Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ten ook de kosten van het geneesmiddel bij de keuze worden betrokken. Op grond van<br />
de verschillende overwegingen is een eenvoudig stappenplan (tabel 5) verdedigbaar bij<br />
patiënten die niet onder een van de later genoemde ‘speciale groepen’ vallen.<br />
Tabel 5. Stappenplan bij de behandeling van ongecompliceerde essentiële hypertensie bij<br />
niet-negroïde patiënten, ouder dan 50 jaar<br />
Stap 1 thiazidediureticum of calciumantagonist<br />
Stap 2* voeg ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB) toe, bij voorkeur in combinatietablet<br />
Stap 3* combineer thiazidediureticum, ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB) en calciumantagonist<br />
Stap 4* overweeg therapieresistente hypertensie (zie paragraaf 4.2.3.1)<br />
ACE = angiotensine converted enzyme; ARB = angiotensine receptorblokkeerder.<br />
* Elke volgende stap is van toepassing indien de streefwaarde niet wordt bereikt.<br />
Alle groepen antihypertensiva (diuretica, ACE-remmers, calciumantagonisten, bètablokkers,<br />
ARB’s) zijn gemiddeld even geschikt voor de behandeling van hypertensie. In<br />
het algemeen is er bij de start van de behandeling een lichte voorkeur voor diuretica en<br />
een lichte beperking op bètablokkers bij patiënten zonder HVZ (noot 34). Patiënten die<br />
al op bètablokkers zijn ingesteld en deze goed verdragen, kunnen deze continueren.<br />
Behandeling met antihypertensiva dient stapsgewijs te gebeuren (in enkele maanden)<br />
onder regelmatige controle van de bloeddruk en is afhankelijk van het verdragen<br />
van de medicatie. Indien de streefwaarde met één middel niet wordt bereikt (bij voldoende<br />
therapietrouw), wordt aanbevolen een tweede middel toe te voegen; dit is<br />
effectiever dan het verhogen van de dosis van één enkel antihypertensivum en beperkt<br />
de bijwerkingen. Combinaties van renine-angiotensinesysteem(RAS)-afhankelijke<br />
bloeddrukverlagers (bètablokkers, ACE-remmers en ARB’s) met RAS-onafhankelijke<br />
bloeddrukverlagers (diuretica en calciumantagonisten) hebben de voorkeur. Combinatietherapie<br />
gaat gepaard met betere therapietrouw als de middelen in één tablet<br />
worden gecombineerd. Bij sterk verhoogde bloeddruk kan worden overwogen direct<br />
te starten met combinatietherapie. Hierbij dient echter in acht te worden genomen<br />
dat een (te) agressieve benadering leidend tot een snelle, onvoorspelbare bloeddrukdaling,<br />
schadelijk kan zijn, in het bijzonder voor cardiovasculair gecompromitteerde<br />
patiënten.<br />
Als de SBD > 140 mmHg blijft, ondanks voldoende therapietrouw en ondanks toediening<br />
van de adequate dosering van drie verschillende antihypertensiva, volg dan<br />
de aanbevelingen bij therapieresistente hypertensie (paragraaf 4.2.3.1).<br />
Hypertensiebehandeling bij specifieke klinische condities<br />
Bij diverse aandoeningen is er sprake van voorkeursmedicatie voor hypertensie (noot<br />
34). Aanbevolen medicatie voor deze condities omvat vaak al medicatie met antihypertensieve<br />
effecten, ook zonder dat er sprake is van hoge bloeddruk. Als hypertensie<br />
MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT 40