16.09.2013 Views

Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool

Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool

Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2 Voor- en vroegschoolse educatie en kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g<br />

2.1 Beleid<br />

Het afgel<strong>op</strong>en decennium is veel geïnvesteerd in de voor- en vroegschoolse periode. Geprobeerd wordt om<br />

zoveel mogelijk kinderen uit achterstandsgroepen al in de peuterleeftijd aan voorschoolse voorzieningen te<br />

laten deelnemen. Het liefst aan voorzieningen die specifieke stimuleringsprogramma’s gebruiken (VVE-<br />

programma’s) en deze programma’s vervolgens voort te zetten in de kleutergroepen <strong>van</strong> de basisschool<br />

(vroegschoolse periode). De verwachting is dat kinderen die deze programma’s aangeboden krijgen<br />

daardoor met minder achterstand beginnen aan groep 3 <strong>van</strong> de basisschool en vervolgens met meer succes<br />

<strong>het</strong> onderwijs kunnen doorl<strong>op</strong>en. Maar leveren deze inspanningen ook <strong>op</strong> wat er<strong>van</strong> wordt verwacht?<br />

Internationaal is er veel onderzoek gedaan naar de effecten <strong>van</strong> voorschoolse voorzieningen en educatie <strong>op</strong><br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> jonge kinderen. De positieve resultaten <strong>van</strong> specifieke programma’s uit met name<br />

Amerikaanse studies vormden een belangrijke impuls voor <strong>het</strong> in 2000 in Nederland in gang gezette VVE-<br />

beleid. Hierbij ging <strong>het</strong> vooral om de samenwerking tussen peuterspeelzalen en basisonderwijs en <strong>op</strong> de<br />

VVE-programma’s in strikte zin.<br />

De laatste jaren is er ook aandacht voor <strong>het</strong> systeem <strong>van</strong> voorzieningen voor jonge kinderen, oftewel de<br />

ontwikkelingen en maatregelen die betrekking hebben <strong>op</strong> de harmonisatie <strong>van</strong> kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g en<br />

peuterspeelzalen. Het kabinet Balkenende IV legde in <strong>het</strong> coalitieakkoord vast dat ‘de regelgeving ten<br />

aanzien <strong>van</strong> kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g, peuterspeelzalen en voorschoolse educatie, waaronder de financiële<br />

tegemoetkoming aan ouders, wordt geharmoniseerd’. Doelen <strong>van</strong> dit beleid waren <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong><br />

segregatie, verhoging <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> voorzieningen en verbetering <strong>van</strong> de aansluiting <strong>op</strong> <strong>het</strong> eerste<br />

jaar <strong>van</strong> de basisschool. De hoofdlijnen <strong>van</strong> dit beleid zijn uiteengezet in de beleidsbrief ‘Samen spelen,<br />

samen leren’ (oktober 2007). In een volgende beleidsbrief (mei 2008) werden de maatregelen om de<br />

harmonisatie te bereiken verder uitgewerkt: een landelijk kwaliteitskader peuterspeelzalen waarin de<br />

minimumkwaliteit <strong>van</strong> peuterspeelzalen wettelijk is vastgelegd, aandacht voor <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau <strong>van</strong> de<br />

leidsters en vergroten <strong>van</strong> de toegankelijkheid <strong>van</strong> peuterspeelzalen en voorzieningen voor kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g<br />

(via een tegemoetkoming in de kosten voor de ouders <strong>van</strong> doelgroepkinderen).<br />

Bij de uitvoering <strong>van</strong> dit beleid hebben de gemeenten een regisserende rol, door middel <strong>van</strong> de Lokale<br />

Educatieve Agenda (LEA) en via <strong>het</strong> GGD-toezicht, <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> afspraken tussen rijk en gemeenten.<br />

De juist beschreven maatregelen betreffende voor- en vroegschoolse educatie kregen een wettelijke basis in<br />

de in 2012 in werking getreden OKE-wet (zie 1.2) waarin wordt aangestuurd <strong>op</strong> meer en betere voorschoolse<br />

educatie in de kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g en peuterspeelzalen. De ambitie <strong>van</strong> de wet is dat de gemeente alle kinderen<br />

die dat nodig hebben voorschoolse educatie aanbiedt, dus <strong>het</strong> realiseren <strong>van</strong> een dekkend aanbod voor alle<br />

kinderen uit de doelgroep. De gemeente moet hierbij zorgen voor voldoende kwalitatief goede<br />

voorzieningen in aantal en spreiding en heeft een inspanningsverplichting om alle doelgroepkinderen te<br />

laten deelnemen aan de voorschool. De wet versterkt de regierol <strong>van</strong> de gemeente in <strong>het</strong><br />

onderwijsachterstandenbeleid door de verplichting om met de schoolbesturen afspraken te maken over de<br />

doorl<strong>op</strong>ende leerlijn naar de vroegschool 6 .<br />

6 Aanvullende kwaliteitseisen zijn vastgelegd in <strong>het</strong> Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De voorwaarden om in<br />

aanmerking te komen voor rijksmiddelen zijn <strong>op</strong>genomen in <strong>het</strong> Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk<br />

onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014.<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!