Dertien doelen in een dozijn - Taalunieversum
Dertien doelen in een dozijn - Taalunieversum
Dertien doelen in een dozijn - Taalunieversum
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Doelstell<strong>in</strong>g 4<br />
De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekk<strong>in</strong>g tot klasmanagement<br />
en taakuitvoer<strong>in</strong>g.<br />
Sub<strong>doelen</strong><br />
4.1 De leraar kan analyseren welke vragen en opdrachten hij moet formuleren en hoe hij<br />
die moet formuleren om zijn doel te bereiken.<br />
4.2 De leraar kan de vragen en opdrachten begrijpelijk en correct formuleren aangepast aan<br />
het doel en aan het begripsniveau en de leesvaardigheid van de leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Begrijpelijk formuleren betekent keuzes maken aangepast aan het doel en de leerl<strong>in</strong>gen<br />
op het vlak van:<br />
- vraagstell<strong>in</strong>g (meerkeuze,…) en opdrachtformuler<strong>in</strong>g;<br />
- al dan niet geven van voorbeelden;<br />
- al dan niet gebruiken van <strong>een</strong> stappenplan;<br />
- al dan niet voorstructureren van het antwoord;<br />
- al dan niet gebruik maken van non-verbale middelen, bijvoorbeeld afbeeld<strong>in</strong>gen,<br />
pictogrammen, schema’s,...<br />
4.3 De leraar kan, <strong>in</strong>spelend op de reacties van leerl<strong>in</strong>gen, vragen en opdrachten zo nodig<br />
herformuleren <strong>in</strong> functie van het doel en het begripsniveau van de leerl<strong>in</strong>gen.<br />
De leerkracht heeft per def<strong>in</strong>itie we<strong>in</strong>ig greep op de manier waarop de leerl<strong>in</strong>gen<br />
omgaan met huiswerk. Slechts op één enkel moment is die <strong>in</strong>vloed groot, namelijk<br />
wanneer het huiswerk wordt opgegeven. Het is daarom van groot belang dat huiswerkopdrachten<br />
helder en <strong>een</strong>duidig zijn. Schrijf huiswerk altijd op het bord, liefst<br />
volgens <strong>een</strong> vast stramien, bijvoorbeeld: datum, vak, opdracht, wijze van beoordel<strong>in</strong>g,<br />
bijzonderheden.<br />
(Uit: De Basisagenda 1999-2000, p. 31.)<br />
Een vraag uit het boek is: “De mensen hadden nog g<strong>een</strong> klokken. Hoe kon de handelaar<br />
toch zien hoe laat het was? De handelaar kon zien hoe laat het was door…”<br />
Deze vraag wordt vervangen door: “Hoe wist de handelaar dat hij al <strong>een</strong> halve dag had<br />
gelopen?” Het tekstfragment <strong>in</strong> het boek luidt: “Maar hij heeft nu al langer dan <strong>een</strong> halve<br />
dag gelopen. Dat weet hij, omdat de zon al over zijn hoogste punt h<strong>een</strong> is.”<br />
De leraar heeft de vraag <strong>een</strong>voudiger gemaakt. Hierdoor konden de leerl<strong>in</strong>gen deze<br />
vraag gemakkelijker schriftelijk beantwoorden.<br />
<strong>Dertien</strong> <strong>doelen</strong> <strong>in</strong> <strong>een</strong> <strong>dozijn</strong><br />
(Uit: Litjens & Jongerius, 1990, p. 111-112.)