SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
SCRIPTIE AdeGrdef3.indd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Gadet heeft in zijn studie naar jonge, alleenwonende<br />
Amsterdammers 24 vastgesteld dat met name zij voor de stad als<br />
centrum van cultuur, vermaak en vertier kiezen en deze groep<br />
vooral de passantenopenbaarheid van de publieke ruimte waardeert.<br />
Wanneer het om feitelijk activiteiten gaat, zijn ze geneigd<br />
tot domeinvorming. De publieke oriëntatie van werkende jongeren<br />
is breder dan van bijvoorbeeld studenten; werkers hebben<br />
weinig behoefte aan daadwerkelijke interactie met ander sociaalculturele<br />
groepen en willen ongestoord dingen doen met vrienden<br />
in de hiertoe geëigende publieke gelegenheden.<br />
5.3.1 Groeifactoren voor het publieke leven<br />
van Amsterdam<br />
Het publieke leven in Amsterdam groeit de laatste jaren sterk;<br />
niet alleen als toeristische trekpleister, maar ook als winkel-en<br />
uitgaanscentrum voor de eigen ingezetenen. Toerisme, cultuur en<br />
handelscontacten gaan hand in hand. Het draagvlak voor musea,<br />
Het Nationale Ballet of het Concertgebouworkest wordt sterker<br />
als er meer bezoekers komen en omgekeerd maakt dit soort<br />
voorzieningen een stad als Amsterdam aantrekkelijk voor hoofdkantoren<br />
of de internationale creatieve industrie. 25<br />
Uit veldwerkstudies van Gadet en Müller onder (vooral) jonge,<br />
hoog opgeleide en carrièregerichte stadsbewoners kwam naar<br />
voren, dat hun voorkeur voor hooggespecialiseerde producten<br />
en diensten en voor exclusieve gebeurtenissen zwaarwegende<br />
motieven zijn voor het bezoeken van publieke gelegenheden.<br />
Daarnaast maken ze veelvuldig gebruik van de publieke voorzieningen<br />
om nieuwe kennis op te doen; kennis die niet alleen<br />
bijdraagt aan uitbreiding van het persoonlijke ‘culturele’ kapitaal<br />
maar die ook de professionele en financiële positie ten goede<br />
kan komen. En bovendien kunnen vriendschappelijke en zakelijke<br />
relaties makkelijk en op informele wijze aangegaan en<br />
onderhouden worden in de talrijke uitgaansgelegenheden die de<br />
Amsterdamse binnenstad rijk is. Deze groep zelfstandige, jonge<br />
(veelal) alleenstaanden heeft dan ook een groot aandeel in de re-<br />
cente groei van het stedelijke publieke leven. Voor hen is uitgaan<br />
de manier bij uitstek om nieuwe relaties aan te knopen. 26<br />
Steden zijn broeikassen waar sociale experimenten worden uitgedacht,<br />
uitgeprobeerd en gerealiseerd, waar nieuwe culturele uitingen<br />
zijn geconcentreerd en waar de dynamiek tot stand komt<br />
die de economie in beweging zet en opjaagt, constateert ook de<br />
Amerikaanse socioloog Lofland, (1973) die naast openbare en<br />
private, een derde ruimtelijke categorie van ‘parochiale’ ruimten<br />
onderscheidt. Hij doelt hiermee op openbaar toegankelijke<br />
plaatsen die echter duidelijk bestemd zijn voor een specifieke<br />
groepen. 27<br />
Een drietal factoren lijkt vooral van invloed op de mate waarin<br />
een stad floreert: ten eerste, de aanwezigheid universiteiten en<br />
HBO-opleidingen, (dit betekent immers veel jonge mensen in<br />
de stad!) ten tweede, een grote diversiteit aan (kennisintensieve)<br />
bedrijven en instellingen en in de derde plaats een (liefst oude)<br />
stadskern die voor een sfeervolle omgeving zorgt. 28<br />
Ook de Franse antropoloog Marc Augé wijst erop dat het stedelijk<br />
leven ‘gehecht’ is aan authenticiteit; nieuwe locaties ontberen<br />
vaak de essentiële kenmerken om van non-places werkelijk<br />
uit te groeien tot places. 29<br />
5.4 Nieuwe trends<br />
De belangrijkste tendensen in de hedendaagse ruimtelijke inrichting<br />
van de publieke ruimte zijn parochialisering, functionalisering<br />
en esthetisering, stellen Maarten Hajer & Arnold Reijndorp<br />
vast. Deze publieke ruimte wordt meer en meer een transportzone<br />
tussen de ‘enclaves’ en verliest haar functie als ‘plaats van<br />
ontmoeting’. 30<br />
In veel nieuwe steden worden woonwijken, kantorenparken en<br />
winkelcentra min of meer los van elkaar gerealiseerd. Deze monofunctionele<br />
inrichting leidt tot sociaal-culturele enclaves en tot<br />
een toename van gevoelens van onveiligheid. Hierdoor ontstaat<br />
een tendens waarin burgers de voorkeur geven aan veilige, sociaal<br />
homogene plekken, die gemakkelijk met de auto te bereiken<br />
24 Gadet, Publieke Ruimte,<br />
Parochiale plekken en Passantenopenbaarheid,<br />
1999<br />
25 Groot in FD: Dorps denken<br />
Amsterdam frustreert<br />
toerismebeleid, 2008<br />
26 Gelezen in Van Engelsdorp<br />
Gastelaars, ibid, 2006<br />
27 Van Aalst en Ennen Openbare<br />
ruimten: tussen activiteit<br />
en attractiviteit, 2002<br />
28 Van Engelsdorp Gastelaars,<br />
ibid, 2006<br />
29 Hajer en Rijndorp, Op<br />
zoek naar publiek domein,<br />
2001<br />
30 ibid.<br />
BEWEEGREDENEN<br />
41