Dertien doelen in een dozijn - Taalunieversum
Dertien doelen in een dozijn - Taalunieversum
Dertien doelen in een dozijn - Taalunieversum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Uitleg geven<br />
Wanneer we spreken over <strong>in</strong>formatie geven of presenteren, denken we zowel aan wat<br />
er wordt gepresenteerd als aan hoe het wordt gepresenteerd. Nemen we aan dat leraren<br />
<strong>in</strong> de plann<strong>in</strong>gsfase reeds hebben uitgemaakt wat zij willen presenteren en door middel<br />
van welke leeractiviteiten en werkvormen zij dat willen doen. In de <strong>in</strong>teractiefase<br />
moeten zij er zorg voor dragen dat de geplande activiteiten op gang komen en dat de<br />
<strong>in</strong>formatie kan worden verwerkt. Een basisvereiste daarbij is dat zij de <strong>in</strong>formatie duidelijk,<br />
systematisch en enthousiast overbrengen. Dit houdt <strong>in</strong> dat zij hun taalgebruik<br />
(woordkeus, z<strong>in</strong>sconstructie) en hun spreektempo afstemmen op het beheers<strong>in</strong>gsniveau<br />
van de leerl<strong>in</strong>gen. Wat het taalgebruik betreft, moeten leraren er op toezien dat<br />
elk begrip dat zij hanteren ofwel bekend ofwel <strong>in</strong>terpreteerbaar is. Vage, betekenisloze<br />
woorden en uitdrukk<strong>in</strong>gen moeten worden geweerd (bijvoorbeeld ‘dit soort d<strong>in</strong>gen’).<br />
Lange, complexe volz<strong>in</strong>nen en lange monologen moeten even<strong>een</strong>s worden vermeden.<br />
Waar mogelijk kan het best <strong>een</strong> illustratie, <strong>een</strong> voorbeeld of <strong>een</strong> demonstratie worden<br />
gebruikt.<br />
Bij het geven van mondel<strong>in</strong>ge uitleg moeten docenten steeds beseffen dat de leerl<strong>in</strong>gen<br />
g<strong>een</strong> passieve toehoorders zijn. Het zijn ‘gesprekspartners’, die iets begrijpen of iets<br />
niet begrijpen; die meer uitleg nodig hebben; die ongeïnteresseerd, vragend of ongelovig<br />
zijn. Zij moeten dan ook alert zijn op verbale en niet-verbale signalen van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen en deze <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> hun presentatie verwerken (bijvoorbeeld “Jullie zijn<br />
zo stil vandaag, <strong>in</strong>teresseert de les jullie niet?”, “Jan, je kijkt zo ongelovig, heb jij andere<br />
<strong>in</strong>formatie om deze gegevens te verklaren?”).<br />
(…)<br />
Leerl<strong>in</strong>gen helpen bij het begrijpen en het <strong>in</strong>terpreteren van <strong>in</strong>formatie is <strong>een</strong> tweede<br />
aspect van uitleg geven. De <strong>in</strong>formatie moet niet all<strong>een</strong> aan het niveau van de leerl<strong>in</strong>gen<br />
zijn aangepast, ze moet ook gestructureerd zijn. Dat wil zeggen dat er <strong>een</strong> duidelijk<br />
herkenbare structuur <strong>in</strong> moet zitten, die als <strong>een</strong> draad door het betoog loopt. Om de<br />
structuur duidelijk te maken, kunnen leraren gebruik maken van verbale en niet-verbale<br />
middelen. (…)<br />
De structuur van de boodschap kan even<strong>een</strong>s duidelijk gemaakt worden door visuele<br />
voorstell<strong>in</strong>gen (op <strong>een</strong> bord, op flipovers, op dia’s, of op overheadsheets), door<br />
bepaalde delen te herhalen, door het geven van <strong>een</strong> samenvatt<strong>in</strong>g of door het stellen<br />
van gerichte vragen.<br />
<strong>Dertien</strong> <strong>doelen</strong> <strong>in</strong> <strong>een</strong> <strong>dozijn</strong><br />
(Naar: Boekaerts & Simons, 1995, p. 206-207.)