01.09.2013 Views

jv0008 Volledige tekst - WODC

jv0008 Volledige tekst - WODC

jv0008 Volledige tekst - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Justitiële verkenningen, jrg. 26, nr. 8, 2000 106<br />

lijk door een daartoe bevoegde ambtenaar gesloten. De tweede (of<br />

daarna volgende) huwelijken worden gesloten voor een Yumam, een religieuze<br />

functionaris. De echtgenote(s), en de kinderen voortkomend uit<br />

zo’n huwelijk, konden daaraan geen rechten ontlenen. In 1997 besloot de<br />

Hoge Raad echter dat ze wel rechten hadden, zij het beperkte 4 (Narlı,<br />

1997).<br />

Behalve het verbod op polygamie en gelijke rechten voor mannen en<br />

vrouwen op het aanvragen van een echtscheiding, waren er ook andere<br />

belangrijke veranderingen en vernieuwingen: de man werd officieel het<br />

hoofd van het gezin (art. 152), de vrouw kreeg de achternaam van de<br />

man bij het huwelijk (art. 153), de man kreeg het recht om de woonplaats<br />

van het gezin te kiezen (art. 21 en 152), de vrouw werd verplicht toestemming<br />

van haar man te verkrijgen om buitenshuis te werken (art. 159) en<br />

de man werd de officiële vertegenwoordiger van zijn gezin naar buiten<br />

toe (art. 154) (Oktay, 1997). Deze veranderingen lijken eerder een achteruitgang<br />

voor vrouwen dan een vooruitgang te hebben betekend. Volgens<br />

de Osmaanse wetgeving die gebaseerd was op de islamitische wetgeving,<br />

de Sharia, kon een vrouw, zelfs als ze getrouwd was ook hoofd van het<br />

gezin zijn. Dit blijkt uit de volkstellingen die vanaf het midden van de<br />

negentiende eeuw werden gehouden en waarin meerdere getrouwde<br />

vrouwen als gezinshoofd werden opgetekend (Duben en Behar, 1991).<br />

Verder had een vrouw recht op het beheer over haar eigen bezittingen,<br />

die zij als bruidsschat of via vererving had verworven. Het was niet ongewoon<br />

dat Osmaanse vrouwen hun kapitaal aanwendden om in zaken te<br />

gaan, te beleggen of als geldschieters te functioneren en zo hun bezittingen<br />

te vermeerderen. Hun echtgenoten konden daarover niets zeggen.<br />

Dit recht van de vrouwen werd met de artikelen 152 en 154 van het Burgerlijk<br />

Wetboek ondermijnd (Faroqhi, 1997).<br />

In de jaren tachtig van de twintigste eeuw rezen er binnen de nieuw<br />

opkomende vrouwenbeweging proteststemmen tegen het patriarchale<br />

karakter van het Burgerlijk Wetboek en het familierecht daarin. Sommige<br />

daarvan werden gehoord. In 1990 besloot de constitutionele rechtbank<br />

bijvoorbeeld dat het artikel dat vrouwen verplichtte toestemming van<br />

hun echtgenoot te verkrijgen om buitenshuis te kunnen werken opgeheven<br />

moest worden.<br />

Dit werd echter niet voldoende bevonden. De activiteiten om een<br />

grondige herziening van het Burgerlijk Wetboek tot stand te brengen<br />

werden gecontinueerd. Het voortouw in deze activiteiten werd genomen<br />

door het Centrum voor de Studie van Vrouwenproblemen van de Istanbul<br />

Universiteit (zie bijvoorbeeld Morogˇlu, 1997; Oktay, 1997). Met de<br />

steun van diverse vrouwenorganisaties werd een wetsvoorstel voorbereid<br />

waarin werd voorzien in de opheffing, wijziging dan wel toevoeging van<br />

artikelen in het in 1926 ingevoerde Burgerlijk Wetboek. Dit voorstel werd<br />

4 Met name in het oosten en zuiden van Turkije is het niet ongewoon dat ook eerste<br />

huwelijken alleen Yumam-huwelijken zijn (Narlı, 1997).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!