Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Justitiële verkenningen, jrg. 26, nr. 8, 2000 102<br />
weld van de Bevrijdingsoorlog (1919-1923), die eindigde met de vestiging<br />
van de Republiek Turkije zoals we die nu kennen. Onder het presidentschap<br />
van de voormalige leider van de bevrijdingsbeweging, Mustafa<br />
Kemal Atatürk, werd een grondige moderniseringsbeweging gestart. Het<br />
nieuwe Turkije moest een moderne, seculiere natie-staat worden naar<br />
westers voorbeeld. Daarbij moest ook, en vooral, de vrouw gemoderniseerd<br />
worden. Dit betekende dat een gedeelte van de door de staat geïnitiëerde<br />
hervormingen speciaal gericht was op vrouwen. Zo mochten<br />
vrouwen die in dienst van de overheid werkten niet langer hun hoofd<br />
bedekken. Buitenshuis werden ze gedwongen een hoed in plaats van een<br />
hoofddoek te dragen. Ook werd het onderwijs voor vrouwen verder uitgebreid.<br />
Met name het aantal vakscholen voor vrouwen nam toe. Verder<br />
kregen vrouwen in de jaren dertig ook kiesrecht: in 1930 op lokaal en in<br />
1934 op nationaal niveau. Bij dit alles bleef echter ook voor Atatürk moederschap<br />
de meest belangrijke taak van vrouwen, zoals hij in zijn vele<br />
toespraken benadrukte.<br />
De interpretaties van de hervormingen in deze periode variëren sterk.<br />
Voor een grote groep vrouwen in Turkije was – en is – Atatürk de bevrijder<br />
van vrouwen (zie bijvoorbeeld Abadan-Unat, 1998). Andere auteurs<br />
karakteriseren de activiteiten in deze periode als ‘staatsfeminisme’, omdat<br />
er geen ruimte was voor privé-initiatieven, maar het geheel door<br />
compleet door de staat werd georkestreerd. Weer anderen, meestal behorend<br />
tot de jongere generatie onderzoekers, zijn aanzienlijk kritischer: zij<br />
zijn van mening dat er absoluut geen sprake was van feminisme. Volgens<br />
Zehra Arat, bijvoorbeeld, ‘hadden de kemalistische hervormingen niet<br />
de bevrijding van vrouwen of het ontwikkelen van een vrouwelijk bewustzijn<br />
of vrouwelijke identiteit tot doel. In plaats daarvan streefden ze<br />
ernaar de Turkse vrouwen uit te rusten met de kennis en de vaardigheden<br />
die hun bijdragen aan de republikeinse patriarchie zou verbeteren<br />
door ze betere echtgenotes en moeders te maken’ (Arat, 1994, p. 58).<br />
Aan het eind van de twintigste eeuw<br />
Arat behoort tot een generatie van jonge onderzoekers, voor wie feminisme<br />
niet het bourgeois feminisme van de vrouwen in het late Osmaanse<br />
Rijk is, maar voor wie feminisme een radicale verandering in de<br />
bestaande sexe-verhoudingen betekent. Het zogenaamde ‘radicale’ –of<br />
‘politieke’ of ‘individuele’ –feminisme domineerde de tweede golf feminisme<br />
die in het ‘westen’ in de jaren zestig van de twintigste eeuw opkwam<br />
en die in Turkije vanaf de jaren tachtig opgeld deed.<br />
In het begin van de jaren tachtig werd de ongelijke positie van mannen<br />
en vrouwen een punt van discussie voor vrouwen van divers politiek