Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> <strong>wil</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>vrije</strong> <strong>wil</strong>... – eindverhan<strong>de</strong>ling – <strong>Merijn</strong> <strong>Fagard</strong> – 2006-‘7 – A. Burms<br />
tot <strong>de</strong>ze organisatie, <strong>de</strong> <strong>wil</strong>shan<strong>de</strong>ling bepalen. 117 Steiners algemene theorie van het han<strong>de</strong>len<br />
is niet origineel. Hij neemt haar over van <strong>de</strong> door hem zeer bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> en in zijn tijd ook<br />
veelgelezen filosoof Eduard von Hartmann. 118 Volgens <strong>de</strong>ze theorie wordt het menselijke<br />
<strong>wil</strong>len uitsluitend en volledig bepaald door <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee factoren: het motief, waardoor<br />
<strong>de</strong> doelstelling wordt bepaald die <strong>de</strong> mens met zijn han<strong>de</strong>ling probeert te bereiken en <strong>de</strong><br />
drijfveren die <strong>de</strong> mens tot han<strong>de</strong>len brengen. Afhankelijk van <strong>de</strong>ze twee factoren komt <strong>de</strong><br />
menselijke <strong>wil</strong>shan<strong>de</strong>ling tot stand.<br />
Aan <strong>de</strong> <strong>wil</strong>shan<strong>de</strong>ling ligt noodzakelijk een motief ten grondslag. Dat <strong>wil</strong> zeggen een<br />
begrip of een voorstelling van datgene wat het individu met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling <strong>wil</strong> bereiken (dit<br />
kan ook een begrip of een voorstelling zijn van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling zelf, namelijk indien het<br />
uitvoeren daarvan als doel op zichzelf wordt beschouwd). Steiner argumenteert dat uitsluitend<br />
voorstellingen of begrippen het motief kunnen vormen van een han<strong>de</strong>ling. Zintuiglijke<br />
waarnemingen of gevoelens daarentegen (zoals bijvoorbeeld het lustgevoel) kunnen nooit het<br />
motief van een han<strong>de</strong>ling vormen. De re<strong>de</strong>n is als volgt. Een gevoel (bijvoorbeeld een pijn of<br />
een bepaal<strong>de</strong> emotie) dat optreedt in <strong>de</strong> ziel, is reeds werkelijk. Ook <strong>de</strong> inhoud van een<br />
zintuiglijke indruk (bijvoorbeeld een kleurwaarneming) is dat onmid<strong>de</strong>llijk op het moment<br />
waarop hij optreedt in <strong>de</strong> ziel. Zij kunnen daarom wel het doel van een han<strong>de</strong>ling zijn, maar<br />
niet het motief. Alleen voor voorstellingen en gedachten geldt dat zij reeds in <strong>de</strong> ziel<br />
aanwezig kunnen zijn, zon<strong>de</strong>r dat hun inhoud is gerealiseerd. Het is absurd om <strong>de</strong> inhoud van<br />
117 Met betrekking tot <strong>de</strong> vrijheid is hier dan <strong>de</strong> vraag, in welke mate het “ik” als mogelijk <strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> menselijke organisatie een rol speelt bij het han<strong>de</strong>len. Zie ook sectie 4.3.<br />
118 Hartmann (von), Eduard, Phänomenologie <strong>de</strong>s sittlichen Bewusstseins. Eine Entwicklung<br />
seiner mannigfaltigen Gestalten in ihrem inneren Zusammenhang. Feitelijk bouwt von<br />
Hartmann zijn hele boek op volgens <strong>de</strong> hier weergegeven theorie; naast een hoofdstuk<br />
over wat hij beschouwt als vormen van ‘pseudo-moraal’, bevat het immers ook nog twee<br />
ver<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>lingen, waaruit het twee<strong>de</strong> hoofdstuk getiteld Das ächte Sittliche<br />
Bewusstsein, bestaat. Namelijk: Die Triebfe<strong>de</strong>rn <strong>de</strong>r Sittlichkeit; o<strong>de</strong>r die subjectiven<br />
Moralprinzipien en Die Ziele <strong>de</strong>r Sittlichkeit; o<strong>de</strong>r die objectiven Moralprinzipien. Hieruit<br />
blijkt hoe dicht Steiner zich vormelijk zowel als terminologisch én ook qua algemeen<br />
theoretisch ka<strong>de</strong>r in Die Philosophie <strong>de</strong>r Freiheit eigenlijk aan von Hartmann oriënteert. Dit<br />
natuurlijk zeker, om ten aanzien van een aantal punten beter tegen von Hartmann te<br />
kunnen polemiseren. (Bijvoorbeeld met betrekking tot <strong>de</strong> relatie tussen zijn Philosophie <strong>de</strong>r<br />
Freiheit en von Hartmanns Philosophie <strong>de</strong>s Unbewussten geeft Steiner dit zelf aan. Von<br />
Hartmanns hierboven genoem<strong>de</strong> Phänomenologie <strong>de</strong>s sittlichen Bewusstseins<br />
bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Steiner echter zeer. Zie voor documentatie rond dit on<strong>de</strong>rwerp ook: Steiner,<br />
Rudolf, Dokumente zur “Philosophie <strong>de</strong>r Freiheit”. GA 4a.) Maar wellicht mogen we daaruit<br />
ook, en eveneens uit <strong>de</strong> hoge verwachtingen die Steiner ten aanzien van gesprekken met<br />
von Hartmann koester<strong>de</strong>, besluiten dat hij zich <strong>de</strong>ze filosoof als i<strong>de</strong>ale toehoor<strong>de</strong>r koos.<br />
Het was dan ook een serieuze teleurstelling voor Steiner dat Von Hartmann uitein<strong>de</strong>lijk niet<br />
mee kon gaan in zijn hierboven geschetste on<strong>de</strong>rzoekingen over het <strong>de</strong>nken en met name<br />
niet in <strong>de</strong> gedachte dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkobservatie in<strong>de</strong>rdaad betrouwbare kennis over het <strong>de</strong>nken<br />
biedt.<br />
97