Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> <strong>wil</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>vrije</strong> <strong>wil</strong>... – eindverhan<strong>de</strong>ling – <strong>Merijn</strong> <strong>Fagard</strong> – 2006-‘7 – A. Burms<br />
immers op dat het wel zeker is dat mensen van hetzelf<strong>de</strong> voorwerp verschillen<strong>de</strong><br />
voorstellingsinhou<strong>de</strong>n kunnen hebben. Iemand die kleurenblind is ziet immers wel <strong>de</strong>gelijk<br />
an<strong>de</strong>re kleuren dan iemand die dat niet is. Dat weten we, omdat hij bijvoorbeeld bepaal<strong>de</strong><br />
kleurschakeringen niet blijkt te kunnen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Wat <strong>de</strong> kleurenblin<strong>de</strong> echter precies<br />
ziet, kunnen we dus echter om<strong>wil</strong>le van <strong>de</strong> gegeven re<strong>de</strong>nen niet weten. Het (filosofische)<br />
wantrouwen is daarmee gewekt: het individuele (particuliere) bewustzijn maakt wellicht dat<br />
<strong>de</strong> voorstellingen die verschillen<strong>de</strong> bewustzijnsdragers van eenzelf<strong>de</strong> voorwerp hebben, op<br />
een voor <strong>de</strong>ze bewustzijnen onnavolgbare (oncontroleerbare) wijze, van elkaar verschillen.<br />
Het centrale punt hier is dat voorstellingsinhou<strong>de</strong>n volgens Frege wezenlijk privaat zijn.<br />
Twee mensen kunnen nooit met zekerheid weten of zij wel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorstellingen hebben<br />
van datgene wat zij beschouwen als hetzelf<strong>de</strong> ding. Daaruit volgt echter dat indien gedachten<br />
voorstellingen zijn het niet mogelijk is om elkaars gedachten te beoor<strong>de</strong>len. Twee mensen die<br />
over een bepaal<strong>de</strong> gedachte een oor<strong>de</strong>el uitspreken, zijn in <strong>de</strong> onmogelijkheid om te weten te<br />
komen of het wel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gedachte is, waarover zij spreken. Want als gedachten<br />
voorstellingen zijn en voorstellingen wezenlijk privaat, dan zijn gedachten dat ook en <strong>de</strong><br />
gedachten van twee gegeven personen dus niet (door <strong>de</strong>ze personen) met elkaar vergelijkbaar.<br />
Of bijvoorbeeld een bepaal<strong>de</strong> gedachte ook onafhankelijk van het bewustzijn dat <strong>de</strong>ze<br />
gedachte (als voorstelling) heeft waar is of niet, kan dan niet meer in ernst gezegd wor<strong>de</strong>n,<br />
aangezien elk persoonlijk bewustzijn in wezen slechts over zijn eigen gedachten en niet met<br />
zekerheid ook over die van an<strong>de</strong>ren daarmee zou oor<strong>de</strong>len. Het gevolg van <strong>de</strong> aanname dat<br />
gedachten voorstellingen zijn is daarom <strong>de</strong>sastreus:<br />
Wenn je<strong>de</strong>r Gedanke eines Trägers bedarf, zu <strong>de</strong>ssen Bewusstseinsinhalte er gehört, so<br />
ist er Gedanke nur diese Trägers, und es gibt keine Wissenschaft, welche viele gemeinsam<br />
wäre an welcher viele arbeiten könnten; son<strong>de</strong>rn ich habe vielleicht meine Wissenschaft,<br />
nämlich ein Ganzes von Gedanken, <strong>de</strong>ren Träger ich bin, ein an<strong>de</strong>re hat seine<br />
Wissenschaft. Je<strong>de</strong>r von uns beschäftigt sich mit Inhalten seines Bewusstseins. Ein<br />
Wi<strong>de</strong>rspruch zwischen bei<strong>de</strong>n Wissenschaften ist dann nicht möglich; und es ist eigentlich<br />
müssig, sich um die Wahrheit zu streiten, ebenso müssig, ja beinahe lächerlich, wie es<br />
wäre, wenn zwei Leute sich stritten, ob ein Hun<strong>de</strong>rtmarkschein echt wäre, wobei je<strong>de</strong>r von<br />
bei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>njenigen meinte, <strong>de</strong>n er selber in seiner Tasche hätte, und das Wort “echt” in<br />
seinem beson<strong>de</strong>ren Sinn verstän<strong>de</strong>. [...] 103<br />
103 Ibi<strong>de</strong>m, p. 43.<br />
78