Evaluatie Landelijk Kader Forensische ... - Europa morgen
Evaluatie Landelijk Kader Forensische ... - Europa morgen
Evaluatie Landelijk Kader Forensische ... - Europa morgen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 9.3<br />
Door het NIFP bemiddelde civiele rapportages naar aanvrager (aantallen)<br />
2004 2006 2007<br />
n % n % n %<br />
Anders c.q. Overig 18 14,3% 30 8,7% 13 2,6%<br />
BJZ 56 44,4% 205 59,2% 395 78,1%<br />
Kinderrechter 0,0% 21 6,1% 33 6,5%<br />
RvdK 52 41,3% 90 26,0% 65 12,8%<br />
totaal 126 100,0% 346 100,0% 506 100,0%<br />
Vergelijking met de nulmeting<br />
Volgens de nulmeting voerden de onderzoeksbureaus in 2002 en 2003 per<br />
jaar bijna duizend onderzoeken uit. Er wordt echter opgemerkt dat civielrechtelijk<br />
de vraag speelt of een onderzoek onder de noemer 'forensisch<br />
onderzoek' inderdaad steeds forensisch onderzoek is. In het dossieronderzoek<br />
in de nulmeting trof men namelijk in bijna een kwart van de dossiers<br />
(uitsluitend) vraagstellingen aan van zorgdiagnostische aard, waarbij het<br />
onduidelijk was of het onderzoek ook ten behoeve van een te nemen juridische<br />
beslissing was uitgevoerd. Het werkelijke aantal forensische onderzoeken<br />
in civielrechtelijk kader was dus ook in de nulmetingen moeilijk te achterhalen.<br />
Hierdoor is vergelijking met de huidige cijfers niet mogelijk.<br />
9.2 Doorlooptijden<br />
In het dossieronderzoek is de doorlooptijd in rapportages net als in de nulmetingen<br />
onderverdeeld in drie fasen: (1) de tijd tussen de verzending van<br />
de onderzoeksvraag door de aanvrager of het NIFP en de ontvangst bij de<br />
uitvoerder, (2) de tijd voordat vervolgens het onderzoek daadwerkelijk van<br />
start gaat en (3) de tijd die met de duur van het onderzoek gemoeid is, inclusief<br />
de tijd voordat de rapportage naar de opdrachtgever verzonden is.<br />
Het bleek echter niet mogelijk deze drie fasen duidelijk te onderscheiden in<br />
alle rapportages om de volgende redenen:<br />
• Niet alle data staan vermeld in de rapportages: data van binnenkomst bij<br />
NIFP en exacte start van het onderzoek staan niet altijd vermeld.<br />
• Bij bemiddeling door het NIFP is vaak niet bekend wanneer de rapportage<br />
naar de aanvrager is verstuurd.<br />
Hierbij dient te worden opgemerkt dat niet in alle rapportages data over<br />
aanvraagdatum, start van het onderzoek en toesturen van de rapportage<br />
zijn opgenomen. In totaal konden de doorlooptijden voor 68 van de 80 rapportages<br />
worden berekend.<br />
Daarom is gekeken naar de volledige doorlooptijd: de tijd tussen de datum<br />
van aanvraag en datum van de definitieve rapportage. De gemiddelde doorlooptijd<br />
is 22 weken (SD=13,5). De doorlooptijd in Amsterdam is gemiddeld<br />
langer (M=29 weken, SD=13,5) dan in Arnhem (M=18, SD= 15) en Den<br />
Haag (M=21, SD=8,7). De spreiding is in alle arrondissementen groot met<br />
een minimum van 6 weken en een maximum van 68 weken.<br />
In de richtlijnen voor het verrichten van extern onderzoek is een doorlooptijd<br />
van dertien weken aangegeven. Van de 68 onderzochte rapportages voldoen<br />
21 rapportages of 31 procent aan die norm.<br />
Pagina 89 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Landelijk</strong> <strong>Kader</strong> <strong>Forensische</strong> Diagnostiek Jeugd DSP - groep