02.05.2013 Views

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

Van de goede wil naar de vrije wil… - Merijn Fagard

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> <strong>wil</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>vrije</strong> <strong>wil</strong>... – eindverhan<strong>de</strong>ling – <strong>Merijn</strong> <strong>Fagard</strong> – 2006-‘7 – A. Burms<br />

De aanname dat gedachten voorstellingen zijn, in Frege's betekenis van het woord, loopt uit<br />

op <strong>de</strong> absur<strong>de</strong> mening dat een aan ie<strong>de</strong>reen gemeenschappelijke wetenschap en een aan<br />

ie<strong>de</strong>reen gemeenschappelijk oor<strong>de</strong>len en discussiëren eigenlijk niet mogelijk zijn. Absurd,<br />

omdat dit toch in tegenspraak is met een manifeste vooron<strong>de</strong>rstelling, die het menselijke<br />

dagdagelijkse en wetenschappelijke leven, bijna op een vanzelfspreken<strong>de</strong> manier, regelt. Het<br />

zou een relativisme impliceren dat Frege ontoelaatbaar acht: namelijk <strong>de</strong> afhankelijkheid van<br />

<strong>de</strong> wetenschappelijke activiteit van toevallige kenmerken van het individuele bewustzijn.<br />

Daarom, omdat wij als mens spontaan <strong>de</strong> mening hebben (die Frege <strong>wil</strong> ver<strong>de</strong>digen), dat<br />

gedachten waar of onwaar zijn (etc.) onafhankelijk van welk individueel bewustzijn dan ook,<br />

<strong>wil</strong> hij uitwijken <strong>naar</strong> een an<strong>de</strong>re mogelijke hypothese, namelijk dat gedachten noch<br />

voorstellingen, noch zintuiglijk waarneembare dingen die behoren tot <strong>de</strong> buitenwereld zijn,<br />

maar wel behoren tot een aparte (metafysische) categorie van niet-zintuiglijk waarneembare,<br />

echter buiten het bewustzijn bestaan<strong>de</strong> en door dit bewustzijn daarom te vatten - of te<br />

ont<strong>de</strong>kken en niet zelf te construeren (<strong>wil</strong> het hen leren kennen) - entiteiten.<br />

Daar waar Bühler ver<strong>de</strong>digt dat <strong>de</strong> voor ie<strong>de</strong>reen intersubjectief toegankelijke gedachten<br />

<strong>de</strong>el uit maken – op een onaanschouwelijke, niet voorstellingsachtige manier – van het<br />

bewuste en concrete psychische (innerlijke) leven van <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong>ze gedachten heeft,<br />

plaatst Frege <strong>de</strong> gedachten dus buiten het bewustzijn. Dit bovendien op basis van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

observatie als Bühler: namelijk hun objectiviteit. Wel kent Frege natuurlijk niet <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>nkpsychologische on<strong>de</strong>rzoekingen van Bühler, die <strong>de</strong>ze blijkbaar <strong>de</strong> ruimte geven om zijn<br />

polemische stellingname zo empirisch on<strong>de</strong>rbouwd te ver<strong>de</strong>digen. Frege lijkt in elk geval uit<br />

te gaan van een vluchtiger (introspectief gevoerd) on<strong>de</strong>rzoek met het oog op het bekomen van<br />

een mentale (respectievelijk metafysische) kaart, die <strong>de</strong> mogelijke categorieën aan moet<br />

geven, waartoe <strong>de</strong> menselijke gedachten zou<strong>de</strong>n kunnen behoren. Bemerken<strong>de</strong> dat gedachten<br />

niet voorstellingen noch uiterlijke objecten kunnen zijn, gaat hij er eenvoudig toe over te<br />

stellen, dat indien een intersubjectieve en objectieve wetenschap mogelijk <strong>wil</strong> zijn, er nog een<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> categorie van entiteiten moet bestaan, uitgerust met <strong>de</strong> geschetste kwaliteiten.<br />

Dit laatste lijkt ons een gevolg te zijn van Frege’s aanname dat in elk geval <strong>de</strong><br />

bewustzijnsinhou<strong>de</strong>n noodzakelijk privaat zijn, iets waarvan Bühler misschien zou zeggen dat<br />

dit niet voor alle bewustzijnsinhou<strong>de</strong>n het geval hoeft te zijn. In elk geval doet Bühler <strong>naar</strong> <strong>de</strong><br />

kennistheoretische en wetenschapsfilosofische consequenties van zijn on<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />

geen ver<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoekingen. Hij lijkt enkel te impliceren, dat ook het intersubjectief en<br />

objectief beoor<strong>de</strong>elbare eenvoudig <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> individuele bewustzijnsinhoud kan zijn; dat er<br />

dus bewustzijnsinhou<strong>de</strong>n bestaan, ook zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>nking moet optre<strong>de</strong>n van een<br />

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!