04.05.2013 Views

Vel 249. 963 Tweede Kamer.

Vel 249. 963 Tweede Kamer.

Vel 249. 963 Tweede Kamer.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Vel</strong> 250. 967 <strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong>.<br />

28ste VERGADERING. — 12 DECEMBER 1933.<br />

2. Vaststelling van hoofdstuk XA (Departement van Sociale Zaken) der Rijksbegrooting voor 1934.<br />

(Minister Slotemaker de Bruine.)<br />

en waar men bijv. zonder onderzoek aanvaardde mededeelingen<br />

omtrent het tot nu toe verdiende loon, omtrent de samenstelling<br />

van het gezin en omtrent de gezinsinkomsten, dan weet<br />

ieder, die ooit met zijn hart gewerkt heeft op het terrein van<br />

maatschappelijke!! steun, dat het onvergeeflijk is, wanneer men<br />

dergelijke gegevens aanvaardt zonder controle. En ik heb een<br />

aantal rapporten van mijn controleurs, welke mij doen zien, dat<br />

er inderdaad zeer veel te bereiken is door een gezonde controle;<br />

ik ïïtfis niet nalaten hier een groot woord van dank te spreken<br />

tot deze mannen, die dit buitengewoon delicate en moeilijke<br />

werk met zooveel beleid vervullen.<br />

Ik wijs er nog op, dat ik van den Minister van Justitie een<br />

brief gekregen heb om mijn aandacht te vestigen op het voorkomen<br />

van fraude. Een en ander zal dunkt mij voldoende zijn<br />

om duidelijk te maken, dat er bij betere controle zeer veel kan<br />

worden gespaard. Ik heb dan ook niet nagelaten om in diezelfde<br />

circulaire van 15 September te vragen, dat de controle gnnsch<br />

nieuw zou worden geregeld en voortaan omvatten zou de administratieve,<br />

de straat­ en de huiscontróle.<br />

Een derde middel om met bet beschikbare geld meer te doen<br />

dan vroeger, kan zijn: een zekere wijziging in de methode, van<br />

werkverschaffing. Het vraagstuk van de werkverschaffing zelf<br />

zal ik straks apart behandelen. Nu wijs ik er alleen op, dat, indien<br />

ten deele de werkverschaffing minder centraal gaat, er<br />

belangrijk kan word°n gespaard. Men kan, en daar zijn wij op<br />

nit, trachten bij de keuze uit de voorstellen allereerst te kiezen<br />

die voorstellen, waarin het bedrag aan loon zeer hoog is en het<br />

bedrag aan materiaal zeer klein is, want het is nu niet te doen<br />

om het werk, dat tot stand gebracht wordt — dat is middel —,<br />

het is er om te doen, zooveel mogelijk arbeiders werk te geven.<br />

Wanneer men kiest de plannen met zeer veel loon en zeer<br />

weinig materiaal, dan kan men ook hier weer met hetzelfde geld<br />

meer doen en met minder geld evenveel arbeiders te werk<br />

stellen. De centrale werkverschaffing, waarop ik nog terugkom,<br />

omdat daarover allerlei is gezegd, heeft ook dit eigenaardige, dat,<br />

geheel in het algemeen gezegd en zonder dat ik dan treed in<br />

details, waarover ik ten deele anders wel beschik, men zeggen<br />

kan, dat de werkverschaffing, onmiddellijk in de omgeving van<br />

de woonplaats der arbeiders en de werkverschaffing op grooten<br />

afstand in de centrale werkverschaffing, wat de kosten betreft,<br />

staan als twee tot drie. Met andere woorden: ik geloof.dat op dit<br />

oogenblik door de maatregelen, welke ik toen heb genomen, ik<br />

er in slagen zal om in den loop van den winter de ervaring op<br />

te doen, dat er met het uitgetrokken bedrag veel meer kan geschieden<br />

dan zij vreezen, die altoos alleen spreken over 46/75.<br />

Het derde onderwerp, waarover ik moet spreken, is de steunregeling.<br />

Ik zal tot mijn leedwezen daar eenigermate in een<br />

aantal details moeten treden; daardoor wordt het betoog ietwat<br />

onsamenhangend, maar ik wil liever onsamenhangend zijn dan<br />

tegenover sprekers in deze <strong>Kamer</strong> onbeleefd.<br />

Aan den heer Drop kan ik dit zeggen, dat inderdaad ,,de"<br />

steunregeling niet kan worden toegepast op zijn visschers in<br />

Woudrichem, omdat wij als Regeering nog geen kans zien een<br />

goede steunregeling voor zelfstandigen te ontwerpen. De heer<br />

Drop heeft mij opgemerkt: ik heb dan ook niet gesproken over<br />

de steunregeling, maar over een steunregeling; bij voorbeeld over<br />

een toeslag op de bedrijfsuitkomsten.<br />

Het is niet een afschuiven, wanneer ik zeg, dat deze materie<br />

moet worden behandeld door mijn ambtgenoot van Economische<br />

Zaken. Maar ik kan den heer Drop wel zeggen, dat de visschers<br />

in Woudrichem, die niet tot nu toe zijn geholpen via een steunregeling,<br />

toch geholpen zijn en wol doordat er werkverschaffing<br />

is gekomen daar in de buurt. Ik begrijp het, wanneer de heer<br />

Drop zal zeggen: dat is niet het ideaal. Ik hoop, dat hij zal<br />

zeggen: het is in elk geval beter dan niets.<br />

Wat het stempelen betreft, heeft de heer Duymacr van Twist<br />

