06.09.2013 Views

Overgang van de milieuvergunning

Overgang van de milieuvergunning

Overgang van de milieuvergunning

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het nalevingsgedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvrager <strong>van</strong> een vergunning voor een inrichting voor<br />

<strong>de</strong> verwerking of bewerking <strong>van</strong> afvalstoffen kan naar het oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling<br />

een rol spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling of <strong>de</strong> aanvraag voldoet aan het<br />

doelmatigheidscriterium. Voor dit standpunt vindt <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling steun in <strong>de</strong><br />

omstandigheid dat in artikel 8.20 lid 2 Wm, zoals dat luid<strong>de</strong> ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> het nemen<br />

<strong>van</strong> het bestre<strong>de</strong>n besluit, is bepaald dat een vergunning die betrekking heeft op een<br />

afvalverwerkingsbedrijf slechts geldt voor <strong>de</strong>gene aan wie zij is verleend.” De<br />

Af<strong>de</strong>ling noemt <strong>de</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis waaruit blijkt dat een <strong>van</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor het<br />

opnemen <strong>van</strong> dit artikellid is geweest <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

persoon die een vergunning aanvraagt en dat het persoonsgebon<strong>de</strong>n karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vergunning die ingevolge artikel 8.20 lid 2 (oud) Wm werd verleend, samenhangt met<br />

<strong>de</strong> noodzaak te kunnen letten op <strong>de</strong> continuïteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming, die me<strong>de</strong> wordt<br />

bepaald door <strong>de</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitant. De Af<strong>de</strong>ling conclu<strong>de</strong>ert<br />

vervolgens “dat <strong>de</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemer, zoals die on<strong>de</strong>r meer blijkt<br />

uit het handhavingsverle<strong>de</strong>n, een rol kan spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

doelmatigheid.”<br />

De Af<strong>de</strong>ling motiveert haar standpunt door vrij uitvoerig te wijzen op <strong>de</strong> regeling <strong>van</strong> artikel<br />

8.20 lid 2 (oud) en <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen waarom dit artikellid <strong>de</strong>stijds is opgenomen in <strong>de</strong> Wm. Zij<br />

wijst er ook op dat dit artikellid nog gold ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> het nemen <strong>van</strong> het bestre<strong>de</strong>n besluit.<br />

Op 1 januari 1998 71 is het komen te vervallen en se<strong>de</strong>rtdien zijn <strong>de</strong> voor<br />

afvalstoffeninrichtingen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vergunningen (ook <strong>de</strong> vóór 1 januari 1998 verleen<strong>de</strong>)<br />

zaaksgebon<strong>de</strong>n en dus voor overgang vatbaar. Een belangrijke vraag is of ook on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

huidige regeling het nalevingsverle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een aanvrager een rol kan spelen bij <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunningaanvraag. Naar onze mening kan dat. De re<strong>de</strong>nering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Af<strong>de</strong>ling is dat uit <strong>de</strong> toelichting op artikel 8.20 lid 2 (oud) kan wor<strong>de</strong>n afgeleid dat <strong>de</strong><br />

wetgever er<strong>van</strong> uitgaat dat in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelmatigheidstoetsing <strong>de</strong> betrouwbaarheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunningaanvrager een rol speelt en dat dit ook geldt los <strong>van</strong> het persoonsgebon<strong>de</strong>n<br />

karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vergunning. Een an<strong>de</strong>re conclusie is op grond <strong>van</strong> het<br />

wettelijk stelsel naar onze mening niet mogelijk. Immers, een vergunningaanvraag dient te<br />

wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> (on<strong>de</strong>r meer) <strong>de</strong> algemene weigeringsgrond<br />

‘bescherming <strong>van</strong> het milieu’ <strong>van</strong> artikel 8.10 Wm, waarbij als sprake is <strong>van</strong> een inrichting<br />

voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> afvalstoffen, ingevolge artikel 1.1 lid 2 jo. lid 1 <strong>de</strong> doelmatigheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring moet wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld door on<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re te letten op <strong>de</strong> continuïteit<br />

er<strong>van</strong>. Voor zover <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling dan ook zou suggereren dat het voor haar oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> belang<br />

is geweest dat artikel 8.20 lid 2 (oud) nog gold ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> het bestre<strong>de</strong>n besluit, is dat ten<br />

onrechte. 72<br />

4.3.2 Bevindingen<br />

Bij <strong>de</strong> beslissing om al dan niet een vergunning voor een afvalstoffeninrichting te verlenen,<br />

kan een persoonsgebon<strong>de</strong>n element, namelijk <strong>de</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitant, een rol<br />

spelen. Uit <strong>de</strong> besproken uitspraak volgt immers dat <strong>de</strong>ze betrouwbaarheid, die on<strong>de</strong>r meer<br />

blijkt uit het nalevingsgedrag, een aspect is dat via <strong>de</strong> doelmatigheidstoetsing tot het belang<br />

<strong>van</strong> ‘<strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> het milieu’ mag wor<strong>de</strong>n gerekend.<br />

71 Stb. 1997, 533.<br />

72 Zie aldus ook R. Uylenburg en G.T.J.M. Jurgens in hun annotaties bij <strong>de</strong>ze uitspraak. Zie ook o.a. Ch.<br />

Backes, Th. G. Drupsteen, P.C. Gilhuis, N.S.J. Koeman, Milieurecht, Deventer 2001, p. 170.<br />

39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!