You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Strafrechtelijk bedrijf en criminaliteit in Turkije 65<br />
minder. Elke zaal heeft een gedetineerden-hoofd die kogus agasi wordt<br />
genoemd. Meestal worden rijken of mensen die een geweldsdelict hebben<br />
gepleegd, hoofd van de zaal. De aga heeft een gedetineerde als loopjongen<br />
(ayakci). Deze rolverdeling is niet verwonderlijk want binnen de<br />
informele hiërarchie van gedetineerden wordt de hoogste rang in het<br />
algemeen ingenomen door geweldsgebruikers, de laagste rang door verkrachters<br />
en dieven.<br />
Criminaliteit in cijfers<br />
Er bestaan vele methoden om het criminaliteitsprofiel van een land in<br />
kaart te brengen: naast politiegegevens zijn er indexcijfers, self report studies,<br />
slachtofferenquêtes en daderenquêtes. Omdat Turkije geen gebruik<br />
maakt van deze laatste methoden, beperk ik me tot de cijfers van justitie.<br />
Sinds het einde van de jaren tachtig van de twintigste eeuw geeft het<br />
Turkse bureau voor de statistiek jaarlijks rapporten uit over criminaliteit,<br />
die gebaseerd zijn op hetgeen bekend is bij politie en justitie.<br />
In het voorwoord van deze statistieken lezen we herhaaldelijk dat Turkije<br />
sinds 1937 in het bezit is van jaarcijfers. De criminoloog Dönmezer<br />
daarentegen schrijft in zijn boek Krimonoloji (1984) dat men tot het midden<br />
van jaren tachtig geen cijfermatig beeld van de misdaad in Turkije<br />
had. De cijfers die Turkije vanaf de jaren vijftig naar Interpol stuurde, betreffen<br />
cijfers van de politie, en hebben alleen betrekking op criminaliteit<br />
in de steden (Dönmezer, 1984, p. 40). Opsporing van misdaad buiten de<br />
steden is immers geen taak van de politie maar – nog steeds – van de<br />
gendarmerie. Op basis van deze politiecijfers zou men kunnen concluderen<br />
dat Turkije in die periode een van de veiligste landen ter wereld was.<br />
Volgens de cijfers van het jaar 1964 bij voorbeeld, had Engeland een misdaadcijfer<br />
van 4799 per 100.000 inwoners. Dit cijfer was in Oostenrijk<br />
3364, in Denemarken 3193, in Duitsland 2998 en in Turkije 245 (Dönmezer,<br />
1984, p. 83).<br />
De Turkse politie publiceert nog altijd eigen cijfers. Deze cijfers zeggen<br />
echter niet zoveel over het criminaliteitsbeeld van Turkije. Want de politie<br />
pakt veel meer mensen op dan het strafrecht toestaat. In het Westen<br />
mag de politie iemand pas vasthouden, als de desbetreffende persoon<br />
ervan verdacht wordt te hebben gehandeld in strijd met het strafrecht. In<br />
Turkije is dat eigenlijk geen vereiste. Volgens artikel 17 lid 2 van de Wet<br />
op de rechten en plichten van de politie kan iemand worden gearresteerd<br />
wanneer de politie ‘twijfelt aan de echtheid van zijn identiteit’ of<br />
wanneer ‘iemand zich verdacht ophoudt’. Dat beleid zien we dagelijks in<br />
de media terug. Veel berichten beginnen bijvoorbeeld met: ‘De politie<br />
van Istanbul heeft gisteravond een operatie gehouden, waarbij 500 mensen<br />
die door de politie gezocht werden of zich verdacht ophielden, zijn<br />
aangehouden’.<br />
Als we deze operaties van de politie zouden meetellen en we zouden<br />
ook nog de personen meerekenen die ervan worden verdacht een gewa-