28.09.2013 Views

Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide

Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide

Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Noot 37. Bijwerkingen van statines<br />

Het blijkt dat niet iedereen statines even goed verdraagt.<br />

De meest gevreesde bijwerking rabdomyolyse (ernstige myopathie met spierafbraak<br />

en myoglobinemie en myoglobinurie waardoor urine bruin kleurt en nierschade<br />

kan ontstaan) is uiterst zeldzaam: 0,44% per 100 patiëntjaren (Graham 2004). In<br />

de meta-analyse van de Cholesterol Treatment Trialists’ (CTT) Collaborators werden<br />

de gegevens verzameld uit 14 gerandomiseerde trials (n = 90.056) met statines. Rabdomyolyse<br />

trad op bij 0,023% van de 39.884 patiënten in de statinegroep en bij<br />

0,015% van de 39.817 patiënten in de controlegroep. Het 5-jaars ‘excess’ risico op<br />

rabdomyolyse met statines bedroeg 0,01% (Baigent 2005). Genetische varianten bij<br />

de eliminatie van statines kunnen leiden tot een forse toename van de plasmaconcentratie<br />

van een statine (Neuvonen 2008) en maken het moeilijk om te voorspellen bij<br />

wie rabdomyolyse zal optreden.<br />

Myopathie, gedefinieerd als een serumcreatinekinase (CK) gehalte van meer dan<br />

10 keer de normale waarde (Armitage 2007), is als bijwerking beschreven in klinische<br />

trials en postmarketingrapporten (Pasternak 2002), en komt bij 0,1% tot 0,5% van de<br />

patiënten voor. CK-stijging tot 3 keer de bovengrens van de normaalwaarde treedt in<br />

1% tot 2% van gebruikers op en is klinisch niet relevant (Armitage 2007). Het risico<br />

op myopathie hangt waarschijnlijk samen met de statinedosis (Sheikh-Ali 2007).<br />

Lichte stijging van de serumtransaminasen treedt op bij 0,1% tot 1,5% van de statinegebruikers<br />

(meestal tot maximaal 3 keer de bovengrens van de normaalwaarde).<br />

Deze stijgingen lijken klinisch niet relevant te zijn (Armitage 2007). Leverfalen waarbij<br />

een relatie met statinegebruik niet kan worden uitgesloten, lijkt een extreem zeldzaam<br />

fenomeen: minder dan 1 (0,69) per miljoen prescripties (FDA database<br />

genoemd in (Davidson 2007)). Het risico op transaminasestijging lijkt toe te nemen<br />

bij hogere doseringen statine en hogere plasmaconcentratie, niet met de mate van<br />

LDL-verlaging (Josan 2008; Sheikh-Ali 2007). Er zijn geen aanwijzingen dat de<br />

enzymstijging gepaard gaat met een verhoogd risico op blijvende leverschade (Armitage<br />

2007; Charles 2005). Verhoogde transaminasen normaliseren in het algemeen<br />

na staken van de statinebehandeling (Armitage 2007; Charles 2005; Davidson 2007).<br />

Spierpijn of spierstijfheid zonder CK-stijging bij statinegebruikers komt vaker<br />

voor. De gerapporteerde incidentie van spierklachten bij statinegebruik varieert<br />

enigszins. In een meta-analyse van 119 studies met meer dan 86.000 personen was<br />

het risico op spierklachten (zonder een verhoogd CK) 9% groter bij statinegebruikers<br />

dan bij controlepersonen (McClure 2007). In een narratieve review van observationele<br />

studies wordt vermeld dat 5 tot 18% van de statinegebruikers spierklachten krijgt<br />

(Joy 2009).<br />

Bij spierklachten of een stijging van de transaminasen die groter is dan 3 keer de<br />

bovengrens van de normaalwaarde kan men de statinetoediening staken, en eventueel<br />

hervatten in een lagere dosering, of een andere statine voorschrijven na evaluatie<br />

89 KENNISDOCUMENT

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!