Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool
Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool
Onderzoeksvragen op het terrein van kinderopvang ... - BredeSchool
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
30<br />
verbetering in de rust en regelmaat in de schooldag, en daardoor meer mogelijkheden voor <strong>het</strong><br />
effectiever benutten <strong>van</strong> de onderwijstijd.(Oberon, 2011).<br />
Driessen, Claassen en Smit (2010) voerden een uitgebreide literatuurstudie uit naar de effecten <strong>van</strong> variatie<br />
in schooltijden voor leerlingen in <strong>het</strong> basisonderwijs. Doel was een overzicht te maken <strong>van</strong> wat er uit de<br />
internationale literatuur (VS, België, Frankrijk, GB, Zweden, Noorwegen en Nederland) bekend is over de<br />
effecten <strong>van</strong> variatie in de besteding <strong>van</strong> tijd aan onderwijs, <strong>op</strong><strong>van</strong>g en vrije tijd <strong>op</strong> de verschillende<br />
betrokkenen (kinderen, ouders, schoolbestuur, -directie en leraren, bestuur en leidsters <strong>van</strong><br />
<strong>op</strong><strong>van</strong>ginstellingen en begeleiders/trainers <strong>van</strong>uit sport- of cultuurinstellingen).<br />
De onderzoekers constateren dat er weliswaar veel over <strong>het</strong> onderwerp wordt gepubliceerd, maar dat daar<br />
relatief weinig effectonderzoek bij is dat voldoet aan methodologische standaarden. Het meeste <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
beschikbare effectonderzoek heeft betrekking <strong>op</strong> de VS, en <strong>op</strong> cognitieve leer<strong>op</strong>brengsten bij met name<br />
taal- en rekenen. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar effecten voor andere betrokkenen, en helemaal<br />
geen onderzoek waarin ook de instellingen voor vrijetijdsaanbod voor kinderen zijn meegenomen. Een<br />
groot deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> effectonderzoek dat er is, kampt met methodologische problemen waardoor de<br />
uitkomsten met enige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd.<br />
De onderzoekers richtten zich onder andere <strong>op</strong>: effecten <strong>van</strong> naschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g, brede scholen, bioritme,<br />
een evenwichtige verdeling <strong>van</strong> vakanties over de schoolkalender, uitbreiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal schooldagen,<br />
eerder starten met onderwijs en schakelklassen. Voor dit hoofdstuk over buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g en<br />
gastouder<strong>op</strong><strong>van</strong>g is de meest rele<strong>van</strong>te conclusie dat in de VS relatief veel onderzoek is gedaan naar de<br />
effecten <strong>van</strong> naschoolse programma’s, en dat daar<strong>van</strong> meestal licht-positieve effecten te zien zijn. In de<br />
naschoolse programma’s gaat <strong>het</strong> om een combinatie <strong>van</strong> onderwijs, ontspanning en culturele activiteiten.<br />
Het positieve effect lijkt niet alleen gevolg <strong>van</strong> ‘meer tijd’, maar is medeafhankelijk <strong>van</strong>: een inhoudelijke<br />
link met <strong>het</strong> reguliere onderwijsaanbod, gekwalificeerde begeleiders en een meer individuele benadering.<br />
Verder is er geen onderzoek gevonden dat ingaat <strong>op</strong> de relatie tussen <strong>het</strong> bioritme <strong>van</strong> kinderen en hun<br />
functioneren en leerprestaties. Er is wel onderzoek waarin men suggereert dat er bepaalde tijden <strong>van</strong> de<br />
dag zijn waar<strong>op</strong> de attentie en concentratie <strong>van</strong> kinderen <strong>het</strong> sterkst is, en dat dit dus ook de beste<br />
leertijden zouden kunnen zijn. Daarbij geeft men echter meteen aan dat daarbij andere factoren, zoals de<br />
didactische kwaliteit <strong>van</strong> de leerkracht en een gunstige leeromgeving, minstens een even grote rol spelen.<br />
In hun slotconclusie vatten Driessen cs als hun belangrijkste aanbeveling samen “dat er nauwelijks harde<br />
conclusies getrokken kunnen worden over echt harde effecten <strong>van</strong> variatie in de inrichting <strong>van</strong> tijd en dat er<br />
daarom vooral dringend behoefte is aan goed <strong>op</strong>gezet effectenonderzoek.” (Driessen e.a., 2010: p84).<br />
Samengevat is er inmiddels behoorlijk wat bekend over deelname aan buitenschoolse <strong>op</strong><strong>van</strong>g en<br />
gastouder<strong>op</strong><strong>van</strong>g als <strong>het</strong> gaat om cijfers en achtergrondgegevens <strong>van</strong> ouders zoals sociaal milieu en<br />
etnische herkomst. Ook ligt er onderzoek dat inzicht biedt in <strong>op</strong>vattingen <strong>van</strong> ouders over de mate waarin<br />
zij deelname aan kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g wenselijk en prettig vinden, over motieven om te kiezen voor<br />
gastouder<strong>op</strong><strong>van</strong>g dan wel buitenschoolse of informele <strong>op</strong><strong>van</strong>g, over effecten <strong>van</strong> beschikbaarheid, kosten<br />
en kwaliteit <strong>van</strong> kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g <strong>op</strong> de arbeidsparticipatie <strong>van</strong> ouders en <strong>van</strong> de kinderen later. Er is zicht <strong>op</strong><br />
verschillen in deelname <strong>van</strong> kinderen aan <strong>op</strong><strong>van</strong>g en andere activiteiten buiten school, en <strong>op</strong> de wensen <strong>van</strong><br />
werkende ouders ten aanzien <strong>van</strong> de schooltijden.<br />
Er is echter alle reden om de ontwikkelingen te blijven volgen: beleid verandert, schooltijden veranderen,<br />
<strong>op</strong>vattingen <strong>van</strong> ouders veranderen en <strong>op</strong> een aantal aspecten is nog onvoldoende zicht. Vooral de<br />
verschillen in deelname <strong>van</strong> diverse maatschappelijke groepen, de effecten <strong>van</strong> kwalitatief goede<br />
kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g <strong>op</strong> de maatschappelijke kansen voor kinderen, evenals effecten <strong>van</strong> veranderde schooltijden<br />
en de arbeidsparticipatie <strong>van</strong> moeders gerelateerd aan kinder<strong>op</strong><strong>van</strong>g en onderwijstijden, blijven de<br />
komende jaren een rele<strong>van</strong>t onderzoeks<strong>terrein</strong>.