SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
26<br />
28 ibid.<br />
29 Kloosterman, ‘Face 2 Face;<br />
een pleidooi voor congestie’,<br />
p.164 1997<br />
30 Banks, Lovatt, O’Connor<br />
en Raffo, Risk and trust<br />
in the cultural industries,<br />
2000<br />
31 Atzema et al., ibid, 2002<br />
32 Mohr, 2007<br />
BEWEEGREDENEN<br />
zijn de netwerken de basis; de ondernemers zijn dan goed op elkaar<br />
ingespeeld. Termen als ‘netwerken’ en ‘leren’ staan ook centraal<br />
in de recente literatuur over regionale innovatiesystemen en<br />
lerende regio’s. In beide benaderingen wordt innovatie gezien als<br />
een zichzelf versterkend leerproces op regionale schaal. Het belang<br />
van innovatie en geografische nabijheid van partijen maakt<br />
niet alleen face-to-face contact mogelijk, maar leidt ook tot vertrouwen<br />
en leren en daarmee weer tot verdergaande innovatie. 28<br />
Innovatieve (economische) activiteiten zijn verbonden met een<br />
stedelijk milieu, door de relatie van: in min of meer toevallige,<br />
face-to-face ontmoetingen die plaatsvinden in de nabijheid van<br />
bedrijven en essentieel zijn voor het doorgeven van moeilijk te<br />
standaardiseren en af te bakenen informatie, van vaknieuws tot<br />
roddels 29 Het moeilijk te standaardiseren karakter van de (vaak<br />
mondelinge) informatie, brengt risico’s met zich mee en wijzen<br />
in dit verband op het belang van social trust (ons kent ons). 30<br />
Hotelling, een theoreticus uit de vorige eeuw, meent dat bedrijven<br />
bij hun locatiekeuze ingaan op de bereikbaarheid voor en<br />
van de klant, maar meer nog uitgaan van de nabijheid van hun<br />
belangrijkste concurrenten. De aanbieders spelen een locatiespel<br />
met elkaar en met de klant, waarbij zij rekening houden met<br />
elkaars gedrag. Elke koopman zal proberen de beste plaats te<br />
krijgen, maar uiteindelijk zit men vlak naast elkaar. In de economische<br />
geografie heet dit proces van samenklontering van economische<br />
activiteiten agglomereren.<br />
Anders dan bij Weber, die agglomeratie vertaalt in het reduceren<br />
van de kosten, benadrukt de theorie van Hotelling het principe<br />
van locationele interdependentie, dat wil zeggen het verwerven<br />
van een goede positie op de markt.<br />
In de Nederlandse economische geografie heeft Jansen (1987)<br />
zich bezig gehouden met de theorie van Hotelling. Jansen<br />
spreekt over de ‘geografie van smaak’. Als gevolg van commercialisering<br />
is de uitbreiding van de coffeeshops in de binnenstad<br />
van Amsterdam onderhavig aan deconcentratie. Maar daarnaast<br />
blijven bestaande ruimtelijke patronen intact door de betekenis<br />
van zogeheten atmosferische concurrentie. De klant komt graag<br />
op een vertrouwd adres en de aanbieder houdt daar steeds re-<br />
kening mee. Jansen concludeert op basis van zijn onderzoek in<br />
Nederland en België, dat naast het locatiespel tussen concurrenten,<br />
ook factoren als schaalvergroting, mode en imitatie aanleiding<br />
geven tot agglomeratie. 31<br />
In 2007 verklaart Professor Mohr, hoogleraar ondernemingsrecht<br />
aan de Universiteit van Amsterdam, de clustervorming van het<br />
groeiend aantal advocatenkantoren op de Zuidas als volgt: het bij<br />
elkaar zitten heeft een soort van logica in zich. In alle steden heb<br />
je ergens een ‘schoenenstraat’, of de herkenning van ‘daar zijn<br />
de kledingwinkels’. Het clusteren, bij elkaar kruipen is eigenlijk<br />
kuddediergedrag dat ook weer op de klanten gericht is. Professor<br />
Mohr vergelijkt het met het bij elkaar in de buurt vestigen van cafés;<br />
een goedlopend café gaat nog beter lopen als er meer cafés<br />
zijn. Dus gelijksoortige bedrijven die allemaal bij elkaar kruipen,<br />
profiteren van de concurrentie. 32<br />
3.3.5 De spin-off<br />
Richard Nelson en Sidney Winter publiceerden An Evolutionary<br />
Theory of Economic Change waarin zij het gedrag en de rol van<br />
kleine innovatieve ondernemers in verband brengen met trage<br />
besluitvorming in grote multinationals. Door de logheid van grote<br />
ondernemingen ligt het voor de hand dat dynamische jonge personen,<br />
die iets nieuws ontwikkelen, zelf nieuwe ondernemingen<br />
oprichten. In de economische geografie worden zulke nieuwe<br />
bedrijven spin-offondernemingen genoemd.<br />
Deze ondernemers hebben vaak veel praktijkervaring opgedaan<br />
in de grote organisatie en zo de markt leren kennen. Wanneer zij<br />
vervolgens kansen grijpen, die de grote bedrijven laten liggen,<br />
spreekt men van een innovatieve spin-off.<br />
Een ander type spin-off is wanneer men het bedrijf verlaat en in<br />
een groeiende of internationale arbeidsmarkt een zelfde type<br />
bedrijf begint, de zogenaamde limitatieve spin-off. Het is overigens<br />
lastig tussen beide typen onderscheid te maken. De meeste<br />
nieuwe bedrijven in de Randstad kunnen worden bestempeld