Verzameld werk - Tropische jaren - De open ruimte
Verzameld werk - Tropische jaren - De open ruimte
Verzameld werk - Tropische jaren - De open ruimte
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Cornets de Groot www.cornetsdegroot.com<br />
<strong>Tropische</strong> <strong>jaren</strong> 29<br />
We holden. Het vlot dreef voortgeboomd snel stroomafwaarts, maar we hadden <strong>werk</strong>elijk<br />
een voorsprong en bereikten de brug nog voor de lading oud roest, voornamelijk<br />
petroleumblikken, eronder door voer.<br />
Hangend aan de spijlen berekenden we de plaats voor de sprong: niet te ver achter de<br />
lading en niet te ver uit het midden.<br />
'Eén sprong,' zei Boeléh. 'Ik tel. Eén, twee, drie: los!'<br />
Het was één klap. Water sijpelde tussen de bamboestam-<br />
[p. 48]<br />
men door en overspoelde even onze voeten. Boeléh zwaaide naar de veerman met wat<br />
geld in zijn hand. 'Mogen we mee tot de volgende brug?'<br />
Maar die lag ver boven ons bereik en er zou geen volgende meer komen. <strong>De</strong> veerman<br />
stuurde immers op een kampong aan, die nederig de wallekant op kroop.<br />
'Kom,' zei Boeléh, 'we gaan de stad in.'<br />
We liepen vlug. Er hing hier iets onbestemds, vreemd en dreigend, al kwam dat<br />
misschien wel omdat we er geen idee van hadden waar we terecht waren gekomen.<br />
Buiten de kampong en haar schaduw brandde de zon. Verlaten lanen. Smeltend asfalt.<br />
Een trillende lucht.<br />
Onder een machtige waringinboom had een ijsverkoper zijn toevlucht gevonden. Een van<br />
zijn klanten wees naar ons, maar loom. Hij wees eigenlijk nauwelijks naar ons. In Batavia<br />
wist ik nog maar één zo'n boom, even stoer, even rijk aan koele schaduw als deze. Hij<br />
stond op een plein, niet ver van mijn school, maar de verkopers daar werden drukker<br />
bezocht dan de ijsverkoper hier. Er was daar meer verkeer.<br />
Hier stond een reclamezuil, overdekt met steeds hetzelfde affiche: het oog met de<br />
blauwe pupil, het boze oog, waaromheen het randschrift: 'Kijk uit voor het oog van de<br />
vijand!'<br />
'Kijken jullie maar uit,' zei een vrouw die langsliep. '<strong>De</strong> Jappen pakken alles op wat maar<br />
even blank is!'<br />
Razzia's - er waren er meer geweest! Je werd eenvoudig op een vrachtauto geladen en<br />
naar een kamp gebracht, en dan moest je daar maar aannemelijk zien te maken dat je<br />
niet zo blank was als je eruitzag. Nu, voor Tjoh was dat geen probleem, voor Boeléh ook<br />
niet: zijn ouders waren op het zwarte af. Maar ik?<br />
'We gaan terug,' zei ik.<br />
'Ik niet hoor,' zei Tjoh, 'ik wil dat wel eens zien.'<br />
Boeléh verkeerde in tweestrijd.<br />
'Kom mee,' zei ik. Ik draaide me om en liep de kampong weer in. Alleen. Een paar<br />
katjongs stonden op toen ik naderde, maar een slaapwandelaar, een mechaniek in mij<br />
bewoog mij. Mijn voeten zochten blind de weg naar mijn ondergang. Ik keek de katjongs<br />
aan. Toen hoorde ik ook nog voetstappen achter mij.<br />
[p. 49]<br />
'Ik kom eraan,' zei Boeléh. <strong>De</strong> katjongs gingen weer zitten.<br />
We moesten langs de kali terug. Ik hing mijn schoenen aan de veters om mijn nek, want<br />
er was natuurlijk geen sprake van dat ik op de terugweg droog zou blijven. Het was<br />
strompelen en waden en je een gang banen door het wilde gras, dat dor was en scherp<br />
en hoog - prachtig genoeg als het ging om letters, om de navolging van Tarzan of<br />
d'Artagnan, maar het ging nu even om de <strong>werk</strong>elijkheid zelf - om leven of dood!<br />
Toen de stenen, dat wil zeggen: Europese huizen, in zicht kwamen - hun achtertuinen<br />
grensden aan de kali - voelden we ons ineens een stuk beter.<br />
'We gaan daar kijken of we niet gewoon over straat kunnen,' zei Boeléh moedig. Bij de<br />
eerste tuin de beste gluurde hij door de schutting.<br />
'Godverdomme,' vloekte hij zachtjes, 'hier wonen Jappen.'