gevraagd, om toch vooral te decentraliseeren en niet een zeer<br />

groot aantal stempelaars bij elkaar in de buurt te brengen. Ik<br />

antwoord daarop tweeërlei: aan den eenen kant, dat inderdaad<br />

de deccntraliseering reeds veelszins geschiedt; en ik maak daarbij<br />

dankbaar gebruik van de medewerking der vakbeweging en<br />

wil dit gaarne zeggen. Maar aan den anderen kant. dat een<br />

zeker, althans niet overdreven decentraliseeren noodig is met<br />

Handelingen der Staten-Generaal. — 1933—1934. — II.<br />

het oog op de controle; want ik heb ook de ervaring, dat als<br />

men te veel decentraliseert<br />

De heer Loerakker: Er zijn plaatsen, waar men hen 20 kilometer<br />

laat loopen. Dat zult u toch wel afkeuren.<br />

De heer Slotemaker de Bruine, Minister van Sociale Zaken:<br />

. . . dit niet gewenscht is om de controle op deze wijze te laten<br />

behandelen. Wanneer de heer Loerakken nu zegt, dat er nu<br />

en dan gestempeld moet worden op 20 kilometer van de woonplaats<br />

en dat daarin een argument voor decentralisatie zit, dan<br />

wil ik dat gaarne overwegen, maar ik wijs er op, dat dit niet<br />

het argument van den heer Duymaer van Twist is geweest.<br />

Ik houd intusschen op de quaestie van het decentraliseeren<br />

van het stempelen voortdurend mijn oog gericht, omdat ik het<br />

belang van een zuivere controle eenerzijds en het belang van<br />

het niet opeenhoopen van onze mannen anderzijds beide volkomen<br />

inzie.<br />

De heer Drop heeft gevraagd, of ik aan de gemeentebesturen<br />

niet een wenk wil geven, dat zij wat vlotter moeten zijn, wanneer<br />

er gevraagd wordt om stempelverlof, ten einde onzen jongeren<br />

en ietwat ouderen menschen in internaten eenigen tijd<br />

moreele, intellectucelc en geestelijke hulp te bieden.<br />

Wanneer de klacht, die deze geachte afgevaardigde uit, zeer<br />

omvangrijk zou blijken te zijn. dan zou ik misschien denken<br />

aan de zooveelste circulaire aan de gemeentebesturen. Maar ik<br />

verzoek den heer Drop te beginnen met mij het eene of de<br />

twee of drie of vier gevallen te vertellen. Wanneer er veel zijn,<br />

wil ik graag overwegen wat ik er aan moet doen.<br />

Overigens, zou ik zeggen, kunnen misschien gevallen worden<br />

medegedeeld hetzij aan mij, hetzij aan de Contacteommissie,<br />

waarin vertegenwoordigers der vakorganisaties zitten, hetzij aan<br />

de Contacteommissie, waarin vertegenwoordigers der gemeente<br />

zitten.<br />

Ik bedoel volstrekt niet de zaak in den doofpot te stoppen,<br />

maar anderzijds wel circulaires te vermijden, als ze niet noodig<br />

zijn, omdat gemeentebesturen ze niet noodig hebben.<br />

De heer Drop: Als u hier eens zegt wat de bedoeling is, dan<br />

weten de gemeentebesturen het wel.<br />

De heer Slotemaker de Bruine, Minister van Sociale Zaken:<br />

Als de geachte afgevaardigde vraagt, dat ik hier nu op dit<br />

moment zeg wat de bedoeling is, opdat de gemeenten het<br />

hooren, ook al zijn ze niet aanwezig, dan wil ik dat gaarne doen.<br />

De bedoeling is: dat werkloozen gelegenheid ontvangen om<br />

eenigen tijd, bijv. een „weekend" of nog iets langer, in een<br />

andere atmosfeer te vertoeven dan in die uiteraard ietwat drukkende<br />

en eentonige atmosfeer, waarin ze dagelijks rondgaan;<br />

dat hun de gelegenheid geboden worde om elders te ademen en<br />

bovendien intellectueele en moreele scholing te ontvangen, een<br />

zekere ontspanning voor hun geest te ontvangen, waartegenover<br />

als eenig bezwaar zou kunnen staan, dat ze dan in hun woonplaats<br />

niet kunnen stempelen.<br />

Welnu, daarop is heel gemakkelijk iets te vinden. Wanneer<br />

in de internaten men de verantwoordelijkheid er voor op zich<br />

neemt, dat degenen, die zulk een „weekend" zouden meemaken,<br />

er inderdaad zijn geweest; en wanneer dat getesteerd<br />

wordt door dengene, die de verantwoordelijkheid draagt met<br />

betrekking tot het internaat, dan zal van de zijde der gemeenten<br />

niet gevreesd behoeven te worden voor bezwaar aan de zijde<br />

van het Departement wegens fraude bij de controle. De heer<br />

Drop knikt zoo welwillend, dat hij waarschijnlijk met mijn antwoord<br />

tevreden is.<br />

Ik wil gaarne zeggen, dat niet enkel het werk in een „weekend",<br />

maar ook, gelijk de heer Loerakker vraagt, in een<br />

retraite; ik wil hem nog iets anders zeggen: ook het werk bij<br />

een bedevaart en tal van andere methoden om de menschen te<br />

brengen in een nieuwe atmosfeer, door mij hartelijk toegejuicht<br />

wordt; dat ik het mijne gedaan heb om het mogelijk te maken,<br />

dat deze dingen niet mislukken ten gevolge van een al te fortneele<br />

opvatting van de stempelverordening.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!