Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool
Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool
Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>op</strong>vallend gedrag in de BSO: samen of apart?”. En in <strong>het</strong> voorjaar <strong>van</strong> 2012 zal <strong>het</strong> Pedagogisch kader<br />
kindercentra en diversiteit (Singer en Van Keulen) verschijnen dat pedagogisch medewerkers en<br />
management handvatten zou moeten bieden voor <strong>het</strong> omgaan met verschillen.<br />
Ten tweede roept de ontwikkeling <strong>van</strong> verschillende profielen de vraag <strong>op</strong> naar de educatieve rol <strong>van</strong> de<br />
buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g in de toekomst. Een onderwerp dat ook centraal stond tijdens één <strong>van</strong> de<br />
Expertmeetings <strong>van</strong> ECO3 in 2011.<br />
3.5 <strong>Onderzoeksvragen</strong><br />
In deze paragraaf vatten we de stand <strong>van</strong> zaken graag samen in enkele onderzoeksvragen die nog<br />
<strong>op</strong>enliggen. Enkele andere interessante vragen zijn inmiddels al onderwerp <strong>van</strong> onderzoek, zoals<br />
bijvoorbeeld de vraag over gevolgen en effecten <strong>van</strong> veranderingen in de schooltijden voor scholen,<br />
kinderen en ouders die centraal staan in <strong>het</strong> ‘Experiment flexibele onderwijstijden’ dat momenteel wordt<br />
uitgevoerd door Regi<strong>op</strong>lan in samenwerking met VOS/ABB. Ook is er l<strong>op</strong>end onderzoek naar de effecten<br />
<strong>van</strong> veranderde dagarrangementen (inclusief weekendscholen en verlengde leertijd) voor <strong>het</strong> bestrijden <strong>van</strong><br />
onderwijsachterstanden (door TIER).<br />
Daarnaast zien wij nog een aantal rele<strong>van</strong>te onderzoeksvragen <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g en<br />
gastouder<strong>op</strong><strong>van</strong>g voor de nabije toekomst.<br />
Buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g is er in de eerste plaats <strong>van</strong>wege <strong>het</strong> feit dat ouders goede <strong>op</strong><strong>van</strong>g voor hun kind<br />
wensen <strong>op</strong> de tijden dat zij betaalde arbeid verrichten (of een <strong>op</strong>leiding volgen). Daarnaast worden er nogal<br />
eens ideeën uitgesproken over de mogelijke <strong>op</strong>brengsten <strong>van</strong> buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g voor de kinderen zelf.<br />
Een belangrijk issue in dit licht is bijvoorbeeld: buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g draagt bij aan de sociale<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> kinderen. De vraag is: waar komen die ideeën eigenlijk <strong>van</strong>daan?<br />
Heel kritisch beschouwd zou je kunnen denken: er is een maatschappelijke behoefte aan meer uren<br />
betaalde arbeid door ouders. In Nederland zijn ouders –meer dan in andere landen- er<strong>van</strong> overtuigd dat<br />
kinderen toch <strong>het</strong> beste thuis, door hun ouders, kunnen worden <strong>op</strong>ge<strong>van</strong>gen en <strong>op</strong>gevoed. Wanneer nu<br />
ouders er<strong>op</strong> (kunnen) vertrouwen dat kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g kwalitatief goed is, en bovendien een positieve bijdrage<br />
levert aan de ontwikkelingskansen <strong>van</strong> hun kind, vinden zullen zij <strong>het</strong> minder bezwaarlijk vinden (meer)<br />
gebruik te maken <strong>van</strong> de kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g, en dus meer gaan werken…. Anderzijds zijn er ook weldegelijk<br />
positieve ervaringen <strong>van</strong> ouders en kinderen met de kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g, en is dat ook logisch wanneer er sprake<br />
is <strong>van</strong> een professionele kwaliteit.<br />
Wij stellen daarom voor om in kaart te brengen welke ontwikkelingskansen betrokkenen zoal zien in <strong>het</strong><br />
buitenschoolse aanbod voor kinderen (<strong>op</strong> grond waar<strong>van</strong>), om vervolgens na te gaan <strong>op</strong> welke manier<br />
daaraan vormgegeven wordt (of kan worden). Als derde stap kan dan – <strong>op</strong> wat langere termijn- worden<br />
nagegaan <strong>op</strong> de verwachte positieve effecten ook werkelijk <strong>op</strong>treden. Alle vier de onderzoeksthema’s die we<br />
hieronder formuleren, komen voort uit deze basale vraag.<br />
1. Welke ontwikkelingskansen (en/of –doelstellingen) zijn er voor <strong>het</strong> buitenschoolse aanbod voor<br />
34<br />
kinderen?<br />
Wat verwachten we <strong>van</strong> de kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g, wat <strong>van</strong> deelname aan sport- en culturele activiteiten, wat<br />
<strong>van</strong> brede schoolprogramma’s?<br />
Op welke gebieden verwachten we effecten? (cognitieve ontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling,<br />
sociale ontwikkeling, socialisatie etc.)<br />
Waar<strong>op</strong> zijn die verwachtingen gebaseerd, en (hoe) zou je ze kunnen meten?