Lees het rapport - Reith | Hendriks & partners
Lees het rapport - Reith | Hendriks & partners
Lees het rapport - Reith | Hendriks & partners
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tie of dienst <strong>het</strong> proces rechtstreeks kan beïnvloeden. Het nadeel is dat ze een van de<br />
spelers wordt en de soms noodzakelijke distantie verliest.<br />
De klassieke beleidsinstrumenten vormen een niet te onderschatten sturingsmodaliteit.<br />
In de bestuurskundige literatuur worden vier groepen van beleidsinstrumenten onderscheiden<br />
(Howlett & Ramesh, 2003). Ieder type instrument heeft voor- en nadelen. Bijvoorbeeld,<br />
sancties (zie hieronder) zijn vaak gemakkelijk in te zetten, maar vereisen een<br />
uitgebreid handhavingsapparaat (om geloofwaardig te zijn) en vervreemden vaak de<br />
doelgroep wiens gedrag je wil veranderen van je. Subsidies zijn ook eenvoudig in te zetten,<br />
maar zijn kostbaar en hebben meestal een beperkte effectiviteit. Bovendien kunnen<br />
ze calculerend gedrag bij de doelgroep teweegbrengen.<br />
1. Gezagsinstrumenten: hierbij zet de overheid haar, wettelijk gegeven, gezag in om zaken<br />
te verbieden, voor te schrijven of te reguleren. Denk aan ge- en verboden, regelgeving,<br />
<strong>het</strong> formuleren van (prestatie-)criteria, maar ook <strong>het</strong> instellen van adviescommissies<br />
om bepaalde beleidsideeën of -opvattingen meer zichtbaarheid of legitimiteit te<br />
geven.<br />
2. Financiële instrumenten: denk aan subsidies, budgetfinanciering, leningen, belastingen,<br />
gebruikersheffingen, maar ook <strong>het</strong> subsidiëren van bepaalde groepen die men<br />
grotere zichtbaarheid in de publieke arena wil geven.<br />
3. Organisatie-instrumenten: dit is een brede groep beleidsinstrumenten waarin de overheid<br />
gebruik maakt van de mogelijkheid om organisaties op te richten dan wel te veranderen.<br />
De overheid kan bijvoorbeeld besluiten zelf een bepaalde dienst te leveren<br />
ofwel deze uit te besteden aan een marktpartij. De overheid kan ook functionarissen<br />
benoemen en deze een rol geven in gebiedsgericht werken bijvoorbeeld. De overheid<br />
kan ook een beroep doen op vrijwilligersorganisaties (en deze dan weer financieel<br />
ondersteunen). Ten slotte kan de overheid altijd zichzelf reorganiseren. Het deconcentratiebeleid<br />
is daar een goed voorbeeld van.<br />
4. Informatie-instrumenten: ook hier gaat <strong>het</strong> om een breed scala aan instrumenten. De<br />
overheid kan informatie verstrekken en verwerven. Howlett en Ramesh noemen als<br />
voorbeeld van <strong>het</strong> eerste de inspanningen van overheden om maatschappelijke <strong>partners</strong><br />
te overreden iets te doen of te laten (denk aan de onderhandelingen met woningcorporaties<br />
over de financiering van <strong>het</strong> krachtwijkenbeleid). Maar <strong>het</strong> aanbesteden<br />
van onderzoek of <strong>het</strong> installeren van adviescommissies behoren ook tot deze groep<br />
instrumenten.<br />
Het valt niet moeilijk om veel van <strong>het</strong> werk van een grote dienst als OCW in deze vier<br />
klassen van beleidsinstrumenten te herkennen. Dat is ook meteen <strong>het</strong> probleem. Dit is <strong>het</strong><br />
klassieke instrumentarium van de overheid. Het is niet meteen duidelijk op welke manier<br />
juist deze traditionele beleidsinstrumenten multistakeholder governance kunnen bevorderen,<br />
en er zijn zelfs situaties denkbaar dat de inzet van een instrument tegenproductief<br />
is. We zien bijvoorbeeld dat <strong>het</strong> instigeren van nieuw beleid (bijvoorbeeld deconcentratie)<br />
resulteert in <strong>het</strong> creëren van nieuwe organisatieonderdelen. Deze zijn weliswaar nodig om<br />
<strong>het</strong> beleid uit te voeren, maar creëren weer nieuwe coördinatieproblemen. De centrale<br />
Wijken in uitvoering 55