02.05.2013 Views

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> <strong>wil</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>vrije</strong> <strong>wil</strong>... – eindverhan<strong>de</strong>ling – <strong>Merijn</strong> <strong>Fagard</strong> – 2006-‘7 – A. Burms<br />

is. 159 Verschillen<strong>de</strong> argumenten stellen hen namelijk in staat te twijfelen aan het vermogen<br />

van <strong>de</strong> mens om, uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> (inhoud van zijn concrete) ervaringen, tot besluiten te<br />

komen over <strong>de</strong> natuur van <strong>de</strong> ‘realiteit’. De nuance ten opzichte van Steiner is dan, dat voor<br />

hem <strong>de</strong> term ‘ervaring’ op een inhou<strong>de</strong>lijk veel rijkere manier wordt ingevuld. Voor hem<br />

vallen immers niet enkel <strong>de</strong> ‘zintuiglijk’ verworven inhou<strong>de</strong>n daaron<strong>de</strong>r, maar ook inhou<strong>de</strong>n<br />

van ‘geestelijke (bovenzinnelijke)’ aard. Hij zal dan natuurlijk ook <strong>wil</strong>len on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong><br />

mate hij het kennen wenst te ver<strong>de</strong>digen, dat ook <strong>de</strong>ze ‘geestelijke’ ervaringen op (een <strong>de</strong>el<br />

van) <strong>de</strong> werkelijkheid dui<strong>de</strong>n. Daaruit volgt dat voor Steiner spontaan (zeker niet<br />

noodzakelijk) ook een veel ‘rijkere’ ontologie eventueel op <strong>de</strong> filosofische verlanglijst staat.<br />

Hij <strong>wil</strong> zich niet alleen rekenschap afleggen van zijn zintuiglijke ervaringen, maar ook van die<br />

ervaringen, waarvan hij meent vast te stellen dat an<strong>de</strong>ren hen niet hebben. 160 In <strong>de</strong> mate<br />

bovendien dat aparte, niet voor het zintuiglijke maar wel voor het geestelijke ervaringsbereik<br />

gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> argumenten tegen <strong>de</strong> mogelijkheid van daarmee verbon<strong>de</strong>n ‘realiteiten’ pleiten is<br />

Steiner dan ook geneigd zijn categorie van het ervaringsbegrip zo ruim mogelijk te nemen,<br />

opdat zijn algemene argumentatie voor <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> menselijke ervaring als<br />

absoluut kennisfundament in elk geval ook zijn geestelijke ervaringen omvat. An<strong>de</strong>re<br />

filosofen, die niet met <strong>de</strong>rgelijke ervaringen bekend zijn (of niet met <strong>de</strong> ervaring, iets te<br />

ervaren waar an<strong>de</strong>ren niet mee bekend zijn – of omgekeerd, iets niet te ervaren, waar an<strong>de</strong>ren<br />

wel mee bekend zijn) zullen wellicht het ervaringsbegrip an<strong>de</strong>rs en/of min<strong>de</strong>r ruim <strong>de</strong>finiëren.<br />

Ook een min<strong>de</strong>r uitgebrei<strong>de</strong> ontologie zal wellicht op hun verlanglijst staan.<br />

Tegen <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nering kan echter <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tegenwerping wor<strong>de</strong>n gemaakt. Het is<br />

namelijk helemaal niet zo dat vanuit het standpunt van blin<strong>de</strong> mensen <strong>de</strong> ervaringen van<br />

zien<strong>de</strong> mensen ‘paranormaal’ zou<strong>de</strong>n zijn. Blin<strong>de</strong>n kunnen namelijk wel <strong>de</strong> ervaringen van<br />

zien<strong>de</strong>n – ook al kunnen zij zich van <strong>de</strong> concrete inhoud van <strong>de</strong>ze ervaringen geen enkele<br />

voorstelling vormen – plaatsen in hun, beperktere, ervaringswereld. Laten we dit toelichten<br />

159 Ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse epistemologie waarin van dit uitgangspunt wordt<br />

afgestapt laten we daarbij buiten beschouwing.<br />

160 Het on<strong>de</strong>rscheid is wellicht voor <strong>de</strong>gene met ‘meer’ ervaringen (aanvankelijk) min<strong>de</strong>r<br />

scherp, dan voor <strong>de</strong>gene, die moet vaststellen dat hem bepaal<strong>de</strong>, te ervaren inhou<strong>de</strong>n, niet<br />

bekend zijn. Het is interessant hierbij op te merken dat voor Steiner dit ‘blind-zijn’ ook reeds<br />

een aanvang neemt met het ‘blind-zijn’ voor i<strong>de</strong>eën. Het tegenovergestel<strong>de</strong> fenomeen ziet<br />

hij in Goethe aan het werk: <strong>de</strong>ze was namelijk spontaan geneigd om zijn i<strong>de</strong>eën bij <strong>de</strong><br />

dingen die hij zag eveneens voor ervaringen te hou<strong>de</strong>n. Voor Goethe was het enorm<br />

moeilijk in te zien, dat er een principieel on<strong>de</strong>rscheid zou zijn tussen <strong>de</strong> ervaring van i<strong>de</strong>ële<br />

en an<strong>de</strong>re, meer concrete inhou<strong>de</strong>n. Schiller probeer<strong>de</strong> hem dui<strong>de</strong>lijk te maken dat het<br />

verbin<strong>de</strong>n van i<strong>de</strong>ële (theoretische) inhou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> concreet-zintuiglijke niet zon<strong>de</strong>r<br />

(filosofische) problemen is en daarom ook niet tot onmid<strong>de</strong>llijk evi<strong>de</strong>nte waarhe<strong>de</strong>n leidt<br />

(cfr. Het waarnemingsoor<strong>de</strong>el, sectie 3.2.1.3).<br />

135

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!