11.07.2015 Views

Richtlijn: Erfelijke darmkanker (1.0) - Genootschap van Maag-Darm ...

Richtlijn: Erfelijke darmkanker (1.0) - Genootschap van Maag-Darm ...

Richtlijn: Erfelijke darmkanker (1.0) - Genootschap van Maag-Darm ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Erfelijke</strong> <strong>darmkanker</strong> (<strong>1.0</strong>)Literatuurbespreking:Wanneer bij een adviesvrager een erfelijke aanleg voor colorectaal carcinoom - zoals Lynch syndroom - isvastgesteld, is deze aanleg als regel overgeërfd <strong>van</strong>uit vaders of moeders familie. Het is daarom in principevoor eerstegraads verwanten en overige leden uit de betreffende tak <strong>van</strong> de familie <strong>van</strong> belang om teweten, dat een mutatie is vastgesteld en dat zij een verhoogde kans hebben op dragerschap <strong>van</strong> dezeaanlegfactor. De betreffende verwanten hebben dan de mogelijkheid om aan de hand <strong>van</strong> deze informatieeigen keuzen te maken. De vraag is op welke manier familieleden, die zich niet zelf gemeld hebben bij eenklinisch genetisch centrum, geïnformeerd kunnen worden.Bij erfelijke aanleg voor ziekten met goede mogelijkheden voor preventie heeft de arts te maken metmogelijk conflicterende belangen: enerzijds het recht <strong>van</strong> de patiënt op geheimhouding <strong>van</strong> informatie,anderzijds het belang, dat verwanten <strong>van</strong> de adviesvrager worden geïnformeerd. Er zijn hieroververschillende internationale en nationale richtlijnen gepubliceerd 143 246 47 126 . In het algemeen wordt eenprocedure geadviseerd, waarbij de informatie aan verwanten loopt via de adviesvrager. Er is in de literatuurgeen consensus, in professionele standaarden of in jurisprudentie, om tot regels te komen aangaande hetinformeren <strong>van</strong> verwanten, zonder medewerking <strong>van</strong> de indexpatiënt c.q. tegens diens wil in. In Nederlandis er geen juridisch verankerde of onderbouwde plicht <strong>van</strong> de hulpverlener om te zorgen voor hetinformeren <strong>van</strong> verwanten.In een Belgische studie over families met een BRCA1/2-mutatie werd gevonden, dat de informatie,wanneer deze via de adviesvrager verspreid moet worden, in feite maar weinig verwanten bereikt, terwijl erbij die verwanten wel de wens aanwezig was, om nader geïnformeerd te worden 295 . De studie <strong>van</strong> Wagnergaf aan, dat de uptake <strong>van</strong> genetische testen in families met Lynch syndroom te wensen overliet 337 . In eenAustralische studie werd nagegaan, wat het effect zou zijn <strong>van</strong> het direct benaderen <strong>van</strong> verwanten doorde geneticus 316 . Het betrof hier families met familiaire borst- en eierstokkanker, erfelijke <strong>darmkanker</strong> enCowden syndroom. Een directe schriftelijke benadering leidde tot een sterke toename <strong>van</strong> verzoeken totpresymptomatische DNA-diagnostiek, terwijl er geen bijzondere problemen werden gemeld <strong>van</strong> verwanten.Conclusies:In Nederland is er geen juridisch verankerde of onderbouwde plicht <strong>van</strong> de hulpverlener om te zorgen voorhet informeren <strong>van</strong> verwanten.Niveau 4Informatie voor verwanten over erfelijke aandoeningen met goede preventieve mogelijkheden, zoalserfelijke aanleg voor darmpoliepen en colorectaal carcinoom, bereikt vaak niet alle belanghebbenden.Niveau 4: D Sermijn 2004 295 ; Suthers 2006 316Overwegingen:De algemene werkwijze binnen de klinisch-genetische centra is, dat in het gesprek met de adviesvrageraan deze wordt verzocht om familieleden te informeren. Als standaard wordt dit schriftelijk ondersteundmet een brief aan de adviesvrager, (mede) bestemd voor deze verwanten, waarin wordt meegedeeld, dater een erfelijke aandoening is vastgesteld met mogelijkheden voor preventie, en waarin verderemogelijkheden voor de verwanten voor het verkrijgen <strong>van</strong> informatie zijn aangegeven. Het is niet bekend, inhoeverre de nu gevolgde werkwijze effectief is. Als at-risk familieleden zich niet melden, is veelalonduidelijk of deze verwanten al dan niet bereikt zijn en of zij dus wel of niet een geïnformeerde beslissinghebben kunnen nemen.In de richtlijn voorspellend DNA-onderzoek <strong>van</strong> de Commissie Kwaliteit <strong>van</strong> de Vereniging KlinischeGenetica Nederland (versie november 2006) is het volgende commentaar gegeven bij de huidigehierboven geschetste werkwijze:‘Recent is echter kritiek ontstaan op het dogmatisch vasthouden aan deze werkwijze in relatie totbehandelbare aandoeningen, waar verwanten die niet tijdig worden gediagnosticeerd een groot risico opgezondheidsschade lopen. Verschillende tussenoplossingen zijn denkbaar, bijvoorbeeld die, waarfamilieleden direct door de klinisch geneticus worden benaderd, nadat zij eerst door de indexpatiënt op dehoogte zijn gebracht, dat ze een brief kunnen verwachten. Impliciet dringt de vraag zich op in hoeverre deklinisch geneticus verantwoordelijkheid kan en moet dragen voor het feit dat rele<strong>van</strong>te informatiedaadwerkelijk terecht komt bij alle verwanten die <strong>van</strong> deze informatie voordeel zouden kunnen hebben. Hetantwoord op deze vraag is nog niet geheel uitgekristalliseerd. Hoewel het benaderen <strong>van</strong> verwanten viaeen indexpatiënt in de meeste gevallen de voorkeur zal genieten - ook om praktische redenen - zijn er03/11/08 <strong>Erfelijke</strong> <strong>darmkanker</strong> (<strong>1.0</strong>) 80

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!