You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Turkije en zijn islam 17<br />
de alomtegenwoordigheid van afbeeldingen en leuzen van Atatürk. De<br />
stadsbewoners beschouwen het Kemalisme en de islam als twee ideologieën<br />
die elkaar niet hoeven te bijten: je kunt tegelijkertijd een goede<br />
moslim en een goede Turk zijn. Volgens de Tappers zijn deze twee ideologieën<br />
bovendien sterk met elkaar verweven, meer dan de mensen zich<br />
bewust zijn. Centrale sociale waarden, zoals medemenselijkheid, vrijgevigheid,<br />
gastvrijheid, dienst aan de gemeenschap, discipline, worden<br />
tegelijkertijd als nationale en als religieuze waarden ervaren. Diverse parallellen<br />
tussen nationale en religieuze uitingsvormen bevorderen de vervlechting<br />
tussen de twee: het gemeenschappelijke gebed heeft een vergelijkbare<br />
sociale functie als de rituelen rond de Turkse vlag; het respect<br />
voor zowel de profeet Mohammed heeft zijn parallel in de verering van<br />
Atatürk. Impliciet is hier volgens de antropologen sprake van één ideologie<br />
waarin ideeën over Turkije als nationale staat en over de islam elkaar<br />
versterken. Het feit dat Atatürk zich krachtig tegen de maatschappelijke<br />
rol van de islam heeft gekeerd, wordt door de inwoners van Egridir als<br />
volgt weggeredeneerd: hij was niet tegen de religie, maar zijn nieuwe republiek<br />
werd bedreigd door religieuze fanatici en extremisten. Uit deze<br />
studie blijkt voorts, dat dit complex van ideeën gemeengoed is onder de<br />
stadsbewoners en dat afwijking van deze norm als verraad aan de gemeenschap<br />
wordt uitgelegd. De aanhangers van islamitische bewegingen<br />
in de stad zorgen er dan ook voor niet teveel uit de toon te vallen en<br />
stellen zich zeer loyaal op.<br />
Deze harmonisering van islamitische en republikeinse waarden, die de<br />
Tappers halverwege de jaren tachtig in de stad Egridir aantroffen, vertoont<br />
veel overeenkomsten met het gedachtegoed dat het Directoraat<br />
voor Godsdienstzaken (Diyanet) verbreidt. Dit Directoraat is door<br />
Atatürk in het leven geroepen om het religieuze leven in de republiek te<br />
coördineren en te sturen. Uit het bestaan van een dergelijk instituut<br />
blijkt dat de Turkse versie van secularisme (laiklik) geen scheiding van<br />
godsdienst en staat inhoudt, maar een controle van de staat over de religie.<br />
Omdat het Directoraat een monopoliepositie heeft in het beheer van<br />
moskeeën en de aanstelling van het moskeepersoneel, is het moeilijk om<br />
in Turkije een onafhankelijke religieuze infrastructuur op te bouwen. Onafhankelijke<br />
islamitische organisaties worden niet alleen strafrechtelijk<br />
vervolgd zoals de bovengenoemde Fethullahcilar, maar ook<br />
administratiefrechtelijk aangepakt. Zo worden met enige regelmaat activiteiten<br />
die deze organisaties ontplooien, zoals korancursussen, onder<br />
de paraplu van Diyanet geplaatst. Als werkgever van alle imams heeft<br />
Diyanet veel invloed op het religieuze leven in Turkije. Het Directoraat<br />
kan de imams verplichten bepaalde in Ankara opgestelde preken voor te<br />
dragen. Het kan uit de pas lopende imams op het matje roepen en zonodig<br />
ontslaan.<br />
Daarnaast verzorgt Diyanet publicaties en televisie-uitzendingen om<br />
het Turkse volk voor te lichten over de islamitische godsdienst (Exter,<br />
1990). De invulling die Diyanet hieraan geeft vertoont, zoals gezegd,