02.06.2013 Views

PUBLICATIES VAN DE EERSTE 10 JAAR VAN DE REFORMATOR

PUBLICATIES VAN DE EERSTE 10 JAAR VAN DE REFORMATOR

PUBLICATIES VAN DE EERSTE 10 JAAR VAN DE REFORMATOR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VOORRE<strong>DE</strong> OP <strong>DE</strong> BRIEF <strong>VAN</strong> JACOBUS. 1522.<br />

128<br />

Deze brief van Jacobus, hoewel door de Ouden verworpen, prijs ik en acht hem<br />

daarom goed, omdat hij in 't geheel geen mensenleer geeft en Gods wet naar voren<br />

brengt. Maar ik zeg als mijn mening, zonder iemand anders te kort te doen, dat ik deze<br />

brief niet houd voor die van een apostel; en daarvoor heb ik de volgende redenen:<br />

Ten eerste, dat hij lijnrecht tegen Paulus en alle andere Schrift in aan de werken de<br />

gerechtigheid verbindt en zegt: Abraham is door zijn werken gerechtvaardigd<br />

geworden, toen hij zijn zoon offerde; terwijl Paulus in Rom. 4: 2 leert, dat Abraham<br />

zonder de werken rechtvaardig geworden is alléén door zijn geloof, en hij bewijst dit<br />

met Gen. 15: 6, vóórdat hij zijn zoon offerde. Hoewel nu misschien ten gunste van de<br />

ze brief wel een uitlegging gevonden zou kunnen worden ter verdediging van deze<br />

gerechtigheid uit de werken, kan men deze brief toch niet in bescherming nemen,<br />

waar hij in 2: 23 de uitspraak van Gen. 15: 6 (die alleen over het geloof van Abraham<br />

en niet over zijn wet spreekt, zoals Paulus in Rom. 4: 3 aanhaalt) toch op de werken<br />

betrekt; dit gebrek bewijst dus, dat deze brief niet van een apostel kan zijn.<br />

Ten tweede, dat hij Christenmensen wil onderwijzen en toch in deze hele, lange<br />

onderwijzing het lijden, de opstanding en de Geest van Christus niet noemt. Hij noemt<br />

Christus enige keren; maar hij leert niets over Hem, en spreekt slechts in het algemeen<br />

over het geloof in God. Het is immers het ambt van een ware apostel, dat hij predikt<br />

over het lijden, de opstanding en het werk van Christus en de grond legt voor dit<br />

geloof, zoals Christus Zelf zegt in Joh. 15: 27: "Gij zult van Mij getuigen." En daarin<br />

stemmen alle echte, heilige boeken overeen, dat zij allen Christus prediken en over<br />

Hem handelen. Dat is dan ook de ware toetssteen voor alle boeken n.l. te zien, of zij<br />

over Christus spreken of niet, aangezien alle Schrift Christus toont (Rom. 3: 21) en<br />

Paulus niets anders weten wil dan Christus alleen (1 Cor. 2: 2). Waar Christus niet<br />

gepredikt wordt, daar ontbreekt het apostolisch kenmerk, al zou Petrus of Paulus het<br />

leren. En wederom, wat van Christus predikt, dat is apostolisch, al deed Judas het of<br />

Annas, Pilatus of Herodes.<br />

Maar deze Jacobus doet niets anders dan spreken over wet en werken en werpt alles<br />

zo onordelijk door elkaar, dat het mij voorkomt, dat hij een of ander goed, vroom man<br />

geweest is, die enige uitspraken van de jongeren van de apostelen heeft opgevangen<br />

en zo maar neergeschreven, of wel: een ander heeft uit zijn prediking één en ander<br />

opgetekend. Hij noemt de wet een wet van de vrijheid, terwijl toch Paulus spreekt van<br />

een wet van de slavernij, van de toorn, van de dood en van de zonde: Gal. 3: 23, Rom.<br />

7: 11, 23. Bovendien haalt hij in 5: 20 de woorden aan van Petrus (1 Petrus 4: 8): "De<br />

liefde bedekt een menigte van zonden"; en evenzo (in 4: <strong>10</strong>) het woord uit 1 Petrus 5:<br />

6: "Verootmoedigt u onder de hand Gods"; en in 4: 5 Paulus' uitspraak in Gal. 5:17:<br />

"De Geest begeert tegen het vlees"; terwijl toch Jacobus door Herodes te Jeruzalem<br />

vóór Petrus gedood is, wordt hier de schijn gewekt, alsof hij nog lang na Petrus en<br />

Paulus geleefd heeft 118 .<br />

Kortom, hij heeft diegenen willen afwijzen, die zich verlieten op het geloof zonder de<br />

werken, en heeft het niet aangekund, en wil daarom door de wet bereiken, wat de<br />

apostelen bereiken met de prikkel van de liefde. Daarom kan ik hem niet onder de<br />

118 Deze gedachtengang berust op de overweging, dat de schrijver van deze brief de zoon van Zebedeus<br />

zou zijn, die onder Herodes te Jeruzalem gedood werd. Als schrijver is eerder bedoeld Jacobus, de<br />

broeder des Heeren (Hand. 15 en Gal. 2).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!