SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. Locatietheorieën<br />
3.1. Inleiding<br />
In dit hoofdstuk wordt theorie behandeld die verduidelijkt welke<br />
afwegingen bedrijven zoal moeten maken bij de keuze van hun<br />
locatie. Er komen diverse klassieke locatietheorieën aan bod die<br />
in de economische geografie in omloop zijn. Daarnaast zijn er<br />
in de loop van de tijd nieuwe locatietheorieën bijgekomen die<br />
gebaseerd zijn op gedragswetenschappelijke, institutionele economische<br />
en sociaalorganisatorische inzichten.<br />
3.1.1 Bedrijf en Regio: dynamische relatie<br />
Advocatenkantoren zijn bedrijven en zoals elk bedrijf, gevestigd<br />
in een bepaalde omgeving. Tevens zijn ze net als andere bedrijven<br />
afhankelijk van hun cliënten, de markt en, niet te onderschatten,<br />
van regelingen en wetten van de overheid en van de<br />
ruimtelijke omgeving in brede zin. En om succesvol te kunnen<br />
werken zijn zij goed georganiseerd, niet alleen als kantoor maar<br />
ook in samenhang met hun regionale omgeving.<br />
Voor het vestigen van de optimale standplaats zijn twee overwegingen<br />
van belang; de locatiekeuze en de regionale groei.<br />
Hiervoor is in de economische geografie een begrip geformuleerd,<br />
‘het productiemilieu’ dat door Marc de Smidt als volgt is<br />
gedefinieerd: Het geheel van externe condities dat van invloed is<br />
op zowel de beslissing om op een bepaalde plaats een bedrijf te<br />
vestigen als op het functioneren van dat bedrijf daarna.<br />
figuur 2: het begrip productiemilieu<br />
bron: Atzema et al, 2002<br />
Anders gezegd: het gaat om de keuze van de juiste locatie en om<br />
de te verwachten groei rondom deze locatie. Hierbij maakt men<br />
verder weer onderscheid tussen een lokaal, een regionaal en een<br />
nationaal productiemilieu.<br />
Vanwege het doorlopende organisatieproces en de toegenomen<br />
oriëntatie op het buitenland is het van cruciaal belang aandacht<br />
te besteden aan deze productiemilieus.<br />
3.1.2 Het begrip ‘productiemilieu’ in institutionele<br />
relaties, fysieke relaties en marktrelaties<br />
Bij institutionele relaties denkt men aan de relatie tussen bedrijven<br />
onderling en nationale, regionale en lokale overheden,<br />
terwijl men spreekt van fysieke relaties als het gaat om factoren<br />
als: klimaat, wegen, stations e.d. Deze relaties zijn niet licht te<br />
wijzigen en/of te beïnvloeden.<br />
Het begrip marktrelaties spreekt voor zichzelf: dat zijn de relaties<br />
die samenhangen met de arbeidsmarkt, met de financiën, met<br />
het vastgoed, met de toelevering en met de afzet. Deze externe<br />
factoren kunnen tegen- of meewerken aan de economische groei<br />
van bedrijven.<br />
De verschillende overheden (Europees, landelijk, regionaal en/of<br />
lokaal) zijn voor een belangrijk deel bepalend voor de ruimtelijke<br />
omgeving. Door hun rechtspositie kunnen zij middels het<br />
ordeningsbeleid veel invloed uitoefenen op de aanleg van infrastructuur,<br />
zoals bijvoorbeeld het plannen van specifieke bedrijfsterreinen<br />
langs de autowegen, het uitgeven van investeringspremies<br />
voor vestiging en uitbreiding van bedrijven, of de beperking<br />
van parkeerterreinen in de binnensteden.<br />
Eens goedgekozen vestigingslocaties kunnen in verval raken<br />
door veranderingen in de structuur; de introductie van nieuwe<br />
wetenschappelijke inzichten en/of nieuwe technologie en de internationale<br />
concurrentie vergt voortdurend aanpassingen aan de<br />
marktstrategie. 1<br />
1 Atzema et al., Ruimtelijke<br />
economische dynamiek,<br />
2002<br />
BEWEEGREDENEN<br />
19