Meer voorzieningen dichtbij huisDe overheid subsidieert tal van nieuwe voorzieningen die hulp dichtbij huis bieden of diever<strong>zorg</strong>ers van gehandicapten ondersteuning geven, zoals logeerhuizen en gezinsbegeleiding.Voor <strong>zorg</strong> en advies in de thuissituatie zijn en worden veel nieuwe <strong>zorg</strong>vormenontwikkeld, die door verschillende soorten aanbieders worden geleverd (zoals MEE’s 13 ,instellingen voor gehandicapten<strong>zorg</strong> en thuis<strong>zorg</strong>organisaties). Er is praktische pedagogischegezinsbegeleiding en vroeghulp voor gezinnen met een thuiswonend gehandicaptkind, woonbegeleiding voor (jong) volwassenen met een lichte verstandelijke handicap,arbeidsintegratie en job coaching, psychosociale hulpverlening en advisering in vrijetijdsbestedingen vorming.Naarmate de cliënt meer keuzemogelijkheden heeft, wordt <strong>het</strong> zoeken naar de juiste <strong>zorg</strong>en begeleiding ingewikkelder. Met ingang van 2004 hebben de MEE-organisaties de explicietetaak van laagdrempelige, onafhankelijke kortdurende cliëntondersteuning. Degrootste activiteit van de MEE’s is <strong>het</strong> <strong>zorg</strong>consulentschap: <strong>het</strong> geven van informatie enadvies bij <strong>het</strong> zoeken naar de gewenste <strong>zorg</strong> en begeleiding.De meest vergaande mogelijkheid is kiezen voor een geldbedrag – <strong>het</strong> persoonsgebondenbudget – om zelf diensten in te kopen: begeleiding, ver<strong>zorg</strong>ing, verpleging, behandeling,geneeskundig onderzoek, advisering en ondersteuning. Het gebruik van <strong>het</strong> persoonsgebondenbudget voor verstandelijk gehandicapten is de laatste tien jaar enorm gestegen:van 1.400 budgethouders in 1996 (De Klerk 2002), via 6.195 budgethouders in2000 tot 11.010 in 2003 (Winkel e.a. 2004). Tussen 2000 en 2003 steeg <strong>het</strong> aantal budgethoudersin de VG-sector – meestal ouders of familieleden van de gehandicapte – met77%.Omvang en aard van de <strong>zorg</strong>vraag in 2020Het SCP heeft verschillende varianten doorgerekend, waarbij meer traditionele vraagpatronen(voorkeur voor ver<strong>zorg</strong>de woonvormen) zijn afgezet tegen een voorkeur voor meerambulante <strong>zorg</strong>voorzieningen. Er is ook gevarieerd wat betreft <strong>het</strong> al dan niet meenemenvan zwakbegaafden in de raming (Woittiez et al. 2005).De omvang van de <strong>zorg</strong>vraag in 2020 hangt af van de toelating van zwakbegaafden. Alswe ervan uitgaan dat de toelating van de zwakbegaafden tot de verstandelijk gehandicapten<strong>zorg</strong>een tijdelijk fenomeen was, zal de <strong>zorg</strong>vraag in 2020 uitkomen op ongeveer85.000 personen. Dat betekent dat er de komende vijftien jaar slechts beperkte wijzigingente verwachten zijn in de omvang van de vraag. Als daarentegen de toelating vanzwakbegaafden blijvend is, kan de <strong>zorg</strong>vraag oplopen tot boven de 100.000 personen.De omvang en aard van de <strong>zorg</strong>vraag van kwetsbare cliënten 14 (vooral bestaande uit clientenmet een matig tot zeer ernstig verstandelijke handicap) in 2020 blijven volgens deramingen van <strong>het</strong> SCP nagenoeg gelijk. Er zal – ook wanneer <strong>het</strong> burgerschapsparadigmagemeengoed is geworden – altijd een groep cliënten blijven die is aangewezen op eenvorm van ver<strong>zorg</strong>d wonen, waarbij ver<strong>zorg</strong>ing wordt gecombineerd met permanente begeleiding.Dit geldt met name voor mensen met matige en (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen,mensen met ernstige gedragsproblemen en oudere verstandelijk gehandicaptenmet dementie. Maar <strong>het</strong> soort <strong>zorg</strong> waarvan deze groepen gebruik maken, zal mogelijkwel een ander karakter krijgen: ze