Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Diagnostische evaluatie en therapie van een hypertensieve crisis valt buiten het bestek<br />
van deze <strong>richtlijn</strong>. Hiervoor is een nationale <strong>richtlijn</strong> beschikbaar (bijlage 1).<br />
3.1.2 Laboratorium- en aanvullend onderzoek<br />
Voor het CVRM wordt gebruik gemaakt van het laboratorium- en aanvullend onderzoek<br />
zoals beschreven in tabel 2.<br />
Tabel 2. Laboratorium- en aanvullend onderzoek bij CVRM<br />
Risicoschatting Controle hypertensie Controle hypercholesterolemie<br />
obligaat TC/HDL-ratio serumcreatinine<br />
LDL (nuchter, tenzij directe<br />
serumcreatinine (micro)albumine (urineportie) bepaling)<br />
glucose serumkalium<br />
triglyceriden (nuchter)<br />
optioneel geen ambulante of thuisbloeddrukmeting CK<br />
polsfrequentie en -regelmaat<br />
ecg<br />
ASAT en ALAT<br />
ALAT = alanineaminotransferase; ASAT = aspartaataminotransferase; CK = creatinekinase;<br />
TC/HDL = totaal cholesterol/high-density-lipoproteïne cholesterol.<br />
Voor een eerste inventarisatie van het risico heeft afname van nuchter bloed voordelen:<br />
een gestandaardiseerde interpretatie van het glucosegehalte en de mogelijkheid<br />
om ook het triglyceridengehalte en de LDL-concentratie te bepalen. Voor de risicoschatting<br />
is dit echter niet noodzakelijk. Voor controle van het effect van de behandeling<br />
van hypercholesterolemie op de LDL-concentratie zijn nuchtere bloedafnames<br />
wel noodzakelijk (noot 10).<br />
Toelichting bij het gebruik en de interpretatie van de verschillende bepalingen<br />
Nierfunctie<br />
• De nierfunctie (eGFR) wordt geschat door middel van het serumcreatininegehalte<br />
(via de MDRD-formule). Een eGFR < 60 ml/min/1,73m2 bij personen < 65 jaar, of < 45<br />
ml/min/1,73m2 bij personen ≥ 65 jaar, wijst op chronische nierschade.<br />
• Bij een verminderde eGFR en bij patiënten met DM wordt verder onderzoek van de<br />
nierfunctie door middel van (micro)albumine in een urineportie geadviseerd (noot 11).<br />
• Voor het beleid na vaststelling van chronische nierschade wordt verwezen naar de<br />
Landelijke Transmurale Afspraak Chronische Nierschade (bijlage 1).<br />
Glucose<br />
• Stel de diagnose DM bij twee nuchtere glucosewaarden boven de afkapwaarde op twee<br />
verschillende dagen (> 6,0 mmol/l (capillair) of > 6,9 mmol/l (veneus)) of één randombepaling<br />
van het glucosegehalte waarbij een waarde wordt gemeten van > 11,0<br />
MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT 26