21.09.2013 Views

Download PDF (Dutch) - Future Ideas

Download PDF (Dutch) - Future Ideas

Download PDF (Dutch) - Future Ideas

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

andvoorwaarden van het besluit Bodemkwaliteit of andere wettelijke regelingen niet mogelijk<br />

is. In dat laatste geval mogen de reststoffen van drinkwaterbereiding worden gestort op een<br />

daarvoor geschikte stortplaats” (VROM, 2009b, p. 136 Bijlage 3). Voor mijn gevoel zegt DW2, dat<br />

hergebruik in een ‘werk’ ook een nuttige toepassing is, die is toegestaan als er niet méér uitloogt<br />

dan 0.9 mg As/kg ds, ook al is het arseengehalte in de partij zelf groter dan 150 mg/kg. In het<br />

antwoord en aanpassing LAP lijkt het of het precies andersom wordt geïnterpreteerd: nuttige<br />

toepassing van reststof met maximaal 150 mg/kg is toegestaan, tenzij er méér uitloogt dan 0.9<br />

mg/kg ds.<br />

Een ander punt waar mijns inziens onduidelijkheid over bestaat is het feit of een partij van één<br />

drinkwaterbedrijf reststoffen van ’n winning mag bevatten, die een concentratie van meer dan<br />

150 mg/kg arseen bevat. De vraag is wat er precies onder ‘partij’ wordt verstaan: één<br />

vrachtwagen, die gevuld de Reststoffenunie verlaat, reststof van één drinkwaterbedrijf of van<br />

één winning. “Nu hebben we vervolgens onszelf die uiterste grens van 150 ppm opgelegd, maar<br />

wel met de aantekening, dat we in geval van een partij van meer dan 150, maar niet meer dan<br />

500 ppm As, mogen opbulken. (...) Maar we accepteren ze alleen maar, als we kunnen<br />

garanderen dat ze na mengen onder de 150 weer eruit gaan”. In LAP-2 62 staat echter “De grens<br />

van 150 mg/kg mag niet door mengen van partijen worden bereikt” .<br />

“De nieuwe Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen en de implementatie ervan in de landelijke<br />

[milieu]wetgeving biedt de kans om waterijzer [en kalkkorrels] voortaan als ‘bijproducten’ door<br />

het *juridische+ leven te laten gaan” (Reststoffenunie, 2010, p. 6). “In feite vallen we nu nog<br />

onder de afvalstoffen; dat willen we liever niet, want dat heeft een heel negatief imago” (DW2).<br />

Daarom is de Reststoffenunie erg gebaat bij het verkrijgen van de ‘bij-product’-status. In de<br />

Europese kaderrichtlijn Afvalstoffen (EU, 2008 art. 5) is geregeld dat reststoffen, die aan de<br />

criteria voor bijproducten 63 voldoen, als bijproduct kunnen worden aangeduid. Deze criteria zijn<br />

door de Nederlandse wetgeving overgenomen (I&M, 2011 art. 1 A 3). In de Europese<br />

kaderrichtlijn Afvalstoffen artikel 5 is opgenomen dat “de toepassing niet zal leiden tot (...)<br />

ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid”. De risico’s van de stof moeten<br />

dus beoordeeld zijn; dit kan door een dossier met relevante gegevens in te dienen bij het ECHA<br />

in Helsinki. Deze registratie is dus een vereiste om een reststof als [bij]product op de markt te<br />

kunnen brengen. “Een bij-product-status, gecombineerd met die hele registratie in Helsinki (een<br />

heel langdurig traject, kost ook heel veel geld), is puur en alleen om ons ervan te verzekeren, dat<br />

wij de materialen niet meer als een afvalstof hoeven aan te bieden op de markt. En dan voel je<br />

62 http://www.lap2.nl/sectorplan.asp?b=20<br />

63 Artikel 5 Bijproducten<br />

1. Een stof die of een voorwerp dat het resultaat is van een productieproces dat niet in de eerste plaats bedoeld is<br />

voor de productie van die stof of dat voorwerp, kan alleen als een bijproduct en niet als een afvalstof in de zin van<br />

artikel 3, punt 1), worden aangemerkt, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:<br />

a) het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt;<br />

b) de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder verdere andere behandeling dan die welke bij de<br />

normale productie gangbaar is;<br />

c) de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces; en<br />

d) verder gebruik is rechtmatig, m.a.w. de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten,<br />

milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen<br />

ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid.<br />

2. Uitgaande van de in lid 1 gestelde voorwaarden kunnen maatregelen worden vastgesteld om te bepalen volgens<br />

welke criteria een specifieke stof of een specifiek voorwerp kan worden aangemerkt als bijproduct en niet als afvalstof<br />

in de zin van artikel 3, punt 1). Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen<br />

door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met<br />

toetsing.<br />

Reductie fosfaatafspoeling door ijzerhoudend materiaal Page 95

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!