28.09.2013 Views

Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide

Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide

Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Direct vergelijkend onderzoek tussen acetylsalicylzuur en andere trombocytenaggregatieremmers<br />

is schaars. De grootste vergelijkende trial is het CAPRIE-onderzoek (n<br />

= 19.985, gemiddelde follow-up 2 jaar), waarin een dagelijkse dosis acetylsalicylzuur<br />

van 325 mg werd vergeleken met clopidogrel 75 mg (Anon 1996; He 1998). Hieruit<br />

bleek dat patiënten die waren behandeld met clopidogrel een jaarlijks risico op fatale<br />

en niet-fatale HVZ hadden van 5,32% vergeleken met 5,83% bij patiënten die waren<br />

behandeld met acetylsalicylzuur, zonder verschillen in bijwerkingen. Hoewel het verschil<br />

statistisch significant was (p = 0,043), is de klinische relevantie van deze uitkomst<br />

beperkt (absolute risicoreductie 0,51%, NNT = 200 gedurende 2 jaar) De kosten<br />

van clopidogrel zijn vele malen hoger dan die van acetylsalicylzuur, zodat<br />

routinematig voorschrijven moet worden ontraden. De Europese <strong>richtlijn</strong> stelt dat<br />

clopidogrel of een andere trombocytenaggregatieremmer kan worden overwogen,<br />

indien acetylsalicylzuur niet wordt verdragen (Graham 2007). De combinatie van<br />

aspirine en clopidogrel als secundaire preventie heeft geen toegevoegde waarde<br />

boven aspirine alleen (Bhatt 2006).<br />

Bij atriumfibrilleren is cumarine geïndiceerd bij een CHAD-score ≥ 2 (zie <strong>richtlijn</strong>en<br />

Atrium fibrilleren (bijlage 1)). Dabigatran als antistolling bij atriumfibrilleren is<br />

niet in deze <strong>richtlijn</strong> opgenomen, omdat het in Nederland nog niet wordt vergoed en<br />

er nog onvoldoende wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de effecten van dabigatran.<br />

In de looptijd van deze <strong>richtlijn</strong> zullen er waarschijnlijk meer publicaties verschijnen,<br />

waarin dabigatran als mogelijk alternatief voor cumarine wordt genoemd<br />

(Gage 2009).<br />

Noot 27. Bloeddrukverlagende middelen bij patiënten met HVZ<br />

De voorkeur voor bepaalde groepen antihypertensiva is afhankelijk van de aandoening.<br />

Sommige van deze middelen verlagen het risico op HVZ, onafhankelijk van hun<br />

bloeddrukverlagende werking.<br />

Van bètablokkers is in meta-analyses aangetoond dat ze de overleving verbeteren<br />

van patiënten met cardiale aandoeningen, zoals een doorgemaakt hartinfarct of hartfalen.<br />

In een meta-analyse van trials bij patiënten met een hartinfarct in de voorgeschiedenis<br />

bleek de relatieve vermindering van het risico op sterfte 23% (95%-BI<br />

15-31%) en de vermindering van het risico op een nieuw (niet-fataal) hartinfarct 24%<br />

(95%-BI 11-36%) in vergelijking met placebobehandeling. Bètablokkers voorkomen<br />

vooral plotse hartdood, die meestal wordt veroorzaakt door ventriculaire aritmie bij<br />

HVZ (Freemantle 1999). Ook leidt het gebruik van bètablokkers tot een vermindering<br />

van het aantal episoden van angina pectoris (Heidenreich 1997).<br />

Op basis van het aangetoonde effect op mortaliteit en morbiditeit in grote onderzoeken<br />

worden voor patiënten met hartfalen diuretica en RAS-remmers aanbevolen.<br />

De effectiviteit van onderhoudsbehandeling met diuretica bij chronisch hartfalen is<br />

in klinisch onderzoek overtuigend aangetoond (Faris 2002). Daarnaast is in een<br />

MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT 78

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!