Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
voor het grootste deel toe te schrijven aan een LDL-daling. In de Europese <strong>richtlijn</strong><br />
wordt een LDL-streefwaarde ≤ 2,5 mmol/l gehanteerd voor patiënten met<br />
HVZ en voor patiënten met DM (Graham 2007).<br />
De streefwaarde voor LDL is ≤ 2,5 mmol/l bij zowel patiënten met HVZ als<br />
patiënten zonder HVZ met een verhoogd risico. Het advies in de <strong>richtlijn</strong> uit 2006<br />
om bij patiënten met een hoog risico op HVZ maar zonder manifeste ziekte te<br />
volstaan met 1 mmol/l LDL-daling, komt te vervallen. Dit berust op de overwegingen<br />
dat de voordelen (grotere preventie van HVZ met de eraan gekoppelde reductie<br />
van ziektekosten) groter zijn dan de nadelen (toename van medicamenteuze<br />
kosten en kans op ernstige bijwerkingen):<br />
Net als bij bloeddruk, is er een continu verband tussen het LDL en het risico op<br />
HVZ. Dit blijkt zowel uit observationele data, randomised controlled trials en metaregressieanalyses<br />
(Anon 1994; Armitage 2010; Baigent 2005; Colhoun 2004; De Lemos<br />
2004; Heart Protection Study Collaborative Group 2002; Koren 2004; LaRosa 2005;<br />
Ridker 2005; Ridker 2008; Sever 2003; Shepherd 1995; Staessen 2001; ALLHAT 2002;<br />
Yusuf 2004), die alle laten zien dat wie de laagste waarde bereikt, het laagste risico<br />
heeft op HVZ (binnen zekere grenzen, maar zeker tot een LDL ruim onder de 2,5<br />
mmol/l). Gemiddeld genomen laten deze studies zien dat iedere mmol/l daling van<br />
het LDL ongeveer 20% reductie geeft van het relatieve risico op ziekte of sterfte door<br />
HVZ, en 10% daling van het relatieve risico op sterfte in het algemeen, al zijn de verschillen<br />
niet in elke studie significant. Dit geldt gelijkelijk voor patiënten mét HVZ en<br />
bij patiënten zónder HVZ met een verhoogd risico, al is naar deze tweede groep<br />
patiënten een geringer aantal studies verricht en is er niet onderzocht of ophoging<br />
van de dosis statines bij hen effectief is. Risicofuncties zoals SCORE, de huidige risicotabel<br />
en de Framingham Risk Score zijn gebaseerd op regressieanalyses en laten<br />
ook zien dat meer risicofactoren en hogere niveaus van risicofactoren gepaard gaan<br />
met een slechtere prognose, ofwel: risicoreductie heeft een continu karakter.<br />
Het hanteren van een LDL-streefwaarde van ≤ 2,5 mmol/l is kosteneffectief. Een<br />
bedrag van € 20.000 per QALY wordt over het algemeen als kosteneffectief<br />
beschouwd. Het hanteren van de streefwaarde van 2,5 mmol/l valt onder die<br />
drempel als wordt gekozen voor: 1) simvastatine 40 mg/d, 2) rosuvastatine 20<br />
mg/d en 3) rosuvastatine 40 mg/d. Als de prijs van atorvastatine 40 mg/d zodanig<br />
daalt dat deze onder de prijs van rosuvastatine 20 mg/d komt, wordt atorvastatine<br />
kosteneffectiever dan rosuvastatine (bijlage 3).<br />
De kans op preventie van HVZ door daling van het LDL tot 2,5 mmol/l is groter dan<br />
het risico op ernstige bijwerkingen zoals rabdomyolyse, myopathie en leverenzymstijging<br />
(zie noot 35 en noot 37 (Baigent 2005).<br />
MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT 88