Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> <strong>wil</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>vrije</strong> <strong>wil</strong>... – eindverhan<strong>de</strong>ling – <strong>Merijn</strong> <strong>Fagard</strong> – 2006-‘7 – A. Burms<br />
De mens kan in zijn spel opgaan zon<strong>de</strong>r (1) of met (2) een expliciete aandacht voor <strong>de</strong> regels<br />
die hij volgt. Maar als hij over <strong>de</strong> natuur van zijn eigen spel reflecteert, dan speelt hij niet<br />
meer, maar is hij over zijn spel aan het <strong>de</strong>nken. Het spel kan niet op iets an<strong>de</strong>rs dan zichzelf<br />
gericht zijn. Denkprocessen echter kunnen zowel op een inhoud buiten henzelf gericht zijn als<br />
zelf het voorwerp wor<strong>de</strong>n van een (zij het daarvan verschillend) <strong>de</strong>nkproces. Op <strong>de</strong>ze manier<br />
is nog dui<strong>de</strong>lijker gemaakt wat precies het verschil is tussen (3) het aandachtig bij een<br />
bepaal<strong>de</strong> activiteit aanwezig zijn (zij dit het <strong>de</strong>nken of het spelen van een spel) terwijl men<br />
<strong>de</strong>ze activiteit uitvoert en (2) <strong>de</strong> toestand waarin <strong>de</strong> mens over een bepaal<strong>de</strong> door hem al dan<br />
niet aandachtig uitgevoer<strong>de</strong> activiteit reflecteert. Toestand (3) kan gelijk welke activiteit zijn<br />
begeleid door een bepaal<strong>de</strong> (omvatten<strong>de</strong>) aandacht. Toestand (2) daarentegen kan alleen maar<br />
een <strong>de</strong>nken zijn. (Toestand (1) is eigenlijk toestand (3) maar dan begeleid door een beperktere<br />
- of an<strong>de</strong>rs gerichte - aandacht.) 76<br />
Op <strong>de</strong>ze manier zien we wat <strong>de</strong> onobserveerbaarheid van het actuele <strong>de</strong>nken betekent. De<br />
toestand van het aandachtige of bewust geconcentreer<strong>de</strong> <strong>de</strong>nken (3) is wel mogelijk en houdt<br />
ook in dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>nker met zijn aandacht bij zijn volledige <strong>de</strong>nkproces aanwezig is. Zij houdt<br />
echter <strong>de</strong>sondanks volgens Steiner toch niet <strong>de</strong> observatie van het <strong>de</strong>nken in. De observatie<br />
van het eigen <strong>de</strong>nken vindt slechts plaats, wanneer <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong>nkt zich afstan<strong>de</strong>lijk<br />
verhoudt ten opzichte van zijn eigen <strong>de</strong>nken. Hij moet over zijn eigen <strong>de</strong>nken kunnen<br />
reflecteren, dat <strong>wil</strong> zeggen wezenlijk <strong>de</strong> aandacht op nog meer kunnen richten dan uitsluitend<br />
het on<strong>de</strong>rwerp waarover wordt nagedacht (1) of zelfs het gehele bereik van zijn (actuele)<br />
<strong>de</strong>nken (3). Hij moet namelijk <strong>de</strong> samenhang kunnen overzien van dit <strong>de</strong>nken (<strong>de</strong>nkproces)<br />
met an<strong>de</strong>re (al dan niet psychische) gegevenhe<strong>de</strong>n. Daarom is het ook onmogelijk dat in<br />
Steiners filosofie <strong>de</strong> toestand van het aandachtige <strong>de</strong>nken (3) <strong>de</strong> rol zou overnemen die in feite<br />
nu <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkobservatie (2) daarin speelt, ook al is het wel zo dat Steiner in zijn werk<br />
onvoldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aandacht vestigt op <strong>de</strong> mogelijkheid van het aandachtige <strong>de</strong>nken (3). Hij<br />
schetst slechts toestand (1) en <strong>de</strong> reflectie daarover achteraf (2, <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkobservatie). De<br />
mogelijkheid van toestand (3) daarentegen lijkt hij louter als vanzelfsprekend stilzwijgend te<br />
vooron<strong>de</strong>rstellen. 77<br />
76 Vergelijk voor het motief dat het <strong>de</strong>nken, in tegenstelling tot an<strong>de</strong>re processen en<br />
activiteiten, wel op zichzelf gericht kan zijn (zelfreflexief is) en voor Steiners toepassing<br />
daarvan ook DPdF, p. 37-8.<br />
77 Zie voor dit on<strong>de</strong>rwerp ook: Muschalle, Michael, Rudolf Steiners Begriff <strong>de</strong>r Denk-<br />
Beobachtung. In dit belangrijke artikel voor <strong>de</strong> Steiner-interpretatie gaat Muschalle zo ver,<br />
<strong>de</strong> noodzaak te ver<strong>de</strong>digen van het aandachtige <strong>de</strong>nken (3) als basis voor <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>nkobservatie (2). Waarover namelijk zou an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkobservatie moeten reflecteren,<br />
indien niet over <strong>de</strong> bewuste belevenissen die <strong>de</strong> <strong>de</strong>nker heeft opgedaan aan zijn eigen<br />
56