SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
48<br />
11 Battes in FD: Promoten<br />
financiële sector vergt geduld,<br />
11 april 2008<br />
12 FD(red): VNO-NCW waarschuwt<br />
voor de gevolgen<br />
van symboolpolitiek; Multinationals<br />
denken niet aan<br />
verhuizing, maar vrezen<br />
effect op personeelsbeleid,<br />
11 juli 2008<br />
13 Vrom, 2004<br />
14 Ministerie van Economische<br />
Zaken ibid, 2008<br />
15 Atzema et al,. Ruimtelijke<br />
economische dynamiek,<br />
2002<br />
BEWEEGREDENEN<br />
heeft met het vaststellen van de belangrijkste knelpunten rondom<br />
de pensioenindustrie, het beloningsbeleid, het belastingklimaat<br />
en het onderwijs. Ten behoeve van de opleiding van goed personeel<br />
is, gekoppeld aan het HFC, de Duisenberg-School opgericht.<br />
11<br />
Het werven van hoogopgeleid personeel, met name technici en<br />
kenniswerkers, is een serieus probleem voor veel bedrijven in<br />
Nederland. Vooral de tijdrovende procedures voor het verkrijgen<br />
van verblijfs- en werkvergunningen en het strikte vreemdelingenbeleid<br />
bemoeilijken het aantrekken van werknemers uit het buitenland.<br />
De overheid zou op dit terrein met oplossingen moeten<br />
komen om belangrijke internationale bedrijven voor Nederland<br />
te behouden. 12<br />
De internationale concurrentiepositie van de Randstad staat centraal<br />
in de Nota Ruimte. De ruimtelijke knelpunten rond de grote<br />
steden en de mainports moeten worden weggenomen, de kwaliteit<br />
van de hoofdverbindingen dient te worden verbeterd en er<br />
moeten meer bedrijventerreinen beschikbaar komen. 13<br />
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke<br />
ontwikkeling van Nederland betreffende een sterke economie,<br />
een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land.<br />
Het kabinet ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkelingen waarin<br />
alle betrokken partijen kunnen participeren, uitgaande van het<br />
motto decentraal wat kan, centraal wat moet. Het Rijk richt zijn<br />
aandacht met name op de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur.<br />
Het gaat daarbij bijvoorbeeld om versterking van de dynamiek in<br />
de nationale stedelijke netwerken.<br />
Ook in de Nota Pieken in de Delta staat de verbetering van de<br />
Nederlandse concurrentiepositie centraal. Als belangrijkste prioriteiten<br />
noemt het kabinet hier de aanpak van de bereikbaarheidsproblematiek<br />
en het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen<br />
op toplocaties. 14 De centrale doelstelling is het versterken<br />
van de concurrentiekracht van alle regio’s, door middel van het<br />
benutten van de groeipotenties van die regio’s. Innovatie en<br />
ondernemerschap vormen de kern van de programma’s. Een belangrijk<br />
uitgangspunt is focus en massa: dit betekent dat wordt<br />
ingezet op een beperkt aantal sectoren en technologiegebieden.<br />
Daarbij wordt aangesloten bij de sterktes die in de betreffende<br />
regio’s aanwezig zijn.<br />
De Noordvleugel van de Randstad wordt gepositioneerd als het<br />
centrum voor de zakelijke dienstverlening. Op regionaal niveau<br />
worden deze doestellingen uitgewerkt in regionale ontwikkelingsvisies.<br />
In samenspraak met het Ministerie van Economische<br />
Zaken zijn er inmiddels gebiedsgerichte programma’s opgesteld<br />
in de Randstad. 15<br />
Verschuiving van het economisch beleid in de richting van een<br />
ruimtelijk beleid is een voorbeeld waaruit naar voren komt dat<br />
de Nederlandse overheid meer bewegingsvrijheid geeft aan burgers<br />
en bedrijven; zij stuurt slechts op hoofdlijnen om bepaalde<br />
strategische doelen te behalen. De Nederlandse overheid voert<br />
een ruimtelijk economisch interventiebeleid waarbij elke regio<br />
een maximale bijdrage levert aan de verbetering van de (internationale)<br />
concurrentiepositie van het bedrijfsleven in Nederland.<br />
De belangrijkste instrumenten van dit interventiebeleid zijn verschoven<br />
naar meer neo-liberale oplossingen, waarbij de overheid<br />
van gedetailleerde en lokaal georganiseerde subsidieregelingen<br />
overstapt naar grootschalige facilitaire voorzieningen, zoals de<br />
uitbreiding van de mainports en de aanleg van vlotte achterlandverbindingen<br />
in de grote steden.<br />
De overheid beoogt hiermee het productiemilieu positief te beinvloeden.<br />
Provincies of gemeenten kunnen hierdoor hun regionaal<br />
innovatiesysteem meer tot ontwikkeling brengen teneinde<br />
nieuwe bedrijven te stimuleren en de bestaande ondernemingen<br />
innovatiever te maken. Een en ander kan het imago van het gebied<br />
in positieve zin beïnvloeden, hetgeen de animo van ondernemers<br />
om zich daar te vestigen weer bevordert. Tevens wordt de<br />
komst van (andere) nieuwe bedrijven uit andere regio’s en andere<br />
landen, gestimuleerd wanneer goede onderwijsinstellingen en<br />
andere voorzieningen zoals ziekenhuizen, sportvoorzieningen en<br />
detailhandel aanwezig zijn. 16<br />
Met het grotestedenbeleid legt de overheid de nadruk op de<br />
potentie van 31 grote steden: het doel is zichtbare resultaten<br />
bewerkstelligen met een minimum aan bureaucratie. Naast de<br />
sociale en fysieke pijler omvat het grotestedenbeleid ook een