zullen veelal kleinschaliger en in de wijk wonen. Zijzullen ook steeds meer kiezen voor huisvesting die zij zelf regelen, waarbij diverse dien-13 MEE-organisaties zijn de opvolger van de vroegere Sociaal Pedagogische Diensten (SPD’s). Zij biedenoveral in <strong>het</strong> land onafhankelijke, laagdrempelige cliëntondersteuning aan alle mensen met een handicap,functiebeperking of chronische ziekte.14 In de definitie van <strong>het</strong> SCP is een kwetsbare cliënt iemand met een matige of (zeer) ernstige verstandelijkehandicap, al dan niet in combinatie met gedragsproblemen, dan wel een cliënt met een lichte verstandelijkebeperking die tevens kampt met gedragsproblemen (Woittiez et al. 2005).37
sten thuis flexibel worden afgenomen. Een geheel ambulante <strong>zorg</strong>vraag ligt voor dezegroep <strong>zorg</strong>intensieve cliënten echter niet voor de hand.De aard en omvang van de <strong>zorg</strong>vraag van de niet-kwetsbare cliënten 15 in 2020 hangtsterk af van voorkeuren van de cliënt en toelating van licht verstandelijk gehandicapten enzwakbegaafden. Het grootste deel van de groeiende vraag naar <strong>zorg</strong> is te verklaren uit detoenemende vraag van licht verstandelijk gehandicapten en zwakbegaafden. Dit heeft ookconsequenties voor de aard van de <strong>zorg</strong> waaraan in de toekomst behoefte zal zijn.Jongere, licht verstandelijk gehandicapten hebben vooral behoefte aan begeleiding, kortverblijf en onderzoek met verblijf. De raming van de vraag naar kort verblijf in 2020 varieertvan ongeveer <strong>het</strong>zelfde niveau als in 2001 (ruim 7000 mensen) in de variant metmeer traditionele voorkeuren, tot 14.000 in de variant met meer ambulante voorkeuren.De meest onzekere raming is die van de ambulante <strong>zorg</strong>. In de variant met ambulantevoorkeuren zullen in 2020 ongeveer 11.000 personen met een verstandelijke handicapnaar ambulante <strong>zorg</strong> vragen. Dat worden er 14.000 als de zwakbegaafden blijvend wordentoegelaten. In de ambulant-plus variant zijn dat er zelfs 58.000. In de variant metmeer traditionele voorkeuren vragen echter slechts 3.500 personen ambulante <strong>zorg</strong> in2020. Om de orde van grootte weer te geven: in 2001 vroegen 9.500 personen ambulante<strong>zorg</strong>.De doorrekeningen van <strong>het</strong> SCP wijzen op blijvende wachtlijsten in de gehandicapten<strong>zorg</strong>die lager liggen dan <strong>het</strong> niveau van 2001. Wanneer echter de capaciteit meer flexibelwordt ingezet, is <strong>het</strong> mogelijk wachtlijsten verder te reduceren.Als <strong>het</strong> burgerschapsparadigma tot volle wasdom is gekomen, is <strong>het</strong> ook goed denkbaardat er behoefte zal zijn aan heel andere <strong>zorg</strong>producten dan we ons nu kunnen voorstellen.Om ervoor te <strong>zorg</strong>en dat de cliënten inderdaad volwaardig kunnen deelnemen aan desamenleving zal er naast begeleiding bij <strong>het</strong> wonen ook voldoende ondersteuning moetenzijn bij <strong>het</strong> in stand houden van hun sociale netwerk en bij <strong>het</strong> op een zinvolle manier invullenvan de dag. Er zal dan ook meer vraag zijn naar vervoer en arbeidsvoorzieningen.De vrager naar verstandelijk gehandicapten<strong>zorg</strong> heeft behoefte aan ondersteuning opverschillende terreinen en wil zo goed mogelijk geholpen worden bij zijn totale <strong>zorg</strong>vraag.De hamvraag is of <strong>het</strong> aanbod hier financieel en organisatorisch aan tegemoet kan komenmet zijn verschillende financieringsvormen (rijk, gemeenten en daarbinnen weer verschillendesectoren).4.2.2 Lichamelijk gehandicaptenNaar schatting zijn er in Nederland 512.000 mensen met een ernstige lichamelijke handicap(4.1). De vraag naar <strong>zorg</strong> en begeleiding van