17.09.2013 Views

Lees het rapport - Reith | Hendriks & partners

Lees het rapport - Reith | Hendriks & partners

Lees het rapport - Reith | Hendriks & partners

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De uitzondering daarop zijn de praatgroepjes waarin <strong>het</strong> gaat over beleid in de meest<br />

algemene zin. Daar zitten mensen aan tafel waarmee <strong>het</strong> sociaal comfortabel overleggen<br />

is. Met andere woorden mensen uit de eigen sociale klasse die in veel van de sociaaleconomisch<br />

homogene instituties rondom maatschappelijke problemen zijn te vinden. En<br />

die sociaal-cultureel beschouwd in contrast staan met de mensen die de problemen zelf<br />

ondervinden. Samenwerken wordt in dergelijke situaties een doel op zich. Kenmerkend<br />

hiervoor zijn de respondenten die uitermate positief zijn over de twee- of vierwekelijkse<br />

bijeenkomst maar over een verloop van twee jaar niet duidelijk kunnen maken wat de<br />

concrete bijdrage is geweest aan de oplossing van een specifiek maatschappelijk probleem.<br />

9.8 Coördinatiedruk leidt tot interne oriëntatie<br />

66<br />

Binnen de hierboven gesc<strong>het</strong>ste omgeving hoeft <strong>het</strong> niet te verbazen dat de normen die<br />

ten grondslag liggen aan beleid (de ideologie) evenals de inschatting van de realiseerbaarheid<br />

sterker zijn afgestemd op de interesses en werk- en communicatiemethoden van<br />

betrokken instellingen, dan op de stad, de wijk of <strong>het</strong> maatschappelijke probleem. Dit<br />

ondermijnt in een aantal gevallen de empirische grondslag voor beleid. De probleemdefinitie<br />

en de oplossingsrichting worden snel gerelateerd aan de capaciteiten en interesses<br />

van betrokken partijen, en in mindere mate aan de specifieke verschijningsvorm en kenmerken<br />

van <strong>het</strong> probleem in kwestie. Te vroege vertaling van een maatschappelijk fenomeen<br />

naar een breed onderkende maar vaak abstracte categorie (multiprobleemgezinnen,<br />

zorgwekkende zorgmijders, hangjongeren) brengt voordelen met zich mee:<br />

maatschappelijke aandacht en middelen. Anderzijds vergroot zo’n categorisering <strong>het</strong><br />

risico dat de oplossing die men uiteindelijk realiseert niet goed aansluit op <strong>het</strong> specifieke<br />

probleem omdat <strong>het</strong> andere specifieke oorzaken heeft dan waar <strong>het</strong> beleidskader op<br />

inspeelt.<br />

Op zichzelf is dit geen ongebruikelijk verschijnsel. In de bestuurskunde is al vroeg<br />

onderkend dat beleidsontwikkelaars nog zoveel kunnen bedenken, de uitvoering is afhankelijk<br />

van de beschikbare instrumenten. Het effect daarvan is dat beleidsproblemen worden<br />

geformuleerd in termen die de organisatiecapaciteit weerspiegelden (Allison & Zelikow,<br />

1999). Daar kun je op twee manieren naar kijken. Een positieve manier is dat <strong>het</strong><br />

incalculeren van de beschikbare organisatiecapaciteit een noodzakelijke dosis realisme<br />

aan beleidsontwikkeling verleent. Een negatieve manier is dat beleidsontwikkeling altijd<br />

gegijzeld wordt door de definities, werkroutines en <strong>het</strong> professionele wereldbeeld van de<br />

relevante uitvoeringsorganisaties. Als de inbreng van andere dan professionele actoren<br />

een beleidsdoelstelling is, dan ligt de negatieve interpretatie van de macht van organisaties<br />

voor de hand. Maar dat maakt de positieve interpretatie niet minder relevant. Het is<br />

dan zaak om slimme manieren te vinden om, bijvoorbeeld door outcome-meting of<br />

nieuwe verantwoordingsmechanismen, de werkroutines van uitvoerende organisaties aan<br />

te passen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!