02.05.2013 Views

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> <strong>wil</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>vrije</strong> <strong>wil</strong>... – eindverhan<strong>de</strong>ling – <strong>Merijn</strong> <strong>Fagard</strong> – 2006-‘7 – A. Burms<br />

Daarmee is in feite ook het positieve argument voor <strong>de</strong> vrijheid van het <strong>de</strong>nken al gegeven.<br />

Het bestaat uit <strong>de</strong> observatie dat <strong>de</strong> mens zich in zijn <strong>de</strong>nken uitsluitend en volledig richt <strong>naar</strong><br />

inhou<strong>de</strong>n, die hij ook zon<strong>de</strong>r fout doorschouwt. Hij volgt hen dus ook nadat hun aard hem<br />

geheel bekend is gewor<strong>de</strong>n. Dit betekent echter dat hij het <strong>de</strong>nken vrij volbrengt: <strong>de</strong> motieven<br />

die hem lei<strong>de</strong>n kent hij door en door en ondanks (of dankzij) <strong>de</strong>ze kennis is hij toch bereid om<br />

zijn <strong>de</strong>nken daar al dan niet <strong>naar</strong> in te richten. Hij han<strong>de</strong>lt dan uitsluitend en volledig geleid<br />

door zijn inzicht; an<strong>de</strong>re factoren dan dit inzicht in <strong>de</strong> inhoud van zijn gedachten, spelen<br />

daarbij geen rol. Het is dui<strong>de</strong>lijk dat dit inzicht hem niet dwingt. Niemand verplicht <strong>de</strong> mens<br />

om <strong>naar</strong> <strong>de</strong> waarheid te zoeken, zeker ook niet <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van <strong>de</strong> waarheid, ook niet nadat <strong>de</strong><br />

mens zich daarin inzicht verworven heeft. Hij richt echter zijn <strong>de</strong>nken in volgens datgene wat<br />

<strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>e van hem verlangt (als voorbeeld van een vrij <strong>de</strong>nken), indien hij, ook na alzijdig<br />

on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>e, <strong>de</strong> werkelijkheid die zou ontstaan indien hij <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>e tot richtsnoer<br />

zou maken van zijn <strong>de</strong>nken (binnen <strong>de</strong> gegeven context van dit <strong>de</strong>nken), kan liefhebben. Dan<br />

bepaalt <strong>de</strong> mens, via zijn inzicht, zichzelf. Ofwel: <strong>de</strong> activiteit van het <strong>de</strong>nken beantwoordt<br />

aan het zelfbepalingscriterium; nodig om te voldoen aan Steiners hier zo genoem<strong>de</strong> ‘<strong>de</strong>finitie’<br />

van <strong>de</strong> vrijheid. 150<br />

Wesenheit entspringend, wäre seine Wesenheit nicht eine auf sich selbst ruhen<strong>de</strong>, so<br />

erwiese sich das aus <strong>de</strong>m Ethischen fliessen<strong>de</strong> Freiheitsbewusstsein als ein<br />

Scheingebil<strong>de</strong>. [...]” Steiner beschouwt dus niet <strong>de</strong> aanwezigheid van het alledaagse<br />

vrijheidsbewustzijn bij <strong>de</strong> mens als het meest overtuigen<strong>de</strong> argument voor <strong>de</strong> vrijheid van<br />

het <strong>de</strong>nken en han<strong>de</strong>len, maar wel <strong>de</strong> observaties die <strong>de</strong> mens kan doen wanneer hij,<br />

vanuit <strong>de</strong> door Steiner zo genoem<strong>de</strong> ‘uitzon<strong>de</strong>ringstoestand’ (zie ook sectie 3.2.1.4 en noot<br />

88), zijn eigen <strong>de</strong>nken observeert.<br />

150 Vergelijk dit ook met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> passage uit Steiners Grundlinien… (p. 53): “Man glaubt<br />

gewönlich, wir verbin<strong>de</strong>n gewisse Begriffe <strong>de</strong>shalb zu grösseren Komplexen, o<strong>de</strong>r wir<br />

<strong>de</strong>nken überhaupt in einer gewissen Weise <strong>de</strong>shalb, weil wir einen gewissen inneren<br />

(logischen) Zwang verspüren, dies zu tun. Auch Volkelt hat sich dieser Ansicht<br />

angeschlossen. Wie stimmt sie aber zu <strong>de</strong>r durchsichtige Klarheit, mit <strong>de</strong>r unsere ganze<br />

Gedankenwelt in unserem Bewusstsein gegenwärtig ist? Wir kennen überhaubt nichts in<br />

<strong>de</strong>r Welt genauer als unsere Gedanken. Soll da nun ein gewisser Zusammenhang auf<br />

Grund eines inneren Zwanges hergestellt wer<strong>de</strong>n, wo alles so klar ist? Was brauche ich<br />

<strong>de</strong>n Zwang, wenn ich die Natur <strong>de</strong>s zu verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n kenne, durch und durch kenne, und<br />

mich also nach ihr richten kann? Alle unsere Gedankenoperationen sind Vorgänge, die<br />

sich vollziehen auf Grund <strong>de</strong>r Einsicht in die Wesenheit [dat <strong>wil</strong> zeggen <strong>de</strong> inhoud, MF] <strong>de</strong>r<br />

Gedanken und nicht nach Massgabe eines Zwanges. Ein solcher Zwang wi<strong>de</strong>rspricht <strong>de</strong>r<br />

Natur <strong>de</strong>s Denkens”. In <strong>de</strong>ze passage mag men zich niet verkijken op <strong>de</strong> op zijn minst<br />

vreemdsoortig klinken<strong>de</strong> uitdrukking ‘wat zou ik <strong>de</strong> dwang nodig hebben… (was brauche<br />

ich <strong>de</strong>n Zwang)’. Deze uitdrukking klinkt vreemd, omdat dwang natuurlijk iets is dat ik niet<br />

zomaar weg kan leggen of bijhou<strong>de</strong>n als een eenvoudig on<strong>de</strong>r mijn macht staand<br />

voorwerp. Dat doet immers <strong>de</strong> dwang natuurlijk niet. (Indien we tot iets gedwongen<br />

wor<strong>de</strong>n, dan zal <strong>de</strong> uitroep: ‘wat heb ik <strong>de</strong> dwang eigenlijk nodig!’ ons daarbij niet echt veel<br />

helpen.) Wat Steiner volgens ons veeleer <strong>wil</strong> zeggen is, dat er geen dwangbegrip nodig is,<br />

om toch <strong>de</strong> beweging van het <strong>de</strong>nken te kunnen verklaren. De mens kan zich bij zijn<br />

<strong>de</strong>nken namelijk richten <strong>naar</strong> <strong>de</strong> inhoud van een i<strong>de</strong>e; <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e namelijk die hij zich heeft<br />

125

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!