lichamelijk gehandicapten is zeer divers.De meeste lichamelijk gehandicapten wonen zelfstandig, al dan niet in aangepaste woningenen doen eventueel een beroep op de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG).In 2002 maakten in de LG-sector ruim 3.200 cliënten gebruik van verblijfsvoorzieningenen bijna 3.800 van dagbesteding (Gegevens project Vraaggestuurde Bekostiging, Winkele.a. 2004). Op ruim 70 plaatsen in Nederland wonen bijna 1.000 lichamelijk gehandicaptenin een Fokus-woning.De vraag naar wonen en dagbesteding bij lichamelijk gehandicapten vertoont een stijgendelijn. Het aantal indicatieadviezen is in de periode 2002-2003 met 43% gestegen, <strong>het</strong>aantal gerealiseerde indicaties vrijwel verdubbeld. Desalniettemin neemt <strong>het</strong> aantal wachtendennog steeds toe. Per 31 december 2003 stonden 2.521 wachtenden geregistreerd.15 Het SCP typeert als niet kwetsbaar de zwakbegaafde of licht verstandelijk gehandicapte cliënt zonder gedragsproblematiek(Woittiez et al 2005).38
- Page 3 and 4: Postbus 4822300 AL LeidenTel: 071 5
- Page 5 and 6: 7. Ondernemerschap in zorgzaken 797
- Page 7 and 8: Het lokale beleid is bepalend voor
- Page 9 and 10: Commerciële zorgorganisaties met e
- Page 12 and 13: 1 INLEIDING1.1 Doelstelling, achter
- Page 14: Ook zijn gesprekken gehouden met sl
- Page 17 and 18: slechtzienden. Veel aandacht is nod
- Page 19 and 20: In 2020 bestaat een kwart van de Ne
- Page 21 and 22: de uitgaven aan gezondheidszorg in
- Page 23 and 24: het BBP van 2020 is in dat geval 7,
- Page 25 and 26: 3.2 Modernisering van de AWBZTegeli
- Page 28 and 29: Aan mensen met beperkingen worden t
- Page 30 and 31: 4 TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE GE
- Page 32 and 33: Hoewel er brede steun is voor de fi
- Page 34 and 35: Tabel 4.2: Woon-, verblijfs- en dag
- Page 36 and 37: Tabel 4.3: De woonsituatie van cli
- Page 40 and 41: WonenHet aantal aangepaste zelfstan
- Page 42 and 43: domeinen van het leven. Naast exper
- Page 44 and 45: Tabel 4.5: Raming van de verdeling
- Page 46 and 47: Instellingen zoeken dus breed opgel
- Page 48 and 49: Opvallend is dat mensen die voor ve
- Page 50 and 51: Dilemma’sWerkgevers in de gehandi
- Page 52 and 53: zorg en betaalde arbeid bevorderen.
- Page 54: Basisfuncties in een geïntegreerd
- Page 57 and 58: worden omgezet in spraak en omgekee
- Page 59 and 60: Voor velen en in allerlei omstandig
- Page 61 and 62: Tabel 5.1: Negen componenten van kw
- Page 63 and 64: Behalve het biopsychosociale model
- Page 65 and 66: Tabel 5.6: Supports ter bevordering
- Page 67 and 68: Tabel 5.7 Componenten van kwaliteit
- Page 69 and 70: Om de betekenis van de ICF voor de
- Page 72 and 73: 6 PROFESSIONALITEIT EN KWALITEIT VA
- Page 74 and 75: arts zo voorbereid, dat de cliënt
- Page 77 and 78: Tabel 6.1: Communicatie-Zorg-Vignet
- Page 79 and 80: 6.3 Organisatie rondom zorgprofessi
- Page 81 and 82: uimte moeten krijgen om het vertrou
- Page 83 and 84: zich kunnen identificeren en waar z
- Page 85 and 86: de cliënt. Binnen bepaalde grenzen
- Page 87 and 88: Meer maatschappelijke verantwoordel
- Page 89 and 90:
kundigen. Hun werk is evidence base
- Page 91 and 92:
Na een lange periode waarin de nadr
- Page 93 and 94:
verzorgen, ondersteunen en begeleid
- Page 95 and 96:
Positie van professionalsCliënten
- Page 97 and 98:
Positie en mogelijkheden voor clië
- Page 100 and 101:
LiteratuurAakster, C.W. en J.W. Gro
- Page 102 and 103:
Cremers, Ger, Gert Jan Gelderblom e
- Page 104 and 105:
Lennox, A.S.K. (2002), 5 Year Diary
- Page 106 and 107:
Schalock, Robert L. (red.) (1997),
- Page 108 and 109:
Wetenschappelijke Raad voor het Reg
- Page 110 and 111:
SAMENSTELLING SCENARIOCOMMISSIEDe h
- Page 112 and 113:
VERKLARING GEBRUIKTE AFKORTINGENAAM
- Page 114:
Waar dit mogelijk was is aan auteur