Cultuur, gewoon doen! - NSOB
Cultuur, gewoon doen! - NSOB
Cultuur, gewoon doen! - NSOB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2. Theoretisch kader<br />
2.1 Inleiding<br />
Voor een gerichte bestudering van de cultuurverandering bij Rijkswaterstaat en de<br />
provincie Utrecht is een actueel theoretisch kader noodzakelijk. Hiervoor benutten wij<br />
enkele inzichten vanuit de literatuur over cultuur, cultuurverandering en het bestuderen<br />
van cultuur. De inzichten structureren het onderzoek door het gebruik van theoretische<br />
modellen en definities. De onderzoekers benutten het kader ook als een<br />
gemeenschappelijk gedeeld beeld waardoor het mogelijk wordt eventuele inhoudelijke<br />
overeenkomsten en verschillen van de onderzochte organisaties te constateren.<br />
Dit hoofdstuk bevat vier paragrafen. De volgende paragraaf bespreekt literatuur over<br />
cultuur. Wat wordt onder cultuur verstaan? Welke inspiratiebronnen zijn gebruikt? Op<br />
welke manier kan cultuurverandering tot stand komen en welke fasen zijn te<br />
onderscheiden? Paragraaf 2.3 benoemt op welke wijze wij cultuurverandering<br />
bestuderen, het onderzoeksspecifieke kader. En de laatste paragraaf beschrijft de<br />
gebruikte onderzoeksmethoden en -technieken.<br />
2.2 <strong>Cultuur</strong><br />
Binnen de literatuur kunnen twee wetenschappelijke stromingen worden onderscheiden.<br />
Aan de ene kant zien we een instrumentele benadering van cultuuronderzoek en aan de<br />
andere kant een interpretatieve (of antropologische) benadering.<br />
De instrumentele benadering gaat er vanuit dat cultuur direct kan worden beïnvloed,<br />
organisaties hebben immers een cultuur. Wanneer men een bepaalde handelswijze als<br />
interventie zou verrichten, kunnen culturen worden gestuurd in de gewenste richting.<br />
De interpretatieve benadering heeft als uitgangspunt dat een organisatie niet zozeer een<br />
cultuur heeft maar feitelijk een cultuur is. De interpretatieve benadering kenmerkt zich<br />
door wat personen van de cultuur van de organisatie vinden. De onderzoekers hebben dit<br />
onderzoek uitgevoerd volgens de interpretatieve benadering waarbij gebruik is gemaakt<br />
van de verhalen van diverse mensen en symbolen uit de onderzochte organisaties.<br />
In deze paragraaf wordt een aantal theorieën en opvattingen nader beschreven. Schein,<br />
Martin, Veenswijk en Bate worden als inspiratiebronnen voor dit onderzoek gebruikt.<br />
Schein is binnen de instrumentele benadering de meest invloedrijke auteur. Martin,<br />
Veenswijk en Bate zijn binnen de interpretatieve benadering de meest prominente<br />
auteurs.<br />
Schein<br />
Schein definieert organisatiecultuur als een patroon van basisassumpties die een<br />
bepaalde groep gaandeweg heeft bedacht, uitgevonden, ontwikkeld of ontdekt heeft<br />
tijdens het leren omgaan met externe adaptatie en interne integratie (Schein, 2004).<br />
Schein stelt dat er drie lagen van organisatorische werkelijkheid zijn:<br />
1) Culturele artefacten (symbolen, structuren die niet meteen te relateren zijn aan<br />
de cultuur);<br />
2) Waardeoriëntaties of uitgesproken overtuigingen en waarden (over de groep,<br />
omgeving en werk);<br />
3) Basisassumpties (grotendeels onbewust, vanzelfsprekendheden in een<br />
organisatie).<br />
Culturele artefacten en waardeoriëntaties van de leden van een organisatie zijn meer dan<br />
de passieve representaties van basisassumpties. De diepste cultuurlaag heeft betrekking<br />
op wat mensen zijn: de onbewuste drijfveren en niet uitgesproken veronderstellingen die<br />
de basis vormen van het gedrag van mensen. Volgens Martin wekt Schein onterecht de<br />
illusie dat culturele artefacten en de waardeoriëntaties of gedrag oppervlakkig zijn.<br />
11