheer ? 500-800<br />
informatie over koolstof in de bodem is<br />
afkomstig van 13.000 beschrijvingen van<br />
bodemprofielen, opgemaakt tussen 1950<br />
en 1970. Tevens werd van de gegevens<br />
van de BELSPO-projecten ‘Carbon<br />
Sequestration in Terrestrial Ecosystems’<br />
CASTEC en ‘Modelling Ecosystem<br />
Trace Gas Emissions’ METAGE gebruik<br />
gemaakt.<br />
De resultaten zijn in overeenstemming<br />
met de bevindingen van de meeste<br />
Europese bossen. De hoeveelheid<br />
(circulerende) koolstof per oppervlak<br />
ligt in België weliswaar hoger dan<br />
het Europese gemiddelde. Dit is een<br />
gevolg van de gunstige temperatuur- en<br />
neerslagcondities in ons land.<br />
Aangezien in ons land de totale hoeveelheid<br />
koolstof in de bodem (276.000 kton C) in<br />
grote mate deze van de bosbiomassa<br />
(53.800 kton C) overschrijdt, is het duidelijk<br />
dat veranderingen in de bodem ingrijpende<br />
gevolgen op de nationale balans van<br />
broeikasgassen kunnen hebben. Daarom<br />
is verder <strong>onderzoek</strong> vereist om mogelijke<br />
veranderingen in deze koolstofput (als<br />
gevolg van wijzigingen in landgebruik,<br />
landbeheer en klimaat) te kwantificeren.<br />
4.2.2 Andere gassen met impact op klimaat en<br />
ozon<br />
Verscheidene bio- en geochemische reacties<br />
die in terrestrische ecosystemen plaatsvinden,<br />
dragen bij tot de vorming of opname uit de<br />
atmosfeer van gassen als methaan (CH 4 ),<br />
stikstofdioxide (N 2 O) en andere stikstofoxiden<br />
(NO x ). Sommige zijn broeikasgassen (zie<br />
Hoofdstuk 2), terwijl andere een invloed op<br />
de concentratie van ozon in de atmosfeer<br />
hebben (zie Hoofdstuk 1). Daarom is het<br />
belangrijk om de uitwisseling van deze<br />
gassen tussen de terrestrische systemen<br />
en de atmosfeer grondig te bestuderen. Zo<br />
kunnen aërobe bodems tot 29.000 kton CH 4<br />
per jaar opnemen. Ze vormen daarmee de<br />
belangrijkste afvoer van methaan naar de<br />
terrestrische koolstofput. Landbouwbodems<br />
zijn daarentegen met 60% van de <strong>global</strong>e NO 2 -<br />
emissie de belangrijkste bron van NO 2 voor<br />
de atmosfeer.<br />
Uit <strong>onderzoek</strong> van onder meer UGent-<br />
ISOFYS blijkt dat de opname- en<br />
productiefunctie met betrekking tot CH 4 en<br />
N 2 0 van een aërobe bodem sterk van het<br />
klimaat en het bodembeheer afhankelijk is.<br />
Toch kan er algemeen worden gesteld dat<br />
4<br />
73