Jaarverslag en jaarrekening 2011 - Gemeente Rijssen-Holten

3.4 Paragraaf financiering
Jaarverslag 2011
Artikel 13
De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het
risicobeheer van de financieringsportefeuille en de realisatie ervan gedurende het jaar.
Algemeen
De uitgangspunten zoals verwoord in de begroting 2011 zijn het uitgangspunt geweest bij de uitvoering
van de diverse programma’s in 2011. De treasuryfunctie omvat de financiering in de ruimste zin van het
woord voor het tijdig aantrekken van leningen en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn.
De Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) en de regeling uitzettingen en derivaten
decentrale overheden (Ruddo en het hieruit opgezette treasurystatuut) vormen het kader waarbinnen is
gehandeld. Vanuit de Wet FIDO en het BBV wordt voorgeschreven dat de paragraaf financiering
onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. Binnen de paragraaf financiering zal worden aangegeven waar
in 2011 beslissingen zijn genomen, die raakvlakken hebben met de Wet FIDO en Ruddo.
Het beleid van de gemeente voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut. In de loop van
2009 heeft er een aanpassing plaatsgevonden op dit statuut. Dit aangepaste treasurystatuut is op 1
januari 2010 van kracht geworden.
De uitgangspunten zijn in het nieuwe treasurystatuut niet gewijzigd. De wijziging bij Ruddo bestaat in het
kort uit toevoeging van een AA-landenrating bij het uitzetten binnen de lidstaten van de Europese
Economische Ruimte (EER). De aanpassingen die voortkomen uit de Wet FIDO houden verband met
werking van de financieringsfunctie van de decentrale overheden. Belangrijkste aanpassing is het
vaststellen van de renterisiconorm op basis van het begrotingstotaal in plaats van op basis van vaste
schuld. Jaarlijkse schommelingen in de renterisiconorm worden hiermee voor een groot deel voorkomen.
Daarnaast wordt de rol van de toezichthouder beter in beeld gebracht bij (structurele) overschrijding van
de kasgeldlimiet en bestaat de mogelijkheid de opgelegde boete bij overschrijding van de EMU-norm
door te berekenen aan de decentrale overheden. Het aantal instrumenten bij het uitzetten van gelden
voor een periode korter dan een jaar is binnen het statuut uitgebreid ten opzichte van het vorige statuut.
De belangrijkste punten, naast de voorschriften uit hoofde van de Wet FIDO, van dit statuut zijn:
• de gemeente verstrekt alleen leningen of garanties uit hoofde van de “publieke” taak aan door de
gemeenteraad goedgekeurde derde partijen. Bij het verstrekken van leningen worden
zekerheden of garanties geëist;
• de uitzettingen hebben een prudent karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomsten
door het lopen van overmatig risico;
• het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking
van financiële risico’s;
• het uitzetten van middelen vindt uitsluitend plaats bij:
o instellingen waarvoor een solvabiliteitsratio van 0% geldt;
o financiële instellingen met ten minste een zogenoemde A-rating (tijdelijk aangescherpt
naar AAA-rating).
Op 21 september 2010 is het college geïnformeerd over de nationale en internationale financiële situatie
en de aanhoudende onrust op de geldmarkt. Hierbij is het college ervan in kennis gesteld dat de
gemeente Rijssen-Holten tot op heden niet getroffen is door het verlies aan overtollige liquide middelen.
Door de treasurer is dan ook voorgesteld om eerder voorgestelde tijdelijke aanscherping van het
treasurystatuut ook voor 2011 te continueren waarbij tot nader order alleen nog middelen worden uitgezet
bij banken met een Triple-A status (AAA-rating). Deze tijdelijke maatregel zal van kracht blijven zolang de
markt daar om vraagt.
Treasurybeheer
Risicobeheer
In z’n algemeenheid mag de uitoefening van de publieke taak niet gericht zijn op het genereren van
inkomsten door het aangaan van overmatige risico’s.
Bij het aantrekken van een langlopende geldlening en het verstrekken van gemeentelijke garantstellingen
of renteloze geldleningen is het uitgangspunt gehanteerd dat er een primaire relatie moet zijn met de
86