21.09.2013 Views

Download PDF (Dutch) - Future Ideas

Download PDF (Dutch) - Future Ideas

Download PDF (Dutch) - Future Ideas

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoe belangrijk deze perceptie is, is bijvoorbeeld te zien aan de kennisontwikkeling omtrent het<br />

gebruik van ijzerhoudende materialen in Nederland. Na negatieve uitlatingen van [beleid en]<br />

beheer [en agrarische belangenorganisatie ?] over gebruik synthetische ijzerverbindingen in de<br />

bodem in enquete en workshop 1996 [zie paragraaf 8.4] is er jarenlang in Nederland geen (in<br />

ieder geval niet zichtbaar) onderzoek gedaan naar ijzerhoudende verbindingen in de agrarische<br />

sector. Pas weer in 2008 wordt er onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor toepassingen van<br />

fosfaatfilters in bollenteelt. Mogeliijk is het feit dat er nu geen gebruik wordt gemaakt van<br />

synthetische ijzerverbindingen, maar van een meer natuurlijk product van de ontijzering van<br />

grondwater, ook van invloed op de acceptatiegraad.<br />

Vooral de perceptie van eindgebruiker is hier erg belangrijk, aangezien er voor de boeren geen<br />

direct belang is om de ijzerhoudende materialen te gaan gebruiken. Wanneer we in de tabellen<br />

in Bijlage X over FOI4 kijken dan zien we, dat het type woordgebruik van potentiele<br />

eindgebruikers [in rood] juist als -1 is gekwantificeerd.<br />

Bij bijvoorbeeld het uitrekenen van de kosteneffectiviteit met modellen kom je “tot<br />

maatregelen, die heel kansrijk lijken, maar waar je eigenlijk geen uitvoering aan kunt geven,<br />

omdat er geen draagvlak voor is. (...) je denkt dan: daar komen uitkomsten uit en dan weten we<br />

wat we moeten gaan doen, maar (...) zodra je dan in het veld komt, blijkt dat er niemand<br />

interesse heeft in jou” (WS2).<br />

Aanpassing theorie<br />

Zoals gezegd is de gebruikte theorie gebaseerd op ontwrichtende innovaties, die retrospectief<br />

zijn bestudeerd. Wanneer men de theorie van de innovatiesysteemfuncties en –motoren wil<br />

gebruiken om de innovatie tijdens de ontwikkeling te volgen [wellicht om overheden te kunnen<br />

adviseren over hoe de ontwikkeling van de innovaties kan worden gestimuleerd (O. Clevering, et<br />

al., 2010, p. 7)], is het wellicht beter om de theorie iets aan te passen. Het in dit rapport<br />

beschreven onderzoek geeft hier bouwstenen voor.<br />

Het is het aan te raden om dan bij een aantal functies iets verder te differentieren. Naast de<br />

hierboven genoemde aanpassing om ook het ‘type woordgebruik’ door potentiële<br />

eindgebruikers mee te nemen in de analyse, zijn er nog twee mogelijkheden om verder op de<br />

details in te zoomen.<br />

Volgens de theorie van de innovatiesysteemfuncties wordt bij de kwantitatieve uitwerking van<br />

de functie ‘Kennisontwikkeling’[FOI2] als indicatoren het aantal R&D projecten, patenten en<br />

[rapporten van] literatuur- en haalbaarheidsstudies gebruikt [zie Tabel 4 Indicatoren voor het<br />

meten van de systeemfuncties (naar: M.P. Hekkert & Negro, 2009; Negro, Hekkert, & Smits,<br />

2007)Tabel 4 en paragraaf 8.2]. Ik heb dit gelezen als het per rapport of studie toekennen van de<br />

waarde +1 en dat er geen onderscheid wordt gemaakt in [fundamenteel] wetenschappelijke<br />

kennis [onderzoeks- of ontwikkelingsproject in (VenW, 2008b art. 3.1.a.)], kennis toegepast<br />

onderzoek [praktijkexperiment in (VenW, 2008b art. 3.1.b.)] of toepassingsgericht onderzoek<br />

[demonstratie- of eerste-toepassingsproject in (VenW, 2008b art. 3.1.c en d)]. De laatste zou<br />

eventueel opgenomen kunnen worden in FOI1 als dit opgezet wordt door ondernemers, die er<br />

een commercieel doel mee hebben; dus als Hego-Biotech het project op zou zetten. Het<br />

voordeel van het duidelijker onderscheid maken in soorten studies en rapporten zou zijn, dat<br />

ook kan worden gevolgd óf en wanneer de kennis ontsloten wordt voor gebruik in de praktijk en<br />

of resterende kennisvragen [vanuit de praktijk] weer worden beantwoord door middel van<br />

onderzoek. Ook dit geeft de dynamiek van een innovatieproces weer. Dat er een wezenlijk gat<br />

zit tussen de verschillende onderzoeken, blijkt uit de volgende opmerking uit de interviews [én<br />

quotes uit paragraaf 4.2.4 Perceptie status innovatie]:<br />

Reductie fosfaatafspoeling door ijzerhoudend materiaal Page 135

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!